Waarom deze EU geen lang leven meer beschoren is

Ze leren het maar niet bij de EU. Ze hebben nog niet door dat op dit moment, en eigenlijk al een hele tijd, geen enkel plebisciet gewonnen kan worden. De bevolking van de EU lijkt zich nu in meerderheid te hebben afgekeerd van dit Europa, en lijkt niet meer te paaien met beloften van economische groei, jobs, of wat dan ook.

maandag 5 december 2016 15:43
Spread the love

Een zoveelste referendum, een zoveelste nederlaag voor het pro-EU kamp. De Italiaanse premier Renzi wilde met zijn institutionele vereenvoudiging zijn land competitiever maken – een ultieme “structurele maatregel” zoals de EU ze voorstelt. Om de economische crisis eindelijk het hoofd te bieden moesten het tweekamerstel eraan geloven. Voor een meerderheid van de kiezers betekende dit een aanslag op de democratie, en Renzi ging overdekt met hoon eruit.

Ze leren het maar niet bij de EU. Ze hebben nog niet door dat op dit moment, en eigenlijk al een hele tijd, geen enkel plebisciet gewonnen kan worden. De bevolking van de EU lijkt zich nu in meerderheid te hebben afgekeerd van dit Europa, en lijkt niet meer te paaien met beloften van economische groei, jobs, of wat dan ook. Waarom? Ik geef een paar factoren van datgene wat men “de perceptie” noemt. Maar let op: het is niet enkel perceptie maar ook evengoed feit.

  • De EU raakt maar niet af van zijn imago van antidemocratische pletwals die optreedt in naam van economische belangen. Meer nog, dat imago wordt keer op keer versterkt. Het is tekenend dat de inzet van het Italiaanse referendum precies dàt was: een “modernisering” (lees: erosie) van de democratische besluitvorming om de economische besluitvorming te vergemakkelijken. De EU burgers hebben door dat hun nationale politici de EU graag gebruiken om economische en sociale maatregelen door te drukken die via het nationale plebisciet nooit goedgekeurd zouden raken – denk aan de “liberalisering” van de spoorwegen, waarvoor geen enkel draagvlak bestaat in eender welke lidstaat. OF handelsakkoorden zoals CETA en TTP, die evenmin op de gratie van de kiezers kunnen rekenen. Het tekent de wereldvreemdheid van de Eurocraten dat men, als antwoord op de Waalse oppositie tegen CETA, enkel maar kon bedenken dat handelsakkoorden van dat type in de toekomst niet langer meer via democratische subsidiariteit zouden mogen beslist worden. Wanneer de democratie de economische belangen stoort, moet die democratie er maar aan geloven – dat is de lijn die men in de EU volgt.
  • De EU raakt evenmin af van het imago van naar corruptie neigend affairisme en belangenverstrengeling, van draaideurpolitiek, van een lobbycratie. De Eurocraten zijn bijzonder gul voor zichzelf: de lonen, fiscale voordelen, bonusjes en post-loopbaan vergoedingen zijn astronomisch, en die Eurocraten – ook vaak gezien als afdankertjes van de nationale politiek – laten zich dan nog eens flink vertroetelen door de industriële lobby’s die om hun gunsten dingen. Barroso en z’n afgezwaaide ploeg eurocommissarissen cumuleerden snel bijna 100 bestuursmandaten in privé-ondernemingen. Barroso zelf ging zich inzetten voor het bedrijf dat stilaan de fabriek van de wereldpolitiek lijkt te zijn: Goldman Sachs (waar ook de ECB baas Draghi vandaan kwam). Steeds meer EU-burgers snappen dat de Eurocraten liever naar boven kijken dan naar beneden wanneer ze hun beslissingen voorbereiden, en dat ze EU-mandaten gebruiken als opstapje naar zeer mooi vergoede einde-loopbaan betrekkingen bij bedrijven wier belangen ze hebben gediend. Dat ze structureel en chronisch corrupt zijn, met andere woorden.
  • De EU doet het ook slecht. De beloften van economische voorspoed, van stabiliteit en solidariteit, en van vrede en mensenrechten – geen van die beloften blijft overeind. Sinds de crisis van 2008 is de EU het kneusje in de wereldeconomie. Die crisis zelf is aangepakt op een manier die zowel radicaal fout is, als onrechtvaardig. De private banken die de crisis veroorzaakten zijn niet aangepakt – integendeel, zoals we zagen staan ze dichter dan ooit bij de macht. De gigantische economische schade die ze hebben veroorzaakt is afgewenteld op de bevolkingen via een “herstelbeleid” dat austeriteit heet, waarvan zowat iedereen zegt dat het niet alleen niets oplost maar de situatie nog verslechtert. Het “herstelbeleid” in Griekenland, bijvoorbeeld, heeft het Griekse BBP met zowat een kwart doen dalen. Elders in de EU – ook waar de bankencrisis minder ernstig huis hield – grijpt men het Europese austeriteitsbeleid beleid aan om een uitsluitend ideologische agenda door te voeren: “flexibilisering van de arbeidsmarkt” – lees lagere lonen, neutralisering van de vakbonden en versoepeling van het ontslagrecht en de contractuele verplichtingen. Intussen wordt er niets gedaan aan de fiscale concurrentie binnen de EU, die de “race to the bottom” aandrijft, en blijft men cruciale maatregelen in handen geven van informele, schimmige structuren zoals de Eurogroep en de Trojka. Die perverse marsrichting blijkt ook overduidelijk gedicteerd door de grote economische machten binnen de EU – Duitsland op kop – en wordt op hypnotische wijze gevolgd, ook wanneer alle indicatoren een andere koers dicteren, en ook wanneer men daardoor grote politieke rampen riskeert. 

De bevolking heeft zeer weinig waardering voor wat zonneklaar is: dat de schuldigen van de crisis nog vaster in het pluche zetelen, en dat de slachtoffers ervan al bijna een decennium lang uitgeknepen en uitgebuit worden – en daarnaast nog geblameerd worden voor het falen van het herstelbeleid ook. Wat eveneens zonneklaar is, is dat tegenspraak, dissidentie en sociaal protest tegen deze absurde en onrechtvaardige koers steeds vaker met arrogante weerleggingen gecombineerd met staatsgeweld worden beantwoord. En wat zeker zonneklaar is, is dat de EU in haar huidige vorm geen partner is voor de bevolkingen. Voor wie ze wel een partner is, blijft niet geheel duidelijk. Maar duidelijkheid hoeft zelfs niet, want men weet voor wie deze politieke machinerie niet werkt: voor ons.

De EU is in de ervaring van haar bevolkingen een instrument geworden voor massale verarming, voor het verlies van rechten waarvan men zei dat ze fundamenteel waren, voor de uitholling van de democratie. Het is, in de ogen van een reeds enorme massa van haar burgers, een gevaar geworden, een vijandig regime dat men zo snel mogelijk weg wil. En dat zal ook gebeuren zolang de Eurocraten het “business as usual” blijven fluiten, zichzelf als onbegrepen weldoeners blijven voorstellen, en niet in staat blijken een heel andere koers te varen. En die koers, die vinden ze, vreemd genoeg, in hun eigen handvesten en verdragen.

Bij elke verkiezing, bij ieder referendum, is de EU nu een soort van spook-partij geworden. En mensen willen die partij van de macht af, wat Eurocraten als Verhofstadt er ook van mogen denken.

take down
the paywall
steun ons nu!