Wanhopige mensen blijven wanhopige dingen doen. Een rubberboot overladen met 50 vluchtelingen komt toe op het Griekse eiland Kos vanuit Bodrum in Turkije in de vroege ochtenduren van 2 september 2016, na een riskante overtocht van ongeveer 5 kilometer (IFRedCrossRedCrescent)
Analyse, Nieuws, Wereld, Europa, Samenleving, Politiek - Arthur Wyns

Vluchtelingenakkoord EU-Turkije vanaf dag één gedoemd om te falen

De ‘deal’ tussen de EU en Turkije van maart 2016 om de vluchtelingenstroom naar de EU te belemmeren, komt in opspraak na het vernietigende rapport van Amnesty International. Mensenrechten worden massaal geschonden en de opvang in Turkije blijft ondermaats. Reeds in 2016 waren er al voldoende tekenen aan de wand dat Turkije zijn deel van deze deal niet zou nakomen.

dinsdag 21 februari 2017 11:43
Spread the love

Turkije’s lang vervlogen EU-droom

Via de deal met Turkije in maart 2016 hoopten Griekenland en de EU de “bron van de vluchtelingenstroom” op te drogen. Om Turkije te overtuigen bereidwillig het korte strootje te trekken in de herverdeling van vluchtelingen, werden met de deal ook nieuwe gesprekken beloofd over mogelijk EU-lidmaatschap. Daarbovenop beloofde de EU zes miljard euro te investeren in de hulp-infrastructuur voor vluchtelingen in Turkije zelf.

De bereidheid van de EU om Turkije nog een kans te geven tot zijn rangen toe te treden is sinds de deal echter verdwenen als sneeuw voor de zon. De redenen voor dit wantrouwen zijn legio:

  1. Turkije voldoet nog steeds niet aan alle condities om zelfs nog maar als kandidaat-lidstaat overwogen te worden, hoewel het in 2016 zeer veel inspanningen leverde om hervormingen door te voeren: bij het sluiten van de deal voldeed het aan 25 van de 72 voorwaarden, nu aan 67.
  2. Het hoog aantal terreuraanslagen doorheen Europa, evenals verscheidene verijdelde pogingen, leidde tot een focus op nationale veiligheid en striktere migratiecontrole in alle rechtse politieke stromingen van de Europese lidstaten. Hierbij wordt Turkije dikwijls gezien als een ‘last frontier’, een buitengrens die het ‘Grote Kwaad’ buiten houdt. Turkije als grensstaat moet per definitie dan ook buiten de EU liggen.
  3. De staatsgreep in Turkije op 15 juli 2016 en de represailles van president Erdo?an die erop volgden maakten duidelijk dat de uitgedunde democratie in het land de facto tot dictatuur werd omgedoopt, met ingedamde persvrijheid en vrije meningsuiting en een apartheidsregime tegenover de Koerdische minderheid.

Een slechte keuze bij gebrek aan beter

Ironisch genoeg werd president Erdo?an, alleenheerser en verpersoonlijking van Turkije, na enkele anti-Europese uitspraken tijdens de onderhandelingen ongeschikt verklaard om deel te nemen aan het verdere overleg tussen de EU en Turkije. Hij werd vervangen door toenmalig eerste minister Ahmet Davuto?lu om het pact af te ronden.

Hoewel de EU genoeg redenen had en heeft om Turkije als een onveilig land te bestempelen – en het bijgevolg niet bereid is EU-lidmaatschap te verlenen – neemt het toch genoegen met het feit dat Turkije ’s situatie meer dan 3 miljoen vluchtelingen opvangt.

Toen een gelijkaardige bedenking werd gemaakt tijdens de onderhandelingen van de deal, was Davuto?lu’s reactie: “Zij die Turkije bekritiseren moeten ons een maar een betere optie aanbieden”. Dat antwoord bevestigt dat Turkije een onverantwoorde keuze is als derde veilig land (voor de opvang van vluchtelingen), maar dat het bij gebrek aan opties ook de enige keuze vormt.

Apartheidsregime voor vluchtelingen

Het huidige beschermingsregime voor vluchtelingen in Turkije is echter verre van ideaal, met een sterke breuklijn in de hulpverlening tussen twee categorieën van vluchtelingen.

