De klimaatconferentie van Marrakesh in 7 punten

De omslag naar een koolstofarme economie is ingezet. Iedereen weet dat de transitie onvermijdelijk en onomkeerbaar is. Maar, de inspanning moet aanzienlijk opgedreven worden en de contradicties in het beleid moeten er uit.

zondag 20 november 2016 14:20
Spread the love

In Parijs slaagden 196 landen en de EU er in om tot een ambitieus akkoord te komen om de klimaatopwarming aan te pakken. Minder dan een jaar later ratificeerden voldoende landen het akkoord zodat het op 4 november van dit jaar juridisch bindend werd. Ondertussen verknoeide de verkiezing van Donald Trump echter de positieve dynamiek die er wereldwijd bestond om het akkoord van Parijs effectief uit te voeren. In 7 punten vatten we vanuit een vakbondsperspectief het antwoord samen dat de klimaatonderhandelaars op deze dramatische ontwikkeling gaven in Marrakesh.

  1. De doelstellingen van het klimaatakkoord. Om de klimaatconferentie van Marrakesh te kunnen evalueren moeten we het resultaat afzetten tegen de doelstellingen van het Akkoord van Parijs.[1] De 197 partijen van het verdrag beslisten vorig jaar om (1) de opwarming van de aarde onder de 2°C te houden en er naar te streven om die te beperken tot 1,5°C, (2) er voor te zorgen dat alle landen zich kunnen aanpassen aan de klimaatopwarming en (3) om de wereldwijde financiële stromen af te stemmen op het pad naar lage emissies en klimaatresistente ontwikkeling. Niemand in Marrakesh heeft de urgentie van deze gigantische uitdaging één seconde in twijfel getrokken.
  2. De start van de uitvoering van het akkoord van Parijs. De conferentie van Marrakesh werd aangekondigd als de COP (jargon voor conferentie) van de actie. De klimaatonderhandelaars werden er elke dag in vijf talen aan herinnerd op de vele vlaggen die langs de wegen hingen naar het conferentiecentrum. Hoewel het gepaard ging met aanzienlijk getouwtrek tussen de landen slaagden ze er uiteindelijk in om een groot aantal praktische afspraken te maken over de uitvoering van de beslissingen van Parijs. Er werden amper inhoudelijke beslissingen genomen; wel veel werkafspraken over kalenders van vergaderingen, rapporten die opgesteld moeten worden en workshops die georganiseerd zullen worden. Cruciaal is dat de klimaatconferentie van 2018 (die zal doorgaan in Polen) een grondige evaluatie zal maken van het lopende klimaatbeleid en van de richting die we vervolgens uit moeten. Tegen dan zal ook het belangrijke rapport van de klimaatwetenschappers van het IPCC beschikbaar zijn over scenario’s naar de 1,5°C-doelstelling.[2] 2018 wordt dus het volgende sleutelmoment om de klimaatambitie van de landen op te schalen.
  3. Een politiek signaal voor Donald Trump. Omdat een waslijst aan logistieke afspraken niet van die aard is om indruk te maken op de recent verkozen klimaatscepticus als president van de Verenigde Staten ondertekenden alle landen een politieke verklaring, de MARRAKECH ACTION PROCLAMATION FOR OUR CLIMATE AND SUSTAINABLE DEVELOPMENT[3]. Deze werd unaniem ondersteund door alle partijen. Zij benadrukken dat het momentum van Parijs onomkeerbaar is. Voorlopig blijft het echter bang afwachten wat Donald Trump van plan is. Indien hij de stekker eruit trekt kan dit niet alleen nefast zijn voor de huidige positieve dynamiek in de klimaatonderhandelingen. Ook praktisch, bv. voor de financiering van het klimaatbeleid, zou het een aanzienlijke klap zijn. Het is alvast aan de andere landen om op een geloofwaardige manier een leidersrol op te nemen.
  4. Onmiddellijke actie ondernemen. In Parijs erkenden de landen expliciet dat de klimaatplannen die nu op tafel liggen onvoldoende zijn om de opwarming onder de 2°C te houden. De Verenigde Naties berekenen elk jaar wat het tekort is aan emissiereducties.[4] De Marokkaanse minister Hakima El Haite en Franse ambassadrice Laurence Tubiana kregen daarom vorig jaar de opdracht om samen met actoren uit het bedrijfsleven en het middenveld op korte termijn klimaatacties te ondersteunen. In Marrakesh hebben ze dit initiatief verder uitgewerkt.[5] Ze verdienen alle steun aangezien alle actoren (lokale besturen, bedrijven, organisaties, enz.) hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. Toch heeft deze oproep naar het middenveld in Europa om maatregelen te nemen in de periode tot 2020 een wrang kantje. De Europese regeringen zijn immers zelf niet bereid om hun doelstellingen op te trekken, ook al zijn die ruim onvoldoende en worden ze in vele landen reeds overschreden.
  5. Financiële stromen moeten omgegooid worden. Artikel 2 van het akkoord van Parijs stelt heel duidelijk dat de financieringsstromen in de wereld omgegooid moeten worden in functie van de transitie naar een koolstofarme samenleving. Om dit te realiseren is een fundamentele wijziging van het discours nodig. Het klimaat redden mag niet langer alleen gezien worden als een budgettaire kostenpost. De klimaatschade loopt vandaag reeds hoog op. Waar het om gaat, is het inzetten van alle beschikbare investeringsmiddelen in de transitie naar de koolstofarme economie. Dit is geen kost, dit is een investering in het veilig stellen van de toekomst die tegelijk ook economisch zinvol is en jobs zal creëren. In Marrakesh hebben we gezien dat de rijke landen enerzijds vooruitgang boeken op hun pad om de beloofde 100 miljard dollar per jaar tegen 2020 te realiseren. Anderzijds kan en moet het heroriënteren van de financiële stromen sneller en beter. Het kostte bv. heel wat moeite om tijdens de onderhandelingen de toekomst van het Adaptatiefonds te verzekeren. Dit is nochtans een bijzonder efficiënte en noodzakelijke financieringsbron voor adaptatieprojecten in het zuiden.
  6. Jobs en sociale bescherming voor alle werknemers. Het klimaatakkoord van Parijs stelt duidelijk dat de belangen en de jobs van werknemers beschermd moeten worden in de transitie naar een koolstofarme economie.[6] In Marrakesh beslisten de landen om een technische experten-werkgroep op te zetten die het belang van economische diversificatie en een rechtvaardige transitie verder moet uitwerken. Dit is weer een stapje vooruit binnen de onderhandelingen. Het is echter vooral op niveau van de klimaatplannen van de landen dat nu het werk moet gebeuren. In hun klimaatplannen moeten ze expliciet de sociale dimensie van het klimaatbeleid meenemen. Het ambitieuze klimaatbeleid dat vandaag nodig is, maakt geen kans indien er niet gezorgd wordt voor begeleidende sociale maatregelen die er voor zorgen dat er nieuwe jobs komen in de koolstofarme economie, sociale bescherming verzekerd is voor mensen die hun job verliezen in de op fossiele grondstoffen gebaseerde sectoren, vorming en opleiding georganiseerd wordt voor de nieuwe vaardigheden die nodig zijn, enz. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) heeft een zeer gebruiksvriendelijke en concrete handleiding gemaakt om de landen hierbij te helpen.[7]

