Het hulpkonvooi heeft onder meer voedsel, kleding en hygiënekits afgeleverd in Sittwe, de hoofdstad van de staat Rakhine. Militaire schepen brachten ook voorraden in het aangrenzende Bangladesh, waar veel Rohingya-moslims naartoe vluchtten sinds een opleving van het geweld in 2016.

In de noordwestelijke staat Rakhine is een offensief gaande van het Myanmarese leger, in reactie op aanvallen op grensposten in oktober vorig jaar. Volgens een rapport van het Hoge Commissariaat voor de Mensenrechten van de VN (Ohchr), is daarbij sprake van seksueel geweld, standrechtelijke executies, marteling en gedwongen verdwijningen. De VN-organisatie noemt het “zeer waarschijnlijk” dat sprake is van misdaden tegen de menselijkheid. De regering van Myanmar ontkent die beschuldiging.

Aung San Suu Kyi

Bijna 90.000 mensen zijn sinds het offensief de regio ontvlucht, waaronder naar schatting 66.000 Rohingya-moslims die de grens overstaken naar Bangladesh.

Amnesty International concludeert in zijn jaarlijkse rapport dat de nieuwe regering onder leiding van Aung San Suu Kyi, die in 2015 aan de macht kwam in het land, weinig verbetering heeft gebracht. Het conflict duurt voort en humanitaire organisaties krijgen beperkt toegang tot het gebied.

De Myanmarese regering zou volgens berichten een Maleisisch schip met hulpgoederen aanvankelijk hebben tegengehouden, omdat het geen officiële toestemming had het land binnen te komen. Later werd wel toestemming verleend om de haven van Rangoon binnen te varen, maar niet om de goederen rechtstreeks in Sittwe en omliggende plaatsen af te leveren. De regering eiste ook dat de goederen werden verdeeld onder zowel etnische Rakhine-boeddhisten als onder Rohingya-moslims.

Discriminatie

De Maleisische regering heeft zich duidelijk uitgesproken over de nood van de Rohingya-moslims. In december riep de Maleisische premier Najib Razak zijn Aziatische buren en de internationale gemeenschap op om actie te ondernemen. “De wereld kan niet blijven toekijken terwijl er genocide plaatsvindt”, zei hij. “We moeten de Rohingya verdedigen, niet alleen omdat ze hetzelfde geloof aanhangen, maar omdat het mensen zijn van wie leven ertoe doet.”

In 2012 brak er voor het eerst geweld uit, toen Rohingya-moslims in botsing kwamen met de boeddhistische meerderheid.

De regering van Myanmar zet vraagtekens bij de status van de Rohingya als Myanmarese staatsburgers. Er wordt een discriminatoir beleid gevoerd, inclusief beperkingen van de bewegingsvrijheid en uitsluiting van gezondheidszorg. Het grootste deel van de minderheid is staatloos en verarmd.

De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN noemde de Rohingya eerder “een van de meest vervolgde, uitgesloten en kwetsbare gemeenschappen in de wereld.”

De Myanmarese regering zegt de situatie in de grensstaat te willen onderzoeken. De speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten in Myanmar komt naar verwachting in maart met een rapport, naar aanleiding van een recent bezoek.

Auteur: Tharanga Yakupitiyage