Opinie - Charles Ducal

Racisme is het probleem, niet de boerka

Als Rachida Lamrabet het boerkaverbod een verregaande inbreuk op de vrijheid en de privacy van vrouwen noemt, heeft ze gelijk. Ik zou zeggen: uiteraard. Om een reden die iedereen die even nadenkt niet anders kan dan beamen. Of je nu dames in boerka wil weren, tolereren of een stem geven. Of je dat kledingstuk als een religieus geïnspireerde keuze, een gevangenis van stof of een uiting van fanatisme beschouwt. In alle gevallen geldt: dwang werkt niet. Zo eenvoudig is het.

zaterdag 25 maart 2017 13:58
Spread the love

Bevrijding kan nooit worden opgelegd. Wie hoopt mensen te bevrijden, te emanciperen of te ontvoogden door hen te dwingen hun gedrag of kleding aan te passen onder dreiging van gevangenisstraf of boetes, weet op voorhand dat hij zal mislukken. Het is goedkope retoriek te beweren dat het boerka-verbod onderdrukte vrouwen helpt. Alleen de boerka-dragende vrouw zelf kan beslissen of ze onderdrukt wordt en dus bevrijd wil worden. Heeft ze dat eenmaal beslist en wil ze zich daarom tegen de krachten die het haar beletten keren, dan kan de buitenwereld haar ter hulp komen. Alleen zo werkt het en anders niet. Dat weet iedereen.

De vrouw in de film Deburkination kiest voor de boerka. Zij heeft daar haar eigen redenen voor, die ze in de film uitlegt. Moet deze vrouw bevrijd worden? Waarvan dan wel? Van haar religie, haar omgang met haar eigen lichaam, haar man? Zullen wij, westerse columnisten, even in haar plaats beslissen dat haar man eigenlijk haar vijand is, ook als ze dat zelf niet zo ervaart? Niet kan ervaren, de sukkel, onderdrukt als ze is? Mag ze bestaan, de vrouw die zelfstandig voor de boerka kiest?

Meer nog: kan de witte columnist zich inbeelden dat er vrouwen bestaan die de boerka dragen tegen de zin van hun man? Al deze vragen krijgen bestaansrecht van zodra men met de vrouw achter de boerka praat, naar haar luistert en wat zij zegt, denkt en voelt ernstig neemt. Dan ontstaat vanzelf een genuanceerd beeld met tientallen schakeringen van onderdrukking door man en godsdienst tot zelfbewust verzet tegen de aantasting van de eigen identiteit. Net als in de hele discussie rond de hoofddoek. De film en de maakster ervan hanteren dat genuanceerd discours. In tegenstelling tot de opgewonden tweets en boze reacties.

Paternalisme

Opgelegde ‘bevrijding’ of ‘emancipatie’, dat heet – jawel – paternalisme. De essentie van paternalisme is ongelijkheid. Ik weet wat goed voor je is. Mijn cultuur, mijn godsdienst, mijn wereldvisie zijn superieur aan die van jou. Een gesprek van gelijke tot gelijke is tussen ons niet mogelijk, je kan niet verwachten dat ik van mijn superieur beschavingsniveau afdaal. De enige weg tussen ons is die waarop jij naar mij opklimt, de weg van mijn verlichte waarden en normen. Je graad van beschaving, integratie, goed burgerschap zal blijken uit je vooruitgang op die weg. Helemaal wit zal je waarschijnlijk nooit worden. Je naam en je godsdienst pleiten niet echt voor je. Maar je weet nooit. Kijk eens hoever Zuhal het geschopt heeft! Net Rachida Lamrabet heeft over het gevecht van een niet-witte vrouw om aanvaard te worden en wat dat haar kost een schitterend boek geschreven, Vrouwland, met een hoofdpersonage dat soms erg lijkt op Zuhal Demir, al zal die laatste dat nooit toegeven. Aanbevolen lectuur.

De wet op het boerkaverbod is met paternalistische inkt geschreven en met zo weinig tegenstemmen aanvaard (één, meen ik) dat het moed vraagt ertegen in te gaan. Laten we in deze naar rechts oprukkende samenleving dus maar blij zijn dat er nog Rachida’s zijn die hun nek durven uitsteken. Unia heeft juristes van dit gehalte broodnodig. De organisatie is helaas onder de aanval bezweken, heeft zich van haar medewerkster gedistantieerd en heel het land laten weten dat zij op het matje zal worden geroepen. Dat is vernederend en onrechtvaardig. Rachida Lamrabet heeft als privépersoon gedaan wat Unia als organisatie net als taak heeft: opkomen voor slachtoffers van discriminatie en uitsluiting. Daar krijgt Unia mijn belastinggeld voor. Met alle begrip voor strategische overwegingen tegenover de politieke intimidatie, het is niet te laat om alsnog de juiste kant te kiezen. Unia en Lamrabet zijn objectief bondgenoten. Het intimideren van zowel de organisatie als de medewerkster als privépersoon dient hetzelfde doel: het monddood maken van stemmen die kritisch blijven tegenover de almaar arrogantere rechtse stemmen in het beleid.

