10 procent grootverdieners krijgen evenveel als 50 procent laagste lonen samen

De 10 procent best betaalde werknemers verdienen samen bijna evenveel als de 50 procent minst betaalde. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). België doet het beter, maar hoelang nog?

zaterdag 17 december 2016 14:53
Spread the love

Ook binnen bedrijven groeit de kloof, stelt de Internationale Arbeidsorganisatie vast. In de bedrijven met het hoogste gemiddelde loon verdient de 1 procent werknemers met het laagste loon gemiddeld 7,1 euro per uur. Hun best verdienende collega’s 844 euro per uur. Dat is maar liefst 118 keer meer.

Kort na de financiële crash van 2008 begonnen de lonen wereldwijd weer te stijgen, maar vorig jaar viel die groei opnieuw stil. Als China, waar de lonen wel nog fors groeien, niet meegerekend wordt, dan stegen de lonen in 2015 met 0,9 procent. Dat is bijna de helft minder dan in 2012.

Die vertraging speelt zich vooral af in Latijns-Amerika, Rusland en Afrika. In de EU stegen de lonen met 1,9 procent. Maar dat laatste cijfer is een gemiddelde en zegt niets over de verdeling van die lonen. In Europa gaan de 10 procent best betaalde werknemers lopen met een kwart van de totale som van alle lonen. Dat is bijna evenveel als wat er overblijft voor de 50 procent minst betaalde werknemers (29,1 procent).

Die loonkloof kan niet alleen verklaard worden door te wijzen op onderwijsniveau of talent. Bij de 30 procent minst betaalde werknemers is meer dan de helft een vrouw. Bij de 1 procent best betaalde is dat nog 20 procent.

Het is trouwens bij die 1 procent dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen het grootst is. Terwijl die loonkloof voor alle werknemers rond de 20 blijft hangen, loopt die bij de 1 procent op tot 50 procent.

De ILO waarschuwt voor de destabiliserende sociale en economische gevolgen van de stagnerende lonen. Werknemers zien dat hun lonen geen gelijke tred houden met de stijgende winst en economische groei en dat leidt tot frustratie. Economisch zetten de lage lonen een rem op de consumptie en de daaraan verbonden economische groei.

Na de overwinning van Trump had Guy Ryder, de directeur-generaal van de ILO, er al opgewezen dat stijgende ongelijkheid en werkloosheid een ideale voedingsbodem zijn voor nationalistische bewegingen.

In België, Zweden en Finland worden de lonen wat eerlijker verdeeld. Ongeveer 35 procent van de totale loonmassa gaat in die landen naar de 50 procent minst betaalde werknemers. De ILO bepleit een collectief loonoverleg op nationaal, sector en bedrijfsniveau en dat is precies wat in ons land gebeurt. Dat tempert de verschillen tussen en binnen bedrijven en sectoren.

Vraag is wel hoelang België nog bij die eerlijke landen blijft horen. Een expert van het ABVV waarschuwde deze week voor de perverse effecten van de hervormde loonwet die net werd goedgekeurd door het kernkabinet.

“Het wetsvoorstel dat nu op tafel ligt, reduceert de interprofessionele loonnorm praktisch tot nul. Door in de onderhandelingen allerlei correctiemarges en andere ‘voorzichtigheidsprincipes’ in te bouwen, is er van een loonnorm geen sprake meer. Dat maakt van het loonoverleg op sectoraal niveau een lege doos”, schrijft Lars Vande Keybus.

En als sterke sectoren door die strakke loonnorm geen uitzicht meer hebben op een loonsverhoging, zouden ze wel eens het hele getrapte overleg kunnen opblazen. Vande Keybus: “Een onwerkbare loonnorm zou tot sociale onrust in de sectoren leiden. Dit zou op zijn beurt voor een implosie van het centraal gestuurd – interprofessioneel – loonoverleg kunnen zorgen. De regering kan daarmee in één klap heel wat solidariteitsmechanismen bij het oud vuil zetten.”

Net op het moment dat België als één van de voorbeeldlanden opduikt in internationale rapporten, dreigt het mechanisme dat zorgt voor een zachtere verdeling van de loonmassa uitgehold te worden.

Om de ontsporing van de CEO-lonen te vermijden, vraagt de ILO zich af het geen tijd wordt om te reguleren. Tot nu toe werd vooral ingezet op transparantie, maar dat belet niet dat CEO inzetten op de korte termijn omdat een deel van hun verloning bestaat uit aandelenpakketten.

Een andere manier om ongelijkheid tegen te gaan, is het invoeren van progressieve belastingen. Die zorgen er voor dat grootverdieners meer belastingen betalen dan de werknemers met lage lonen. De opbrengst van die belastingen kan dan ook nog eens verdeeld worden in de vorm van openbare diensten en sociale zekerheid.

Een beschermd minimumloon is belangrijk maar verhelpt de ongelijkheid binnen bedrijven niet, zo merkt de ILO op.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!