Opinie - Dyab Abou Jahjah

Wat Leonard Cohen ons leerde: niets is radicaler dan de liefde

De wekelijkse column van Dyab Abou Jahjah

vrijdag 24 februari 2017 09:10
Spread the love

Het is wat vreemd dat ik nog niks over Leonard Cohen schreef sinds hij een paar maanden geleden overleed. De muziek die hij gecomponeerd heeft vormt voor een belangrijk deel de soundtrack van mijn leven. Meer nog dan zijn muziek, die bij momenten te harmonisch is om genietbaar te zijn, is het de dichter in Cohen die me interesseert. Zijn poëzie, samen met die van Mahmood Darwich en Nizar Kabbani, beïnvloedde me zowel op spiritueel als op politiek vlak.

Cohen was heel politiek, alhoewel ik wil het liever niet hebben over dat moment in zijn leven toen hij voor de Israëlische troepen ging zingen ten tijde van de Sinaï-oorlog in 1973. Het is die Cohen die dacht zijn joodse identiteit te herontdekken door op de foto te gaan staan met een massamoordenaar als Ariel Sharon. Gelukkig was dat slechts een korte fase en was Cohen gesofisticeerder dan dat. Ik wil dat moment dus met plezier negeren en focussen op het feit dat hij in zijn later leven afstand nam van het Zionisme.

Eén van zijn eerste politiek-poëtische teksten die me intrigreerden als jonge man stonden in het nummer First we take Manhattan. Als tiener was ik erg gepolitiseerd en dat nummer fascineerde me omwille van zijn gecodeerde taal en de revolutionaire ondertoon. Het opent met deze epische regels:

 “They sentenced me to twenty years of boredom
For trying to change the system from within
I’m coming now, I’m coming to reward them
First we take Manhattan, then we take Berlin”

Toen ik een jongeling van 16 was, die reeds Trotsky, Ismat Sayf Aldawla en Mao gelezen had in de loopgraven van de Libanese burgeroorlog, waar de dood om iedere hoek schuilde, was het debat over politieke verandering bijzonder essentieel.

Wat was al dat vechten waard? En als het al iets waard was, hoe zouden we dan het systeem veranderen? Moesten we infiltreren, opklimmen in de structuren en zo het systeem van binnenuit veranderen? Veel mensen die claimden de wijsheid in pacht te hebben, verklaarden dat dit de manier was waarop verandering kon waargemaakt worden. Uiteindelijk werden die mensen bijna altijd zelf veranderd door het systeem, in plaats van het te veranderen.

Leonard Cohen leek in te gaan tegen deze strategie, door te wijzen op de ineffectiviteit en zinloosheid van pogingen om het systeem op een langzame manier te veranderen. Hij reikte een andere strategie aan om terug te slaan. In die tijd betekende dat veel voor me als een jonge militant.

Maar wat was het systeem dat Cohen wou veranderen?

 “I don’t like your fashion business, mister
And I don’t like these drugs that keep you thin
I don’t like what happened to my sister
First we take Manhattan, then we take Berlin”

In dit gedicht wordt volgens mij de mode-industrie gebruikt als metafoor voor het kapitalisme en de normatieve, assimilerende mechanismen van de macht. Het is een metafoor voor hoe het systeem mensen exploiteert en verandert in productie-eenheden die moeten beantwoorden aan een bepaalde standaard, zowel wat betreft vorm als inhoud.

Dit systeem moduleert niet enkel onze consumptie- en productiepatronen, het produceert ook zijn eigen waarden en normen en dringt die onderdrukkend en destructief op aan ons. Werkende mannen en vrouwen en consumenten zijn onder het kapitalisme zoals het modemodel en de modeconsument. Ze worden niet alleen economisch gecontroleerd en gemanipuleerd maar ook vormelijk, psychologisch en fysisch.

De suggestie van een zekere reis en traject in de strijd, en van de revolutie die start in de Verenigde Staten en overwaait naar Europa, sluit aan bij een ander belangrijk politiek nummer van Cohen Democracy. In de poëtische tekst van dit nummer maakt Cohen duidelijk dat verandering vanuit de Verenigde Staten zelf moet komen:

It’s coming to America first
The cradle of the best and of the worst
It’s here they got the range
And the machinery for change”

Het is een idee dat duidelijk vertrekt van de analyse dat verandering moet plaatsvinden in de kern van het systeem en niet in de periferie. Het centrum van het systeem moet veranderen om echte verandering te creëren en dat centrum is de Verenigde Staten. Of dit een accurate analyse is, en of ze nog steeds geldt vandaag, is bediscussieerbaar.

Maar echt belangrijk is hier dat Cohen stelt dat democratie nog moet gerealiseerd worden in de Verenigde Staten. Democratie is iets dat er nu nog ontbreekt. Hier neemt hij een heel radicale, maar volgens mij correcte positie in. Hoe die volwaardige, nog te realiseren democratie eruitziet, wordt in gecodeerde termen uitgelegd in de volgende strofe van Democracy:

It’s coming from the sorrow in the street
The holy places where the races meet
From the homicidal bitchin’
That goes down in every kitchen
To determine who will serve and who will eat
From the wells of disappointment
Where the women kneel to pray
For the grace of God in the desert here
And the desert far away:
Democracy is coming to the USA”

Raciale ongelijkheid, genderongelijkheid en sociale ongelijkheid zorgen ervoor dat er geen volwaardigde democratie is. Deze drie fronten zijn de essentie van een ware democratische beweging. Er kan geen bevrijding zijn zonder een agenda waarin raciale gelijkheid, gendergelijkheid en sociale gelijkheid samen de prioriteiten zijn.

