Opinie - Hart Boven Hard

De zorgwekkende toestand van de zorg

Wie nooit ziek zal worden, mag nu opstaan. Wie niemand in zijn brede familie heeft die extra zorg nodig heeft voor een langdurige aandoening, hoeft niet verder te lezen. En wie geen kennissen heeft met kinderen met een beperking, trakteren we zelfs een jaar lang. Iemand?

donderdag 24 november 2016 16:13
Spread the love

Nee, niemand. Zorg, medische hulp, psychische begeleiding, sociale opvang: het zijn voorzieningen waar iedereen vroeg of laat heel blij om is dat ze bestaan. Voor je kind van drie, voor je ouders van tachtig, voor nabije vrienden, voor jezelf. Niets maakt mensen meer gelijk dan ziek zijn of zorgbehoevend zijn. Niemand kan zich verzekeren tegen ongelukken die je leven kunnen omgooien, of de geboorte van een kind dat anders is.

Daarom zou iedereen, los van rang of stand of politieke voorkeur, zich ernstig zorgen moeten maken over wat er momenteel gebeurt in de zorg, en in de voorzieningen voor mensen met een beperking.
Daarom steunt Hart boven Hard het zorgpersoneel dat donderdag 24 november op straat komt voor werkbaar werk en betere zorg. Daarom steunen we ook de ouders van kinderen met een beperking die zondag 27 november een mars organiseren in Brussel.

Waarom? Omdat de gezondheid van een maatschappij valt af te meten aan hoe ze omgaat met wie ziek is. Omdat haar normaliteit direct samenhangt met hoe hard ze rekening houdt met wie per toeval buiten de norm valt. Omdat je je meer en meer kan afvragen of België nog wel gezond bezig is. En of je ons regeringsbeleid nog wel normaal kan noemen?

Gezondheidszorg? Pak de zieke aan!

Het stond gisteren op de voorpagina van De Morgen: voor het eerst besteden we meer geld aan ziekte-uitkeringen dan aan werkloosheidsuitkeringen. In de sociale zekerheid wordt de daling in de kosten voor werkloosheid tenietgedaan door een evenredige stijging in de uitgaven voor chronisch zieken. Het aantal burn-outs, depressies, rugproblemen en andere beroepsziekten stijgt immers zorgwekkend: 2,5 miljoen Belgen kampen met een langdurige ziekte of handicap. Dat is bijna één op vier. Het aantal langdurig zieken steeg tussen 2014 en 2015 met 8%, zo berekende het kabinet De Block eerder deze maand.

Kan er een verband zijn met het beleid van steeds meer, langer en flexibeler moeten werken? Volgens onderzoek van Securex ervaart in België bijna twee op de drie werknemers stress op het werk: een stijging met 18,5% tegenover 2010. Bijna alle werknemers die aangeven stress te ervaren, achten die schadelijk voor hun gezondheid (97%). Eén op vier werknemers heeft meerdere klachten zoals hoofdpijn, slaapstoornissen en concentratieverlies. Eén op de tien zakt zelfs verder af naar een reële burn-out. De verhoogde werkdruk maakt ziek.

Oplossing van het kabinet De Block: het aantal langdurig zieken terugschroeven door ze sneller weer aan het werk te zetten, onder meer met extra controles. Vergelijk het met bootvluchtelingen weer in zee gooien om het aantal asielaanvragen te drukken. In plaats van in te zetten op werkbaar werk en preventie, zaait de minister van Volksgezondheid liever wantrouwen tegenover de zieken. Deze symptoombestrijding is de moeder van de berekende becijfering. Het aantal nieuwe arbeidsongeschikten stijgt immers sterker dan het aantal personen dat opnieuw aan het werk gaat. Een gezonde samenleving maakt werk van gezondheid. Een zieke samenleving bestrijdt de zieken zelf.

Aan het begin van de begrotingsbesprekingen had Maggie De Block met grote stelligheid verkondigd ‘dat haar zakken dichtgenaaid waren’: nog meer besparen op zorg kon niet. Niet veel later lekte uit dat de regering toch nog ruim 900 miljoen euro uit het gezondheidsbudget zou knippen. De minister zwoer dure eden: ‘de zieke zal de besparingen niet voelen’, want ‘we gaan niet voor de botte bijl, maar voor een fijn scalpel’.

Hoezo, zieken zullen de besparingen niet voelen?

1. De prijs van een eenpersoonskamer in een ziekenhuis stijgt tot 1.460 euro per dag, door de onderfinanciering van de ziekenhuizen en de gulzigheid van sommige artsen-specialisten. Eén op drie ziekenhuizen zit in de rode cijfers, door structureel ontoereikende overheidssteun. De patiënt moet steeds sneller ‘afgewerkt’ worden, terwijl hij meer en meer zal moeten betalen. ‘Voor het personeel is het net niet verzuipen’, getuigt de directeur van het ziekenhuis van Deinze. ‘En we doen het in België al met veel minder verpleegkundigen dan in de andere Europese landen.’

