Betogers blokkeren de toegang naar de luchthaven Guarulhos van São Paulo (twitter Ubique)
Analyse, Nieuws, Economie, Samenleving, Politiek -

President zijn van Brazilië of van Venezuela is niet hetzelfde

President Temer mag volgens de huidige grondwet de rest van het mandaat van afgezet president Rousseff uitzitten tot 2018. Terwijl sociale protesten tegen zijn keiharde neoliberale beleid van zware sociale inleveringen hele steden lamleggen, de politieke corruptie onverminderd doorgaat, en de repressie keihard toeslaat wil hij de grondwettelijk voorziene verkiezingen twee jaar uitstellen tot 2020.

dinsdag 9 mei 2017 15:10
Spread the love

Gewelddadige straatprotesten in Venezuela halen dagelijks het nieuws. Wie de westerse media als informatiebron gebruikt kan maar één besluit trekken. Dit alles is de schuld van dictatoriaal president Maduro, die tientallen betogers door de politie laat doodschieten, meer dan 30 al in de voorbije twee maanden. De roep voor zijn afzetting wordt dan ook ondersteund in zowat alle commentaren. Een ander argument om zijn afzetting te eisen is dat hij nog slechts 20-24 procent haalt in de opiniepeilingen.

Van twee naar vier procent

Los van de discussie over het waarheidsgehalte van deze berichtgeving, kan men zich de vraag stellen hoe geloofwaardig de verontwaardiging is over wat in Venezuela gebeurt. Gaat het hier om een principieel standpunt? Principes zijn immers universeel. Je mag dus verwachten dat de berichtgeving over dit soort toestanden in andere landen identiek is of minstens een gelijkaardige verontwaardiging toont.

President Maduro scoort dus inderdaad zeer laag in de opiniepeilingen, 24 procent komt neer op minder dan de helft van de steun die hij nog kreeg bij de laatste presidentsverkiezingen in 2013. Hij behaalde toen zeer nipt iets meer dan 50 procent. Dat is echter nog altijd stukken beter dan de presidenten van buurland Colombia en van Mexico die allebei minder dan tien procent scoren in de opiniepeilingen. Heel wat andere Latijns-Amerikaanse presidenten scoren gelijkaardige cijfers als Maduro.

De laagste score haalt echter Braziliaans president Michel Temer. Toen hij als zetelend vice-president na de afzetting van Dilma Rousseff zelf president werd, kon hij rekenen op een populariteit van twee procent, nog slechter dan afgezet president Rousseff die zelf 10-15 procent scoorde in de peilingen. Bijna een jaar later is hij er in geslaagd dat cijfer te verdubbelen, hij geniet nu het vertrouwen van vier procent van de Braziliaanse bevolking.

Sinds hij president werd valt zijn regering van het ene corruptieschandaal in het andere. Meerdere van zijn ministers moesten al aftreden. Eduardo Cunha, in augustus 2016 nog voorzitter van de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers, en leider van de campagne om president Dilma Rousseff voor ‘corruptie’ af te zetten, zit nu zelf in de gevangenis voor corruptie.

Het kan nog absurder. President Temer werd in het najaar van 2016 veroordeeld voor fraude met geld van zijn verkiezingscampagne (als vice-president in 2013). Hij is voor acht jaar het recht kwijt om als burger een politiek mandaat uit te oefenen. Dat vonnis kan echter niet worden uitgevoerd … omdat hij als staatshoofd immuniteit geniet van rechtsvervolging.

Dat presidentieel mandaat wil hij nu verlengen met twee jaar tot 2020. Daarvoor werd een voorstel tot wijziging van de grondwet ingediend.

Sociale repressie

Sinds hij de macht heeft overgenomen voert zijn regering een keihard neoliberaal beleid dat in grote lijnen neerkomt op het afschaffen van alle sociale programma’s die de voorbije jaren onder president Lula en Rousseff miljoenen Brazilianen uit de armoede in de middenklasse heeft gehaald. Critici vatten het zo samen: “Hij zet het programma van herverdeling van de sociale welvaart van zijn voorgangers verder, maar dan wel in de andere richting”.

In dezelfde periode dat in Venezuela ongeveer 30 à 40 personen werden gedood in verdachte omstandigheden heeft de Braziliaanse politie 182 burgers omgebracht, een toename van 76 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2016 (dat al een recordjaar was).

Voor en na de afzetting van president Rousseff werd in heel Brazilië zwaar geprotesteerd tegen wat werd gezien als een staatsgreep van de rechtse machtsgroepen. Rousseff was zelf niet bepaald populair, maar Temer werd nog meer veracht. Tegen dat protest werd keihard opgetreden. De voorbije maanden neemt dat protest terug toe. Op 1 mei werd zowat het hele land lamgelegd door stakingen en betogingen.

Politie met een zeer kwalijke reputatie

De politie van Brazilië heeft nooit een goede reputatie gehad. YouTube-filmpjes van agenten die ongewapende niet-agressieve burgers doodschieten zijn schering en inslag. Niet toevallig wordt dat soort misdaden steevast gepleegd in de armere stadswijken of op het platteland (waar ook het leger regelmatig toeslaat). Corruptie en medewerking aan drugshandel is er in zowat elke geleding van het politieapparaat.