  1. Syrische vluchtelingen, die een tijdelijke beschermingsstatus krijgen in het land, met beperkte rechten zoals toegang tot de arbeidsmarkt en
  2. alle andere vluchtelingen, die slechts een beperkte status toegekend krijgen – en dit enkel omwille van internationale druk en de Turkse Wet voor Vreemdelingen en Internationale Bescherming die in 2014 werd goedgekeurd.

Deze tweedeling leidt tot verwaarlozing van minderheidsgroepen, hoewel de hoge aantallen Irakese en Afghaanse vluchtelingen in Turkije amper minderheden te noemen zijn. Verscheidene ngo’s en agentschappen als Human Rights Watch en Artsen Zonder Grenzen toonden reeds grote ongerustheid over het ontbreken van basismensenrechten voor deze groepen.

De deal EU-Turkije is dan ook zo opgezet dat enkel de eerste categorie (van de Syrische vluchtelingen) in aanmerking komt voor hervestiging van Turkije naar de EU. Het akkoord stelt dat enkel nationaliteiten met een hoge aanvaardingsratio in de lidstaten in aanmerking komen voor transfer – dit omvat alle nationaliteiten waarvan meer dan 75 procent aanvragen wordt goedgekeurd.

Deze deal heeft in de praktijk dus enkel een effect op Syriërs en blokkeert alle andere nationaliteiten. Het apartheidsregime dat de Turkse regering nu reeds in stand houdt tegenover de Koerdische minderheid verspreidt zich zo, met behulp van de EU-Turkije deal, verder naar een apartheid tussen primaire en secundaire vluchtelingen, vluchtelingen mét en vluchtelingen zónder rechten.

Waterval van rechtszaken

Het Europese bureau voor asielondersteuning EASO (European Asylum Support Office) en de organisatie Vluchtelingenwerk Nederland stelden reeds in uni 2016 een legale nota op die Turkije afkeurt als veilig derde land en 73 juridische argumenten geeft om de EU-Turkije deal aan te vechten. Ze baseerden hun argumenten op de internationale wetten voor vluchtelingen, de EU-asielwetten en de huidige situatie van de vluchtelingen in Turkije.

De juridische nota werd sindsdien reeds in meer dan 100 rechtszaken gebruikt om de deportatie van vluchtelingen naar Turkije te voorkomen, waarbij onder meer het land onveilig wordt verklaard voor Koerdische vluchtelingen die dreigen terug naar Turkije gedeporteerd te worden. Andere rechtszaken haalden het gebrek aan persoonlijke interviews aan tijdens de asielprocedures, wat leidt tot collectieve deportaties van groepen gestrande vluchtelingen zonder het doorlopen van individuele asielprocedures.

Onder druk van deze waterval aan rechtszaken paste het Griekse parlement zijn nationale asielwet aan in april 2016 en werden verdere wetswijzigingen doorgevoerd op 24 juni 2016 om de verstrengde asielprocedures die met de deal verbonden zijn legaal te maken. Zo werd het recht van asielzoekers op een persoonlijk interview voor het Asielcomité (een recht dat ook in de Belgische grondwet en het EU-asielrecht staat) uit de Griekse grondwet geschrapt.

Hoewel de deal EU-Turkije reeds verscheidene malen werd aangeklaagd omwille van de onveilige situatie voor vluchtelingen in Turkije en de illegale deportatie van grote groepen vluchtelingen uit Griekenland, zijn er nog heel wat andere wetten en mensenrechten die door het akkoord worden overtreden.

Dit beleid dat acties onderneemt om gestrande vluchtelingen in Griekenland de weg te versperren en terug naar Turkije te sturen verbreekt artikels 3, 23 en 24 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, evenals de geldende EU-asielrichtlijnen en artikel 33 van de Vluchtelingenconventie.

Deze wetten garanderen het recht op asiel, het recht op een verdediging, het verbod op collectieve deportatie, het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling en het recht op non-refoulement (het recht om niet teruggestuurd te worden naar een land waar de persoon vervolging riskeert, het Frans werkwoord refouler betekent ‘terugjagen’).

Ook mensenrechtenorganisaties als de UNHCR en Amnesty International veroordeelden het akkoord tussen de EU en Turkije van bij de aanvang en wezen op de Europese traditie van mensenrechten en het illegale karakter van collectieve deportaties. De internationale mensenrechtenorganisatie Action Aid stelde zelfs dat de deal de Griekse eilanden omvormt tot gevangeniskampen waar angstige mensen tegen hun wil worden gehouden vooraleer naar Turkije te worden gedeporteerd.