2. Zieken en ouderen voelen de krappe bezetting van zorgpersoneel aan de lijve. Geen tijd voor hulp bij de maaltijd of voor een bemoedigend praatje. Je blijft dan nog maar wat langer liggen met die natte pamper. De frustraties van het personeel en de noden van de zieken botsen op hetzelfde harde besparingsbeleid: de werkdruk in de zorg stijgt, de kwaliteit van de zorg daalt.

3. Ook verschillende geneesmiddelen voor chronische gezondheidsproblemen worden heel wat duurder. Door de verminderde terugbetaling van antibiotica zullen patiënten tot 75% van het medicijn zelf moeten betalen. Niet de zieken worden gespaard, wel de Pharma-lobby. Ook de apothekers geven alarmerende signalen: zij hebben het water aan de lippen.

4. Op de werkingsmiddelen van de wijkgezondheidscentra, onze kroonjuwelen van goedkope eerstelijnszorg voor de meest kwetsbaren, wordt 7 miljoen beknibbeld. En de erkenning van geplande nieuwe centra wordt voor zes maand bevroren. Hun focus op preventie wordt dus afgebot. ‘Bovendien is de besparing virtueel’, aldus dokter Jan de Maeseneer. ‘Wie niet in een centrum terecht kan, gaat naar de prestatiegeneeskunde en de specialisten, wat meer zal kosten.’

Het is een terugkerend verhaal: wat doorgaat voor besparingen, voor ‘gezond budgettair beleid’, zal straks juist duurder uitvallen. Niet alleen voor onze financiële balans, maar vooral voor de mensen in de zorg zelf. En dan blijkt al snel dat mensen helemaal niet gelijk zijn in het ziek zijn. ‘Wegens de stijgende kosten gaan minder gegoeden een doktersbezoek uitstellen’, klinkt het bij de CM. ‘Daardoor wordt hun aandoening erger en de behandeling dus duurder en complexer.’ Dat stelt ook Gijs Van Pottelbergh van het Academisch Centrum voor Huisartsengeneeskunde. ‘Het gebrek aan investeringen komt de maatschappij duur te staan.’ Willen we gezondheidszorg én economie gezond houden, dan is de klassieke besparingslogica niet langer het geschikte medicijn.

Zorg nodig? Er zijn nog 10.000 wachtenden voor u…

Wat we in Vlaanderen doen, doen we beter? Het Vlaamse welzijnsbeleid van minister Van Deurzen wordt nog steeds gekenmerkt door lange wachtlijsten: in de woonzorgcentra, in de gehandicaptensector, in de jeugdbescherming… Alleen al in de sector voor mensen met een beperking zijn er zo’n 20.000 opvangplaatsen of intensieve begeleidingen te kort. De extra investeringen van de Vlaamse regering zouden volgens voorspellingen slechts 1.500 plekken bij creëren. Tegelijk doen alsmaar meer jongeren en hun ouders een beroep op crisishulp: 65 van hen krijgt op korte termijn hulp, voor 8% is de wachttijd langer dan een jaar. Een bewijs dat er permanent geïnvesteerd moet worden in uitbreiding en efficiëntie van het aanbod.

Voor vele families van mensen een beperking is geschikte hulp steeds moeilijker te vinden, zodat ze nooit volwaardig aan de maatschappij kunnen deelnemen. Neem het M-Decreet: het brengt kinderen terug naar het regulier onderwijs, maar door budgettaire beperkingen krijgen zij daar niet de ondersteuning die er wel is in het bijzonder onderwijs. Van één leerkracht per zes kinderen komen zij in een omgeving met één leerkracht per 25 à 30 kinderen. In vergelijking met het Zweeds model (per nood een extra leerkracht) loopt Vlaanderen nog ver achter – ook ten koste van het welzijn van de leerkrachten zelf.

Daarom organiseren drie moeders met een kind met een beperking nu zondag een mars in Brussel. Ze zijn het moe: ‘Wanneer je in dit land een beperking hebt, dan beland je in een wereld die beheerst wordt door termen zoals PAB, VAPH, FOD, JAC, een eindeloze stoet… Als je je weg erin kunt vinden, behoor je tot de gelukkigen. Maar een groot deel van de mensen met een beperking vindt de weg niet en krijgt dus ook geen hulp. Dat begint vaak zeer vroeg. Kinderen die net wat anders zijn, lopen een groot risico dat ze op school worden geweigerd, weggestuurd, geschorst… en nergens anders meer een plek vinden. Dus zitten ze thuis, zonder toegang tot onderwijs, zonder begeleiding. Geen kat die ernaar omkijkt.’