Onder president Temer voelt de politie zich blijkbaar gesterkt in dit soort praktijken want de politiemoorden nemen nog toe. In dezelfde periode dat in Venezuela ongeveer 30 à 40 personen werden gedood in verdachte omstandigheden heeft de Braziliaanse politie 182 burgers omgebracht, een toename van 76 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2016 (dat al een recordjaar was). Amnesty International noemt de situatie een ‘mensenrechtencrisis’.

Volgens een onderzoek van de VN is Brazilië het meest gewelddadige land ter wereld met meer dan 60.000 moorden per jaar in 2015 (het gaat over moorden buiten de context van oorlogen of interne gewapende conflicten). De meerderheid van die doden zijn arme zwarte mannen.

In de grootste stad van het land Rio de Janeiro is de politie verantwoordelijk voor één op vijf van alle moorden, in São Paulo is dat één op vier. Is het geweld nog enigszins zichtbaar in de steden, minder opgemerkt maar even bloederig is de repressie van de inheemse volkeren in het binnenland. Grote agrobedrijven en energiegiganten laten politie het vuile werk doen of betalen illegale milities, die van de politie vrij spel krijgen.

De politie van Brazilië is ook niet vies van het planten van ‘bewijzen’ of van het aanhouden van personen op basis van zeer twijfelachtige argumenten. Omdat het dan meestal eveneens om jonge arme zwarte mannen gaat hoor je daar bijna niets over in de media. Die worden grotendeels gecontroleerd door de oligarchen die achter de huidige president Temer staan. 

Crimineel waspoeder



Rafael Braga (Daniel Arroyo/Bridge)

Af en toe is een zaak zo flagrant dat het wel de kijkers haalt. Recent werd de jonge Rafel Braga veroordeeld tot 11 jaar voor drugshandel. Hij werd in juni 2013 ‘betrapt’ op het vervoeren van twee vaatjes detergent. Dat kan volgens de politie worden gebruikt voor het fabriceren van molotovcocktails. Volgens de politie had hij “een persoonlijkheid die open staat voor crimineel gedrag”. Critici stellen dat hij een zondebok is voor de sociale protesten van 2013. 




Volgens Robert Muggah, directeur van de denktank Igarapé Institute, wordt de reeds bestaande geweldcultuur bij de politie nog versterkt door de huidige economische en politieke crisis en de volledige afwezigheid van verantwoordelijk politiek leiderschap. Meer en meer mensen dragen openlijk wapens, wat dan weer leidt tot een gewelddadige cyclus van vermoorde politieagenten en weerwraakacties van de politie in de omgeving van die aanslagen. Het enige antwoord dat het huidige Braziliaanse parlement daar op weet te vinden is een verdere versoepeling van de huidige wapenwet (die naar Europese maatstaven al bijzonder liberaal is). 

Van Caracas naar Brasilia

Een regime dat elke morele legitimiteit mist, dat door en door corrupt is, een harde repressie waarbij honderden doden vallen, dat klinkt dus inderdaad bekend. Wie denkt dat de verontwaardiging over de situatie in Venezuela vertrekt vanuit een of ander nobel principe, kan dat testen aan de manier waarop de op veel vlakken nog veel ergere toestand in Brazilië wordt weergegeven.

Dat blijkt aardig tegen te vallen. De massale protesten van 29 april (en de protesten in de weken ervoor, die nu nog altijd doorgaan) werden nauwelijks in de mainstream media weergegeven. Als dat al gebeurde werd daar nergens het verband gelegd met het politiek regime. Dat wordt niet in vraag gesteld.

Wie denkt dat dat inconsequent gedrag is van de media, vergist zich. Hier zit wel degelijk een consequente lijn achter. Venezuela zit op de grootste hoeveelheid ruwe aardolie ter wereld en de huidige regering voert een beleid dat niet is gericht op de winstvoeten van de grote bedrijven en de economische elite. Dat beleid is best betwistbaar en controversieel, maar misdadig of dictatoriaal? Brazilië daarentegen …

De selectieve non-berichtgeving over Brazilië is geen uitzondering. De geweldspiraal in Colombia is de laatste jaren wat afgenomen, maar is nog altijd zeer aanwezig. De repressie van politie en leger in Mexico is even legendarisch. Het is niet dat deze situaties worden verzwegen. Het komt zelfs regelmatig aan bod in het internationale nieuws. Alleen, hier wordt nooit een verband gelegd met de aard van het politieke regime, met de regering, met de president.

Dan is er nog Honduras, dat sinds de door de VS gesteunde staatsgreep van 2009 de gevaarlijkste plaats ter wereld is voor journalisten en vakbondsvertegenwoordigers. Ook hier hetzelfde verhaal, nergens wordt in de berichtgeving de link gelegd naar het politieke regime …

De redenen waarom Venezuela en Brazilië zo anders worden weergegeven tonen aan wat de echte drijfveren zijn achter de internationale nieuwsagenda. De lijst van redenen waarom dat zo gebeurt is lang, verontwaardiging over schending van de mensenrechten hoort daar niet bij.

Bronnen:

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!