Het optimisme van Cohen over de revolutionaire, democratische toekomst lijkt echter weg te ebben naarmate hij stoot op wat de kern van de globalisering is. In zijn lied The Future schetst hij een uitermate pessimistisch maar tegelijk heel accuraat beeld van hoe de globale werkelijkheid er zal uitzien na de val van de Berlijnse muur:

 “..Things are going to slide, slide in all directions 
Won’t be nothing 
nothing you can measure anymore 
The blizzard, the blizzard of the world 
has crossed the threshold 
and it has overturned 
the order of the soul”

In deze bijna apocalyptische, en tegelijk bijzonder juiste schets van de crisis die de globalisering zou creëren voor de westerse orde, drukte Cohen reeds in 1996 een politiek gevoel uit dat eigenlijk pas zou werkelijkheid worden na 2008. Het is het gevoel van teloorgang van de westerse hegemonie en het geheel van waarden en zekerheden dat gold voordat de globalisering kwam. Door toedoen van de globalisering werden grenzen op stormachtige wijze doorbroken en breekt de oude orde eigen aan de westerse hegemonie van binnenuit open. Dit leidt ook tot een spirituele crisis.

There’ll be the breaking of the ancient western code 
Your private life will suddenly explode 
There’ll be phantoms 
There’ll be fires on the road 
and the white man dancing “

Ik heb de toekomst gezien broeder, het is moord”. Dat is de alarmerende doemsboodschap die Cohen brengt, en hij biedt niet meteen een tegenstrategie aan. Hier is hij enkel een poëtische profeet die zijn toekomstvisie beschrijft. In de manier waarop hij zijn toekomstvisie beschrijft, heeft hij het echter ook over de reactie die zal volgen op de storm van de globalisering en de apocalyps:

Give me back the Berlin wall 
Give me Stalin and St Paul 
Give me Christ 
or give me Hiroshima “

Het antwoord is een terugkeer naar het oude regime van voor de globalisering. De tekorten en problemen van de oude orde zijn een aanvaardbare prijs voor stabiliteit, zelfs als dit impliceert dat we ons veilig terugtrekken achter de muren van nationalisme, identiteit en sociale controle. Dit is de politieke voedingsbodem van het populisme van onze tijd.

En toch, net door het verleden te belichten doorheen de horror die er eigen aan was, lijkt Cohen er op te willen wijzen dat het verleden ook moord en onrechtvaardigheid was. Misschien wil hij zeggen dat de storm en de dood die ermee gepaard gaan eigen zijn aan een overgangsperiode, dat het een schemerzone is met gruwel maar die ons kan leiden naar een betere wereld. Het verleden was statisch in zijn horror en onderdrukking, nu is er tenminste beweging. Dat is althans de interpretatie die ik er aan wil geven.

En toch, uiteindelijk maakt Cohen op ieder moment in zijn politieke poëzie duidelijk wat het antwoord is. In The Future, zijn meest pessimistische gedicht, stelt hij:

You don’t know me from the wind 
you never will, you never did 
I’m the little jew who wrote the Bible 
I’ve seen the nations rise and fall 
I’ve heard their stories, heard them all 
but love’s the only engine of survival “

De liefde, de motor achter het overleven, is een complex concept in de poëzie van Cohen. Zoals duidelijk blijkt uit dit fragment heeft liefde een spirituele dimensie die haast religieuze wortels heeft. Liefde kan ook een revolutionaire liefde zijn, de liefde voor rechtvaardigheid of de strijd zelf die ook spirituele wortels heeft. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de volgende passage in First we take Manhattan:

“I’m guided by a signal in the heavens
I’m guided by this birthmark on my skin
I’m guided by the beauty of our weapons
First we take Manhattan, then we take Berlin”

“I’d really like to live beside you, baby
I love your body and your spirit and your clothes
But you see that line there moving through the station?
I told you, I told you, told you, I was one of those”

Het kan ook een mix van romantische en hedonistische liefde zijn die de realiteit overstijgt en ons onderdompelt in lyrische liefde en losbandigheid. Via deze vorm van liefde kan evenzeer spiritualiteit bereikt worden, zoals Cohen duidelijk maakt in deze passage in Democracy:

It’s coming from the women and the men
O baby, we’ll be making love again
We’ll be going down so deep
The river’s going to weep,
And the mountain’s going to shout Amen”

Liefde in al zijn vormen, of die nu romantisch, hedonistisch of revolutionair zijn, is altijd spiritueel en religieus voor Cohen. En ze is verwant aan een mystieke vorm van goddelijkheid. Die soort van liefde is, in al zijn dimensies en hoe giftig ze ook kan zijn, de enige weg naar bevrijding. Dit kan misschien soft klinken, maar als je het mij vraagt is het net bijzonder radicaal.

take down
the paywall
steun ons nu!