Negen redenen waarom verkiezingen VS niet eerlijk verlopen
Analyse -

Negen redenen waarom verkiezingen VS niet eerlijk verlopen

Donald Trump heeft gelijk: het verkiezingssysteem van de VS is 'rigged', maar niet in zijn nadeel. Tussen alle mediadrukte van de laatste campagnedag door, een blik op een systeem dat inherent fout zit, met een samenvatting van een artikel van Jon Schwarz, medewerker van de Amerikaanse website The Intercept, aangevuld met eigen opmerkingen en toelichtingen.

maandag 7 november 2016 20:14
Spread the love

Journalist Jon Schwarz van de Amerikaanse alternatieve nieuwssite The Intercept (waar ook Glenn Greenwald aan meewerkt) vat in negen punten samen wat er aan het Amerikaanse verkiezingssysteem scheelt, reeds van bij het ontstaan van de VS (citaten uit het artikel Nine Ways the U.S. Voting System Is Rigged But Not Against Donald Trump staan tussen “”).

“Het Amerikaanse verkiezingssysteem is zo ontworpen dat het in het algemeen de toegang van derde partijen en kandidaten systematisch verhindert en in het bijzonder er voor zorgt dat mensen zonder geld en etnische minderheden niet aan de bak komen. Donald Trump heeft dus groot gelijk: het systeem is ‘rigged’.”

Rigged?

De oorsprong van het woord ‘rigged’ ligt bij de zeilvaart. Een ‘rig’ is een zeilboot en een zeilboot die volledig uitgerust is met alles wat er bij hoort is ‘rigged’. Deze termen hebben in het taalgebruik een pejoratieve betekenis gekregen, in de zin van ‘geprutst’, ‘in elkaar geknutseld’, ‘amateuristisch’ en ‘bedrieglijk’ wanneer iets ogenschijnlijk goed hersteld lijkt, maar in feite met haken en ogen aan elkaar hangt.

“Voor een deel is de ‘rigging’ doelbewust gedaan, reeds door de Founding Fathers. Daarna is het systeem steeds weer aangepast door een economisch systeem waar de top 0,1 procent bijna evenveel rijkdom hebben als de bodem 90 procent. Dat systeem is een gigantisch obstakel voor gewone mensen om hun veronderstelde macht uit te oefenen in een veronderstelde democratie:”

1. Registratie als kiezer

In de VS moet je je zelf registreren als kiezer. Ongeveer 50 miljoen Amerikanen die wel stemgerechtigd zijn, zijn niet geregistreerd als kiezer. In de meeste democratieën ben je automatisch een kiezer zodra je op het bevolkingsregister staat en de vereiste leeftijd bereikt hebt.

Die niet-geregistreerde kiezers zijn jong, arm en minder wit dan de geregistreerde kiezers. Het zijn ook net die burgers die voor een meer progressieve politiek zijn, zoals minimumlonen en openbare gezondheidszorg. Het zijn ook net die kiezers die niet geïnformeerd zijn over hun rechten, niet weten waar ze terecht kunnen of doelbewust door de administraties worden tegengewerkt. Alleen de staten Oregon, California, West Virginia, Vermont (van Bernie Sanders) en Connecticut hebben pas sinds enkele jaren een vorm van bijna automatische registratie (je moet je slechts éénmaal registreren, waarna je levenslang geregistreerd kiezer bent in die staat, dus niet telkens opnieuw bij elke verkiezing).

2. Verkiezingen op een werkdag

De verkiezingen hebben altijd plaats op een werkdag. Mensen met minder geld, een minder zekere baan, een lagere opleiding zijn minder geneigd om vrij te nemen om te gaan stemmen. Ze leven ook meer in arme wijken, waar minder stembureau’s worden voorzien, moeten met het slechte openbaar vervoer naar het kiesbureau en de wachtrijen zijn er veel langer dan in witte, welvarende wijken (omdat er systematisch minder kiesbureau’s worden voorzien, die bovendien dikwijls van plaats veranderen, zie verderop in deze lijst).

