Een gemeenschappelijke Europese geschiedenis? Niet voor vandaag.
Opinie - Machteld Venken

Een gemeenschappelijke Europese geschiedenis? Niet voor vandaag.

Op maandag bezocht ik in Gda?sk met een groep specialisten het gloednieuwe museum over de Tweede Wereldoorlog, het grootste ter wereld. Op dinsdag besloot een Poolse rechter dat het museum nooit zo geopend zal worden. Graag vertel ik u hier wat u waarschijnlijk nooit te zien zal krijgen, en waarom me dat zorgen baart.

vrijdag 27 januari 2017 11:13
Spread the love




Deze drie foto´s trok ik tijdens mijn bezoek. Wat denkt u spontaan wanneer u deze wagon ziet? Dat hij diende om Joden naar uitroeiïngskampen te transporteren? Dat weten we toch uit talloze films? Het verleden van deze wagon is echter complexer. Deze wagon transporteerde goederen voor Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog, en voor Polen in het interbellum.

Hij werd opgeëist door de Sovjet-Unie in september 1939, en geconfisceerd door Duitsland in 1941. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden wagons als deze gebruikt om allerlei mensen te vervoeren: Poolse staatsburgers naar Siberië, geselecteerden naar een plaats voor gedwongen tewerkstelling, krijgsgevangenen naar concentratiekampen en, onder meer, Joden naar uitroeiïngskampen. Na de oorlog zette de Poolse staat de wagon terug in voor goederentransport. Zonder de omvang van de Holocaust in vraag te stellen, toont dit museum dus dat de Holocaust paste in een breder systeem van terreur.




Aan het begin van de Holocaustafdeling hangt deze foto. Hij toont ons mensen die opgepakt worden door soldaten in het bijzijn van stilstaande getuigen. Museologen hebben twee sleutelbegrippen op de foto aangebracht: daders en getuigen. Ik was net in gesprek met één van de curatoren, toen een man vroeg: ´Maar mijnheer, waar staan de Hongaren op deze foto?´ De curator antwoordde: ´We vinden mensen van alle nationaliteiten in Europa terug onder elk van de categorieën, mijnheer, wij hebben er niet voor gekozen om de daders voor te stellen als zeg maar Duitsers, Hongaren, of Polen´.




In een andere zaal worden de Duitse, Sovjetse en Japanse bezettingsregimes met elkaar vergeleken. Deze foto bijvoorbeeld biedt een nieuwe kijk op de Duitse bezetting in Europa. Achter de vijf poortjes kan de bezoeker telkens ontdekken hoe het dagelijkse leven eruit zag in Polen, West-Europa, Zuid-Europa, als collaborateur, of in een Duitse satellietstaat (zoals Italië). Deze benadering geeft aan hoe geweld anders ingezet werd op verschillende plaatsen, en welke concrete gevolgen dat voor de burgerbevolking had.

Een rij aan vooraanstaande historici en museologen stonden maandag op het podium.  Of ze uit Polen, Frankrijk, Duitsland, Amerika of Rusland kwamen, ze waren het allen roerend eens. In dit museum leert elke bezoeker iets wat het in eigen land moeilijker kan terugvinden.

Gemeenschappelijke Europese geschiedenis

Wat de historicus Stefan Troebst voor Duitsland zei, gaat evengoed op voor Belgie: `Vele Duitsers weten niet wat er in 1939 gebeurde. Ze zijn doorgaans van mening dat de Tweede Wereldoorlog een jaar later begon´. De Russische historica Julija Kantor opperde dat de om en bij 3 miljoen krijgsgevangen uit het Rode Leger, die door soldaten van het Duitse leger voornamelijk in het bezette Polen gedood werden, in Russische musea nauwelijks een plaats krijgen. De Amerikaanse professor en bestseller auteur Timothy Snyder oreerde dat dit museum voor het eerst een gemeenschappelijke Europese geschiedenis over één van de donkerste pagina´s uit haar verleden biedt. Het verlies van dit museum, zo vervolgde hij, is een verlies voor de hele wereld.

Er is zo goed als tien jaar aan dit museum gewerkt. Kort na de toetreding van Polen tot de Europese Unie zocht de historicus Pawe? Machcewicz een uitweg uit de woordenwisselingen van Poolse en Duitse politici over de gedwongen migratie van Duitsers uit Polen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Dat verhaal dient in een bredere context geplaatst te worden, zo meende hij.

Donald Tusk, toen de Eerste Minister in Polen, vandaag de Voorzitter van de Europese Raad (en opvolger van Herman Van Rompuy), zag wel wat in een museum in zijn geboortestad. Het startschot tot de Tweede Wereldoorlog werd immers gegeven niet ver van die stad, op de Westerplatte. Een decennia lang heeft een team van Poolse historici in samenspraak met buitenlandse specialisten de permanente tentoonstelling voorbereid. Zo leverde het Belgische bedrijf Tempora de scenografie, en ook ik schreef een expertise. 

Oorlog is te negatief voorgesteld

Maar een visie op het verleden die verder gaat dan de geschiedenis van de eigen natie staat onder druk. Nadat de Poolse partij Prawo i Sprawiedliwo?? (Recht en Rechtvaardigheid) het grondwettelijk Hof verlamde, het ambtenarenkorps politiseerde en een loopje nam met de oppositie tijdens de begrotingsstemming, is nu de geschiedenis aan de beurt.

De Minister van Cultuur liet al recensies schrijven. Het museum is te internationaal, te weinig militair, legt een te grote nadruk op het lot van de burgerbevolking, en stelt de oorlog enkel in een negatief daglicht. ´Gaat het hier onder meer over de toepassing van penicilline?´, dacht ik nog even vanuit naïef pacifisme. Maar nee, men wil aangeven dat oorlog ´karakters vormt´. 

Het museum wordt vanaf 1 februari 2017 onder dezelfde naam voortgezet, maar krijgt een nieuw directiekorps. Hun doel wordt het museum om te vormen. Het is nog onduidelijk hoe dat precies zal gebeuren, maar Poolse en internationale bezoekers zullen het ongetwijfeld moeilijker hebben er de verhalen terug te vinden van mensen, van waar ook in Europa, die op hen gelijken. Mensen die in extreme situaties fundamentele keuzes moesten maken. ´Mensen´, en laat me hier afsluiten met Pawe? Machcewicz´s woorden: ´die in dezelfde waarden geloofden als degene die ons vandaag zo dierbaar zijn´. 

Dr. Machteld VENKEN is als historica verbonden aan de universiteit van Wenen.

take down
the paywall
steun ons nu!