Colombia: vredesakkoorden zonder vrede

Het zicht op vredesakkoorden tussen de staat en de guerrilla-eenheden FARC wekte enorme verwachtingen op. Volgens sommige Latijns-Amerikaanse waarnemers betekent de vrede in Colombia de vrede in Latijns-Amerika. Vandaar de verbijstering en de frustratie toen op 2 oktober laatstleden in een volksreferendum de meerderheid zich kantte tegen de akkoorden. Die bleken onder meer een te weinig strenge aanpak van de regering te weerspiegelen. De rebellen moesten veel harder gestraft worden voor hun misdaden.

dinsdag 6 december 2016 16:36
Spread the love

Sommige analisten uiten hun bedenkingen rond het hele proces en het volksreferendum. Volgens hen klopt het niet dat het ‘Neen’ bij de volksraadpleging triomfeerde, eerder de afwezigheid van de stemgerechtigden. Meer dan 60 procent bleef thuis. Globaal gezien verzette zich dus maar 18 procent van de stemgerechtigde bevolking tegen de vredesakkoorden.

 Strenge straffen geëist

De eigenlijke winnaar van het referendum zou ex-president Alvaro Uribe, de aanvoerder van de neen- stem zijn. Zijn propagandastrategie reduceerde de inzet tot enkele simplistische slogans: de ja-stem zou het land overleveren aan het communisme van Castro en Chávez. Kijk maar naar de crisis in buurland Venezuela. Bovendien ontsnappen de FARC zo aan een aangepaste straf voor hun misdaden tegen de mensheid. Maar ook de grote landeigenaars zagen dreigende wolken bovendrijven. Het akkoord tussen de regering en FARC voorziet voor landloze boeren 3 miljoen hectare braakliggende gronden of terreinen van drugshandelaars die geconfisqueerd en staatseigendom werden. De propaganda van Uribe zag daarin een bedreiging, het zou een aanzet kunnen zijn om landeigendommen te onteigenen. Bovendien voelden grootgrondbezitters zich in het nauw gedreven door de mogelijkheid van een Overgangsjustitie, waarbij de hele waarheid naar boven zou gehaald worden. En daar zou blijken dat heel wat landeigendom bekomen werd door gewapende ingrepen. En daar zouden ook hun banden met paramilitairen aan het licht kunnen komen.

Maar de regering zelf draagt ook schuld. Vooreerst startte ze de campagne van de volksraadpleging te laat. Bovendien maakte ze te weinig onderscheid tussen regeringspropaganda en de pedagogie voor de vrede.

 Wie is Alvaro Uribe?

Hij was president van het land van  2002 tot 2010. Vandaag is hij senator. Grootgrondbezitter. Onder meer in zijn ‘finca’ La Carolina in het departement Antioquia kweekt hij rasstieren. Uit de 206 bladzijden lange aanklacht tegen zijn broer Santiago blijkt dat de uitgestrekte ‘farm’ ook dienst deed als uitroeiingskamp. Het vuile werk – martelingen en executies – werd opgeknapt door een paramilitaire bende met de naam ‘De 12 Apostelen.’ De groep werd opgericht in de jaren ’90. De leden waren vooral handelaars en grote veekwekers. Hun doelwit waren mensen van het verzet, arme families die terreinen bezetten om hun krotjes op te slaan, maar ook aftroggelaars, dieven, ontvoerders en iedereen die als niet gewenst werd aanzien. Het ging vooral om ‘sociale schoonmaak.’ Broer Santiago was een van de organisatoren van de paramilitaire groep. Minstens 533 moorden worden hen aangewreven.

Broer Santiago Uribe werd in 2010 aangehouden op basis van een getuigenis van majoor Juan Carlos Meneses Quintero. Hij getuigde dat jongeren op de ‘finca’ van president Alvaro Uribe getraind werden tot paramilitairen. Het terrein was volgens de majoor te vergelijken met terreinen die de overheid gebruikt om soldaten en politiemannen te trainen. Juan Carlos Meneses kreeg een rondleiding van Santiago Uribe. ‘Hij zei me dat hij de steun van iedereen genoot. Toen dacht ik: dit is opgezet door de voltallige regering, dit wordt gesteund door de hogere legerleiding.’ In 2012 verklaarde de Raad van de Staat dat de misdaden niet alleen getolereerd werden door leden van de veiligheidsdiensten, maar dat sommigen onder hen deelnamen aan moord en terreur in de streek.