Positief nieuws!
Federaal minister Marie-Chrisitine Marghem gaf in Marrakesh aan dat zij het een goed idee vindt om een dialoog te starten met haar collega minister Kris Peeters (verantwoordelijk voor werk) en de sociale partners over de sociale aspecten van het klimaatbeleid. Ook de Waalse regering neemt deze taak op via een studie over de rechtvaardige transitie die met de sociale partners uitgevoerd zal worden.

  1. Meer daadkracht, vertrouwen en draagvlak. De omslag naar een koolstofarme economie is ingezet. Iedereen weet dat de transitie onvermijdelijk en onomkeerbaar is. Maar, de inspanning moet aanzienlijk opgedreven worden en de contradicties in het beleid moeten er uit. Van die laatsten zijn er nog teveel: zoals de vele landen die nog steeds nieuwe steenkoolcentrales bouwen of ons land dat er niet in slaagt om de gesubsidieerde vervuiling met bedrijfswagens aan te pakken. Tegen de klimaatconferentie van 2018 moeten de landen met maatregelen op het terrein tonen dat ze het akkoord van Parijs ernstig nemen. Enkel dit kan het nodige vertrouwen geven om de volgende stap naar nog verdergaande reducties in te zetten. Ondertussen moet het draagvlak bij de bevolking voor dit beleid zorgvuldig opgebouwd worden. Rechtvaardigheid is hierbij een cruciale factor. Dit is het enige mogelijke antwoord op de kortzichtige strategieën van de klimaatontkenners in het Witte Huis en overal elders.

Bert De Wel
Raadgever klimaat- en energiebeleid ACV

[1] http://unfccc.int/files/essential_background/convention/application/pdf/english_paris_agreement.pdf

[2] https://www.ipcc.ch/report/sr15/

[3] http://unfccc.int/files/meetings/marrakech_nov_2016/application/pdf/marrakech_action_proclamation.pdf

[4] http://web.unep.org/emissionsgap/

[5] http://unfccc.int/paris_agreement/items/9951.php

[6] “Taking into account the imperatives of a just transition of the workforce and the creation of decent work and quality jobs in accordance with nationally defined development priorities,”

[7] http://www.ilo.org/global/topics/green-jobs/news/WCMS_422575/lang–en/index.htm

take down
the paywall
steun ons nu!