Opinie - Yves Wuyard

Noodkreet uit de thuiszorg

Deze week trok het personeel van de rusthuissector aan de alarmbel. Door het nijpende personeelstekort krijgen ouderen niet de zorg die ze nodig hebben, blijkt uit een enquête van het ACV onder rusthuispersoneel. Minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) wil ouderen daarom langer thuishouden en inzetten op thuiszorg. Maar ook de thuiszorgsector zit op het tandvlees, vertelt Katrien ons.

vrijdag 3 februari 2017 16:52
Spread the love

Katrien is 48 jaar. Ze werkt als verpleegkundige in de thuiszorgsector. Al 25 jaar geeft ze het beste van zichzelf en verzorgt ze haar patiënten met hart en ziel. “Ik heb altijd een passie voor thuisverpleging gehad”, vertelt Katrien. “Het onderweg zijn, de afwisseling en de unieke band met de oudere patiënten hebben mij steeds aangetrokken.” Tegenwoordig heeft Katrien het steeds moeilijker haar job naar behoren uit te oefenen. Een hernia, carpaletunnelsyndroom, stress en aanhoudende vermoeidheid zijn het resultaat van de uitoefening van haar passie.

“Ik hoor mensen vaak zeggen dat het de leeftijd is. Ik zeg dat het de drukke verpleegrondes zijn die hun tol beginnen te eisen. De laatste jaren proppen ze onze rondes alsmaar voller. Je moet net als een koerierdienst van de ene patiënt naar de andere racen. Geen tijd meer voor een tasje koffie en een gezellige babbel met een oudere die voor de rest van de dag niemand anders ziet. Neen, ‘het spijt me Janneke, maar ik moet door, ik heb nog veel werk’. Hetzelfde excuus, elke dag opnieuw. Tijd maken om naar iemand te luisteren is nochtans even belangrijk als de zorg zelf, maar voor ons is het niet meer mogelijk. Hierdoor gaat veel nuttige informatie verloren. Veel informatie verkrijg je nu eenmaal door middel van gesprekken. Wordt er van ons verwacht dat we die gesprekken dan maarin alle haast tijdens het verlenen van de zorg zelf hebben?”, vraagt Katrien zich af. 

‘Het moet niet goed zijn, als het maar veel is’ 

“Dat ik niet de enige ben die dit zo ervaart, bleek onlangs nog toen we met de collega’s iets gingen eten”, vervolgt Katrien. “Tijdens het kiezen van de zaak waar we het best zouden gaan eten, zei een jongere collega erg toepasselijk: ‘Het moet niet goed zijn, als het maar veel is, net zoals in onze job’. Iedereen lachte luid, maar we moesten ook toegeven dat dit de pijnlijke realiteit is. Het personeelsverloop is de laatste jaren dan ook enorm toegenomen. Fulltime is onze job bijna niet meer vol te houden. Twaalf dagen aan een stuk werken, onderbroken diensten, zwaar heffen en tillen, stress om alles gedaan te krijgen en dit aan een bescheiden loon. Veel jongeren willen dit niet meer, en terecht.”

Voltijds is verleden tijd

“Misschien is dit de oorzaak dat onze directie maar zelden een vacature voor een voltijdse baan uitschrijft. De meeste contracten zijn er van tweeëndertig of achtentwintig uur. Deze wekken voornamelijk de interesse van mama’s die de zorg voor hun kinderen nog moeten dragen. Jongeren willen daarentegen voltijds aan de slag en dat is volkomen begrijpelijk. Ze willen een woning, een gezin en wat centjes aan de kant hebben voor als ze later met pensioen gaan. Ons pensioen gaat nu al niet veel voorstellen, als je dan een hele carrière verplicht viervijfde of achtentwintig uur gewerkt hebt, stelt dat pensioen nog minder voor.”

“Tot vorig jaar heb ik voltijds gewerkt. Mijn lichaam laat het echter niet meer toe dit werk voltijds uit te oefenen. Omwille van verschillende lichamelijke aandoeningen werk ik momenteel nog parttime. De dokters vergelijken de slijtage aan mijn lichaam met die van een bouwvakker van dezelfde leeftijd. Natuurlijk zou ik graag voltijds blijven werken tot aan mijn pensioen. Zeker als je weet dat mijn twee oudste kinderen verder studeren en dit financieel niet te onderschatten is. Besparen doe je dan op andere dingen, maar toch. Ik hoop dat er in de toekomst meer geïnvesteerd zal worden in de thuiszorg en de zorg in het algemeen. Als men dit doet, zal het welbevinden van zowel zorgbehoevende als zorgverstrekker drastisch toenemen en op termijn voor minder uitgaven in de sociale zekerheid zorgen.”

Meer thuiszorg met minder centen? 

Het verhaal van Katrien is typerend voor wat er zich in het algemeen in de zorgsector afspeelt. Gezondheidswerkers moeten steeds meer werk op minder tijd verzetten. De impact hiervan is zowel voor het personeel als voor de zorgbehoevende negatief. Door het gebrek aan bedden in de rusthuissector, moedigt Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) de steeds groter wordende groep ouderen aan zo lang mogelijk thuis te blijven. Maar ook in de thuiszorgsector zit het personeel met de handen in het haar. De zorgbehoeften worden zwaarder, het aantal patiënten neemt toe, maar de financiering groeit niet mee. Meer inzetten op thuiszorg en tegelijkertijd zwaar besparen in de sector? Dat is niet logisch. 

Warmere, menselijke keuzes

Willen we echt naar een samenleving waarin we geen tijd meer hebben voor kwaliteitsvolle ouderenzorg? Het is tijd dat we andere maatschappelijke keuzes maken. Warmere en meer menselijke keuzes. Keuzes die zorgverstrekkers terug de mogelijkheid bieden een gezellige babbel te hebben en een tasje koffie te drinken met een zorgbehoevende oudere. Door te investeren in meer personeel, kunnen we de woorden ‘zorgen voor’ terug hun oorspronkelijke betekenis geven.

Meer ‘zorgen voor’ in de zorgsector, dat kan door te kiezen voor een dertigurenweek als nieuwe fulltime. Het experiment met de zesurendag in een rusthuis in het Zweedse Göteborg bewijst dat het werkt. Het personeel krijgt weer de kans om werk en gezin beter te combineren, krijgt weer grip op het leven en komt uitgerust, tevreden en energieker naar het werk. Ook de ouderen varen er wel bij.    

Dat iedereen zolang mogelijk in zijn eigen omgeving wil blijven wonen, is volkomen begrijpelijk. Om dit mogelijk te maken, zal er op een verantwoorde manier geïnvesteerd moeten worden in de thuiszorg. Besparingen en de vermaatschappelijking van de zorg – ieder zelf verantwoordelijk voor zijn eigen zorg en het opvullen van gaten met informele of onbetaalde zorg – zullen niet leiden tot verbetering, integendeel. Laten we de juiste keuzes maken en zorg dragen voor de mensen die ze het meest nodig hebben.

Yves Wuyard is medewerker bij Geneeskunde voor het Volk in Genk

take down
the paywall
steun ons nu!