Het is ronduit stuitend dat een intelligente juriste, beslagen in de materie, tegelijk een bevlogen artieste, niet eens in eigen naam een mening mag verkondigen. De hele heisa zegt niks over mevrouw Lamrabet en alles over de stemmen die haar de afgelopen dagen hebben aangevallen, proberen te isoleren en te broodroven. Wat die stemmen gemeen hebben is het mythische kader dat zij hanteren: het verlichte, tolerante, geëmancipeerde ‘wij’-kamp tegenover het obscure, fanatieke, onderdrukkende ‘zij-kamp’. Dat kader wordt gehanteerd alsof het een objectieve realiteit is. Alsof de verlichte waarden en normen, die men als ideologische matrak hanteert, zo manifest zichtbaar zouden zijn in het dagelijks reilen en zeilen van de politiek, de financiële wereld, de reclame en de commerciële media dat de superioriteit ervan buiten kijf staat. Dat doet ze niet. De realiteit die de meeste moslims en moslima’s in ons land ervaren is een andere: die van groeiend racisme, van uitsluiting, van minachting en betutteling. Dat is het kader waarin zij het hoofddoekenverbod en het boerkaverbod ervaren. Wie hen wil ‘bevrijden’, doet er goed aan met dat kader rekening te houden.

De heisa rond de uitspraak van Rachida Lamrabet is een opgeklopt probleem, op gang gebracht door een oververhitte twitteraccount en dankbaar overgenomen door de pers. Het probleem dat eronder zit, is dat helaas niet. Het is een door veel politici, journalisten en columnisten geminimaliseerd probleem: het racisme. De grens van wat racisme is schuift almaar op. Politici kunnen heelder bevolkingsgroepen schofferen, wetten stemmen die de facto een onderscheid maken tussen eerste- en tweederangsburgers en het racisme bij herhaling wegwuiven zonder dat zulks hen meer dan heel even kwalijk wordt genomen. Je verliest in dit land makkelijker je werk door een hoofddoek te dragen dan door racistische uitspraken te doen. Wat racisme wezenlijk is wordt in politiek en media van langsom minder erkend.

Ontkenning

Die ontkenning neemt soms groteske vormen aan. Zo wordt in een opiniestuk op de website van De Morgen het dragen van de boerka vergeleken met het dragen van de jodenster. Met de moslimmannen (unisono, dat spreekt) in de rol van de nazi’s. Zo’n perverse vertekening van machtsverhoudingen is alleen mogelijk in de geest van wie het racisme niet wenst te zien. Slachtoffer van dat racisme is vandaag in de eerste plaats de moslimgemeenschap: mannen én vrouwen. Gediscrimineerd op de vitale terreinen van arbeid, scholing en huisvesting op zo’n manifeste wijze dat het niet ontkend kan worden. Slachtoffer van discriminerende wetten, zoals het ophogen van de nationaliteitsdrempel, het hoofddoekenverbod of de deportatiewet Francken. Voortdurend op een hoop gegooid als collectief niet te vertrouwen, achterlijk of rijp voor extremisme in de ogen van Jan Modaal telkens als er iets gebeurt waar een moslim bij betrokken is. Zelden of nooit gewaardeerd in hun eigenheid, hun geschiedenis, hun cultuur, hun moraal. Dat gemeenschappelijk gedragen onrecht, dat almaar drukkender wordt, is honderd keer urgenter in het dagelijks leven van moslims en moslima’s dan de strijd voor gendergelijkheid. Een strijd die ongetwijfeld ook gevoerd moet worden, maar volgens hun visie en vanuit hun energie. Of de moslima’s de witte columnisten daarbij als bondgenoten zullen ervaren, is zeer de vraag.

In een dorpscafé zegt een man: “Als ik een tweede leven krijg, kom ik terug als Mohammed.” Waarom, Maurice? “Voor ons mensen doen ze niks daarboven, maar met zo’n naam krijgt ge alles gedaan.” Na de aanslagen van 22 maart drukt een oude vrouw als volgt haar angst uit: “Ze zijn met zoveel, daar in Molenbeek. Zoveel, zoveel! En ze kweken maar, ze kweken maar!” Die man en die vrouw volgen elke dag het journaal en horen verder het nieuws becommentarieerd op straat, op de werkvloer of op café onder toogbroeders of koffie slurpende vriendinnen. Zo sijpelt een en ander van de beleefde, door spindoctors en mediatrainers omringde hogere politiek door naar de onderbuik van de samenleving. Zou mevrouw de Staatssecretaris daar niet beter wakker van liggen?

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!