3. Gerrymandering en geografie

De grenzen van kiesdistricten worden in de VS voortdurend gewijzigd. Een voorbeeld: wanneer in een bepaald kiesdistrict door demografische evolutie veel meer zwarte kiezers zijn, gaat de slinkende witte meerderheid die over twee of drie ‘nieuwe’ kiesdistricten verdelen, zodat de zwarte kiezers in die nieuwe districten opnieuw een kleine minderheid zijn.



Deze cartoon van een salamander werd in 1812 getekend op de hertekende map van een kiesdistrict in Boston, op bevel van gouverneur Gerry, waarna deze praktijk ‘gerrymandering’ werd genoemd (WikiMedia Commons)

Deze praktijk om kiesdistricten steeds weer te hertekenen wordt ‘gerrymandering’ genoemd. In 1812 besloot Elbridge Gerry, gouverneur van de staat Massachusetts, een kiesdistrict in Boston zo grillig te hertekenen dat de Democratische Republikeinen (zoals de Republikeinen oorspronkelijk heetten) hun demografische minderheden in een aantal stadswijken konden samenvoegen om zo toch de verkiezingen te winnen, in het nadeel van de Federalistische Partij (de latere Democraten).

Dat kiesdistrict zag er op de map uit als een salamander, vandaar ‘gerrymander’. Het was zo succesvol dat Republikeinen en Democraten het daarna zijn blijven doen in de staten waar ze het voor het zeggen hebben.

Deze praktijk heeft niet alleen lokale gevolgen. In de huidige federale Kamer van Volksvertegenwoordigers (House of Representatives) hebben iets meer dan de helft van alle Amerikaanse kiezers voor een Democraat gestemd. Toch hebben de Republikeinen een nipte meerderheid van zetels in de Kamer, dankzij gerrymandering.

Het heeft ook belang of je als Amerikaan in een ruraal district of in een kleine provinciestad leeft. Democratische kiezers leven meer in grotere steden dan op het platteland. Kiesdistricten op het platteland hebben soms heel bizarre vormen, met tentakels in alle richtingen, zodat demografische meerderheden verdeeld worden.

Het is een systeem dat vooral werkt in het Angelsaksisch systeem van één kiesdistrict voor elk afzonderlijk parlementslid. In een proportioneel kiessysteem zoals in continentaal Europa met grote kiesdistricten met meerdere zetels per district heeft gerrymandering veel minder impact en komt het dus ook bijna niet voor.

4. Veroordeelden zonder stemrecht

Veel (voormalige) veroordeelden mogen niet stemmen. “In de VS mogen 6,1 miljoen Amerikanen niet stemmen omdat ze werden veroordeeld voor een misdrijf. 2,2 miljoen van hen zijn zwarten. In de staten Florida, Kentucky, Tennessee en Virginia mag 1 op 5 zwarten niet stemmen. Geen enkele ander democratie ter wereld werkt zo.”

5. Bemoeilijken van deelname

“Paul Weyrich, een van de voorvaders van de huidige reactionaire evolutie in de Republikeinse Partij, was heel rechtuit in 1980: “Ik wil niet dat iedereen kan stemmen… onze speelruimte gaat vrolijk omhoog als de stemmende bevolking kleiner wordt.”

Republikeinen (en in mindere mate Democraten) nemen dat idee al tientallen jaren ter hart en zetten zich ook in 2016 maximaal in om het aantal kiezers te drukken. Een van de meest populaire methodes is het vergelijken van gelijkaardige namen op de kieslijsten van de deelstaten van de vorige verkiezingen. Dan schrappen ze alle personen met dezelfde of bijna dezelfde naam “omdat ze twee of drie keer hebben gestemd in andere staten”.

James Earl Johnson wordt in Tennessee geschrapt omdat James Eric Johnson in Florida ook gestemd heeft. Misdadiger Robert Davis werd geschrapt in Virginia, Robert Eric Davis in West-Virginia ook, al heeft deze man niets mispeuterd. Die geschrapte kiezers zijn overwegend zwarten (in meerdere staten moet een burger zijn ras en zijn partij aangeven om op de kiezerslijsten te staan).