Uitsluiting in plaats van uitwisseling

Dit akkoord wordt dan ook terecht een ‘deal’ genoemd – zo stelt Daphné Bouteillet-Paquet, hoofdjuriste van EASO – omdat er geen internationaal akkoord werd gegeven en er verscheidene mensenrechten worden geschonden.

De deal blijkt verre van legaal en verre van humaan, en werd door grootmachten die mensenlevens inruilen voor een VIP-toegangskaartje tot de EU (in het geval van Turkije) of voor het afhouden van een uit de voegen getreden logistiek probleem (in het geval van Griekenland en de overige EU-lidstaten).

Naast legale en humanitaire overtredingen, vormt ook de reikwijdte van de deal een groot probleem: de uitwisseling van mensenlevens door middel van deze deal kreeg een limiet opgelegd van 72.000 plaatsen in de EU en zal enkel Syriërs toelaten. Vergeleken met de 1,3 miljoen asielaanvragen die in 2015 werden aangevraagd in de EU, de haast 3 miljoen vluchtelingen in Turkije eind 2015 en de meer dan 65 miljoen vluchtelingen wereldwijd, heeft de deal betrekking op minder dan 1/40ste deel van de totale bevolking van vluchtelingen in Turkije, die nog steeds dagelijks toeneemt.

Een laatste kritiek op de deal is dat hij niet eens wordt uitgevoerd: hoewel tijdens de onderhandelingen door EU-ambtenaren vooruitzichten werden beloofd van 6000 hervestigingen per maand, konden de eerste twee maanden na het afsluiten van de deal slechts 177 Syrische vluchtelingen van Turkije naar EU-lidstaten vertrekken. Een jaar na de deal konden slechts een kleine 4000 mensen Turkije verlaten naar een EU-lidstaat.

In de andere richting heeft de deal echter wel het gewenste effect: in de eerste twee maanden werden 390 mensen teruggestuurd naar Turkije en het aantal aankomsten op de Griekse eilanden slonk in dezelfde tijdsperiode met meer dan 20.000 – van 26971 in maart 2016 naar 3650 in april. Deze cijfers leggen het misleidend karakter van deze deal bloot: dit is slechts in naam een uitwisseling van migranten, in werkelijkheid is dit een poging om mensen in reële nood buiten te sluiten.

Een lichtpuntje aan de einder?

Er zijn echter ook enkele positieve zaken te zeggen over de deal: hij vergemakkelijkt vrijwillige hervestiging naar Turkije voor zij die dit wensen en zou op lange termijn moeten leiden tot een verbeterde humanitaire situatie, dankzij 6 miljoen euro die in lokale hulpverlening wordt geïnvesteerd – deze EU-investering gaat niet naar de Turkse regering maar rechtstreeks naar de hulporganisaties ter plaatse.

De deal heeft dus wel het potentieel om het leven van 3 miljoen mensen in de Turkse vluchtelingenkampen net wat leefbaarder te maken. De vraag moet echter gesteld worden over de zin van de hulpverlening van ngo’s ter plaatse. Dit gebeurt immers binnen het kader van een repressief migratiebeleid in een onstabiel land waar apartheid heerst en mensenrechten dagelijks geschonden worden. Is hulpverlening dan niet slechts een aanpak van de symptomen van een crisis, die bij ons niet langer op de agenda staat omdat ze zich nu buiten de EU afspeelt.

Uit deze ingewikkelde historiek kan worden afgeleid dat de crisis niet is opgelost en zelfs niet volwaardig wordt aangepakt. Dit probleem werd verplaatst tot buiten onze grenzen, een trend in het migratiebeleid die door onder andere politiek denker Thomas Gammelthoft-Hansen van het Deense Instituut voor Mensenrechten en de UNHCR reeds werd opgemerkt.

Met het verplaatsen van het probleem tot buiten onze territoriale grenzen, verleggen we het ook voorbij onze empathische grenzen. Verder maken nieuwe migratieroutes, het illegale netwerk van smokkelaars en de onstabiele situatie in Turkije dit bric-à-brac arrangement van beloftes allesbehalve duurzaam, en biedt het allerminst een permanente oplossing voor de huidige (en ongetwijfeld toekomstige) migratiecrisissen.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!