We zijn een van de welvarendste landen ter wereld, maar slagen er niet om de resterende gaten in ons opvangnet te dichten. Integendeel, die gaten trekken weer open. Een moeder die in hongerstaking moet gaan om hulp te krijgen voor haar gehandicapt kind, ouders die ministers in gebreke stellen omdat hun kinderen in de kou blijven staan, een jongen die sterft in een tentje omdat er geen opvang is: het zijn geen uitzonderlijke gevallen, maar serieuze alarmsignalen uit een samenleving die haar eigen ‘verlichte’ basisrechten opoffert aan het cijferfetisjisme van een doldraaiend systeem. Pappen en nathouden volstaat niet meer.

Het stuur moet om!

De koers van ons huidig zorgbeleid vormt geen logische correctie op dat systeem, maar zwengelt de motor juist mee aan. Het zoekt zijn oplossingen in twee verkeerde richtingen:  

1. Privatisering: staat onze visie op zorg dezelfde toekomst te wachten als heel wat sociale voorzieningen in Antwerpen? Daar is de daklozenopvang nu uitbesteed aan het private bewakingsmultinational G4S. Andere voorzieningen zullen volgen, de overheid levert zijn basistaken uit aan de markt. Alsof zorg en opvang alleen nog een droge begrotingspost is, en niet langer iets wat medemenselijkheid en opgebouwde expertise vraagt?

Zorg wordt overigens niet goedkoper als je ze privatiseert. Wel integendeel. De OESO toont aan dat vermarkten van de zorg net hogere facturen oplevert. Zo blijkt de impact op de efficiëntie en de kwaliteit van de zorg in Nederland ronduit negatief. Ook hier klaagt zorgend personeel in private instellingen over verwaarlozing van bejaarden en een chronisch gebrek aan personeel. Drie maaltijden per dag voor minder dan vijf euro leveren geen gezond en smakelijk voedingspatroon op. Wie twijfelt aan de noodzaak van kwaliteitsvolle ouderenzorg, moet zich maar eens inbeelden dat hij/zij zelf over twintig jaar in dergelijke omstandigheden wordt opgevangen en verzorgd. Intussen blijkt uit de rusthuisbarometer van de socialistische mutualiteit dat voor vier op vijf senioren het inkomen of het pensioen niet volstaat om de rusthuisfactuur te betalen. Vinden we dat normaal?

2. Persoonsvolgende financiering: verzorg jezelf, dan word je sneller beter? Mensen met een beperking krijgen een rugzakje met hun persoonlijk budget. Eerst moeten ze beroep doen op hun persoonlijk netwerk en/of gezinshulp en poetsdiensten. Daarna komen pas andere diensten in aanmerking. Alleen horen we nu al van sommige betrokken ouders dat er rond dit persoonlijke budget-systeem een spel van concurrentie en winstbelangen tussen hulpverleners begint te spelen, om de budgetten binnen te halen – los van of cliënten daar echt op de juiste manier mee geholpen worden.

Ook hier ligt verdere commercialisering op de loer. Gespecialiseerde professionele zorg kunnen ze slechts inkopen als het heel erg nodig is. De overheid trekt zich terug en noemt dat ‘vermaatschappelijking van de zorg’. Zo’n trek-je-plan systeem is nefast voor de meest kwetsbare mensen zonder sociaal netwerk. Kunnen we blijven zwijgen in een maatschappij waar niet iedereen een gelijk recht heeft op verzorging, terwijl onze regering een veelvoud van de benodigde middelen investeert in oorlogsuitgaven?

Samen met patiënten en verzorgend personeel zal Hart boven Hard op donderdag 24 november en op zondag 27 november zijn stem laten horen voor menselijkheid boven berekening. Wees erbij!

Zorg en welzijn zijn basisrechten, geen commerciële diensten. Wij pleiten voor méér wijkgezondheidscentra, voor betaalbare hulpverlening, voor een overheid die zijn verantwoordelijkheid neemt voor een kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg, voor een andere visie op werk en menselijke arbeidsomstandigheden voor zorgverleners. Onze gezamenlijke gezondheid en opvang is ons te waardevol om ze over te laten aan allerlei economische en politieke tendensen die de samenleving dreigen te verzieken.

Vandaag trokken we reeds door Brussel maar en op zondag 27 november doen we dat opnieuw. Dan vertrekt de Mars voor Acceptatie en Gelijkwaardigheid om 14u aan het Centraal Station. We vinden elkaar daar.

take down
the paywall
steun ons nu!