De meeste van die geschrapte kiezers vernemen dat pas op de verkiezingsdag zelf wanneer ze aan het stembureau worden geweigerd. De overheid is wel verplicht hen te informeren van de schrapping, maar de meeste zwarten leven in wijken waar de postbedeling niet werkt. Ze kunnen in theorie in beroep gaan, maar voor de verkiezingen zelf is het dan te laat.

Nog andere methodes zijn de verplichtingen om een foto-identificatie te kunnen tonen, waarbij het personeel van het stembureau zeer arbitrair de geldigheid kan interpreteren. Voor een wit persoon volstaat dan een lidkaart van de lokale bibliotheek, voor een zwarte wordt maximaal gevit.

In de VS worden de stembureau’s volledig samengesteld door leden van de partij die de meerderheid heeft in het betrokken kiesdistrict. Zo kan je in een volledig zwarte wijk een stembureau hebben met alleen witte Republikeinse leden uit een ander deel van de stad. Andere methodes zijn het veranderen van de plaats van het stembureau op het allerlaatste ogenblik of het verminderen van het aantal stembureaus.

Daarnaast zijn er ook nog vormen van rechtstreekse intimidatie, zoals het aankondigen met luidsprekers aan de wachtrijen dat alleen personen zonder uitstaande verkeersboetes zullen mogen stemmen (dat is niet zo, maar in een land waar onopgeleide burgers hun rechten niet kennen zeer effectief).

De oproep van Donald Trump om in North Carolina met groepen langs te gaan bij zwarte kiesbureau’s om mensen te intimideren is alleen ‘historisch’ omdat het voor het eerst is dat een kandidaat van een grote partij daar openlijk voor oproept. Deze praktijken zelf bestaan al van voor de Tweede Wereldoorlog.

6. Geen systeem van ‘voorkeurstemmen’

Voorkeurstemmen mag je hier niet begrijpen zoals wij dat kennen in een proportioneel kiessysteem met meerdere kandidaten per partij. De ‘lijst’ die een kiezer in de VS krijgt is een lijst van elke enige kandidaat per partij. Je mag maar één van die personen aanduiden.

In een aantal landen zoals bijvoorbeeld Australië mag je volgnummers geven aan de kandidaten. Wie de meeste nummers één krijgt wint. Haalt die niet de helft, dan wordt de kandidaat met de minste nummer één stemmen geschrapt en gaan die nummer één stemmen op zijn naam naar de kandidaat die door diezelfde kiezers nummer twee werd verkozen, enzovoort.

In Europa is dit systeem onbekend (en overbodig), omwille van het proportionele kiesstelsel. In Duitsland bestaat wel een beperkte vorm van dit systeem met twee stemmen: één voor de partij van je keuze, één voor de kandidaat van je keuze (die van een andere partij mag zijn).

Voor de VS met zijn gebetonneerd tweepartijensysteem zou dit wel nuttig kunnen zijn. Aan kiezers die bijvoorbeeld voor Green Party kandidaat Jill Stein willen kiezen, wordt verweten dat ze zo de overwinning van Donald Trump mogelijk maken, wegens het stemverlies voor Clinton (in de Amerikaanse massamedia worden derde kandidaten overigens  ‘spoilers’ of ‘bedervers’ genoemd). Dat heeft een aanzienlijke invloed op kiezers die dan toch maar ‘nuttig’ gaan stemmen (of niet komen opdagen).

Als ze een volgorde zouden mogen kiezen, bijvoorbeeld 1 voor Jill Stein en 2 voor Hillary Clinton, valt dat verwijt weg. Bovendien, dat zou veel meer mensen aanzetten om toch te gaan kiezen én om op derde kandidaten te stemmen, zeker in de zogenaamde ‘swing states’ waar het verschil tussen Republikeinen en Democraten zeer klein is. Het spreekt vanzelf dat Democraten en Republikeinen een volledige consensus hebben om een dergelijk systeem nooit toe te laten. 