We kunnen ons afvragen met welk recht huidig senator Alvaro Uribe strenge straffen eist voor de misdaden van de FARC-leden.

En het leger dan?

Eind 2008 barstte een schandaal los tijdens de regering van Alvaro Uribe. De aanleiding was de ontdekking van de lijken van 19 jongeren afkomstig van Soacha en Ciudad Bolívar, twee gemeenten dicht bij de hoofdstad Bogota, die verdwenen waren. De gruwel bracht meteen andere gelijkaardige feiten aan het licht in Antioquia, Boyacá, Huila, Valle en Sucre. Wat was er aan de hand? Leden van het leger haalden onschuldige jongeren uit de krotwijken, ontvoerder hen, slachtten hen af en lieten hen doorgaan voor guerrillero’s, die door het leger overmeesterd werden tijdens een gewapend treffen. Daarmee wilden de strijdkrachten, die ingezet werden tegen het gewapend verzet, scoren met hun ‘operaties.’ De militaire oversten hoopten daarbij promotie te maken. Verschillende officieren en ondergeschikten werden uit het leger ontslagen. Generaal Mario Montoya, generaal van die afdeling van de strijdkrachten, nam zelf ontslag. Hij werd… benoemd tot ambassadeur in de Dominicaanse Republiek. De openbare aanklager van de natie onderzoekt 3430 gevallen. Meer dan 800 militairen van lage rangorde werden al veroordeeld. Van de 16 generaals die bij de misdaden betrokken waren werd geen van hen in beschuldiging gesteld.

Naast deze afschuwelijke praktijken is het ook voor niemand een geheim dat legereenheden nauw samenwerkten met moorddadige paramilitaire benden.

Nog eens met welk moreel recht claimt ex-president Alvaro Uribe afdoende straffen voor de FARC- leden?

 Vredesakkoorden zonder vrede

Ollantay Itzamná, Quechua, advocaat, antropoloog en bewonderaar van de Maya-cultuur,  stipt een belangrijke vaststelling aan.
De vredesakkoorden met de FARC zullen hoe dan ook geen interne vrede brengen in Colombia, laat staan in Latijns-Amerika. Waarom niet? Omdat het geweld in Colombia vele gezichten heeft. Gewelddadige actoren zijn er bij de vleet: het leger van de staat, paramilitaire benden, het gewapend verzet ELN, drugshandelaars, huurmoordenaars, de georganiseerde misdaad, grootgrondbezitters, mijnbouwmultinationals. De FARC trekken zich terug, maar de andere gewelddadige actoren gaan door. Ollantay Itzamná kijkt hierbij naar het voorbeeld van Guatemala. Einde 1996 werden de vredesakkoorden ondertekend. Maar vandaag, 20 jaar later, worden haast dubbel zoveel mensen vermoord dan tijdens het gewapend conflict. In die zin, besluit Itzamná, garanderen de vredesakkoorden geenszins de vrede. Wel speelt het ophouden van de burgeroorlog in de kaart van het neoliberaal systeem, dat beter gedijt zonder die hindernis om de bevolking verder te beroven.

 Nieuwe afspraken

 Op 30 november keurde het Congres een nieuwe versie van de vredesakkoorden goed. Daarmee kan de concentratie onder VN-controle en de ontwapening van de guerrillaleden een aanvang nemen. Vrede? Executies door de AUC-paramilitairen gaan nog altijd door. Dit leidde tot de waarschuwing op 21 november laatsleden van de leider van de FARC: ‘Een nieuwe genocide doet zijn opmars in Colombia tegen sociale leiders en kan de toepassing van de vredesakkoorden in gevaar brengen.’ Hij verzocht de regering de moorden te stoppen. Toen op basis van een akkoord met de regering van Alvaro Uribe de AUC zich in 2006 ontbonden telden ze 40.000 leden, verspreid over het land. Meerdere chefs werden aan de VS uitgeleverd voor drugshandel. Tussen de jaren 1980 en 2000 vermoordden ze meer dan 3500 personen. En ze maakten zich met wapengeweld eigenaars van zes miljoen hectaren grond. Maar na hun officiële ontbinding gingen velen onder hen verder in nieuwe benden, zoals de ‘Aguilas Negras.’
Er moet dus nog veel gebeuren om een lange geschiedenis van geweld en tegengeweld in het land onder controle te krijgen. De huidige vredesakkoorden zijn hopelijk een begin.

take down
the paywall
steun ons nu!