7. Twee senatoren per deelstaat

In de federale Senaat heeft elke staat twee senatoren. “De Senaat vergroot enorm de macht van de kleine deelstaten. Republikeins Wyoming heeft met 582.000 inwoners twee senatoren, Californië heeft met 38,8 miljoen inwoners (66 keer meer) ook twéé.”

“James Madison, hoofdauteur van de Grondwet, verklaarde dat systeem in 1787 zo: “Onze regering moet de permanente belangen van het land vrijwaren van vernieuwing” en “de minderheid van de welvarenden beschermen tegen de meerderheid”.

Kleine staten (qua bevolking, niet qua oppervlakte) zijn overwegend landelijk en Republikeins, maar er zijn ook kleine staten zoals Vermont aan de oostkust, waar de kleine staten van New England overwegend Democratisch stemmen. Bernie Sanders is één van de twee senatoren van Vermont (zijn herverkiezing valt niet nu maar binnen twee jaar).

8. Geen verkiezing van de Fed

Je kan niet stemmen voor de bestuurders van de Federal Reserve (de nationale overheidsbank of de ‘Fed’). “De Amerikaanse economie is zoals een wagen met twee gaspedalen en twee remmen. Het Congres (federale Kamer en Senaat samen) controleren één van elk, de Fed de andere.”

De zeven bestuurders van de Fed worden aangewezen op advies van de president door de Senaat (waar de Republikeinen dus altijd een overwicht hebben) voor een termijn van 14 jaar.

Dit argument geldt uiteraard ook voor alle Europese landen, want ook hier worden de bestuurders van de Nationale Banken (en de Europese Centrale Bank) niet verkozen. De nationale banken en de ECB hebben een enorme impact op de economie en de sociale welvaart en toch ontsnappen ze aan elke democratische controle.

(Jon Schwarz noemt in dit lijstje niet het systeem van het presidentieel kiescollege, zie Clinton of Trump? De thuisblijvers zullen beslissen)

 9. Meer macht bij bedrijven dan bij parlement

De bedrijfswereld heeft meer macht dan de verkozen politici. “Dat bleek ondermeer uit de bailout van Wall Street in 2008 (de vrijkoop van de banken met belastingsgeld om ze van het bankroet te redden). Niet alleen hebben de grote banken de macht om de Amerikaanse economie ten gronde te richten op een manier die de politici nooit kunnen, ze hebben het volledige politieke systeem gemakkelijk gedwongen om alles stil te leggen en hen miljarden dollars te geven.”

Het gaat hier over een beslissing waar de kiezers geen enkele inspraak in hadden. Dit verwijt geldt natuurlijk evengoed voor Europa.

Verzet van de Amerikaanse bevolking?

Je kan je afvragen waarom de Amerikaanse bevolking dit allemaal blijft slikken.  Eerst en vooral blijkt uit ernstig onderzoek dat een overgrote meerderheid van de bevolking (meer dan 75 procent) meent dat het economisch systeem en de verkiezingen ‘rigged’ zijn. Daarom weten ze niet altijd waar dat juist aan ligt en hoe dat systeem concreet in elkaar zit. Een groot deel van de Amerikaanse bevolking weet immers niets over andere mogelijke kiessystemen. Zij stellen het verkiezingssysteem zelf dus niet in vraag.

Er zijn echter ook miljoenen Amerikanen die dat wel weten en er tegen actief zijn. Op internet vind je talloze organisaties en activisten die ijveren voor de verandering van het kiessysteem, gaande van kleine hervormingen van delen van het kiessysteem (zoals het registratiesysteem) tot de maximale hervorming naar een proportioneel stelsel. Het zal de lezer van DeWereldMorgen.be niet verbazen dat deze stemmen niet aan bod komen in de mainstream media.

Republikeinen en Democraten, één consensus

Hoewel deze systemische gebreken van het verkiezingssysteem vooral de Republikeinen bevoordelen, treden de Democraten er niet tegen op. Eerst en vooral willen ze de hoofdbedoeling van dat systeem ook in stand houden, het behoud van het dubbele monopolie van de twee machtspartijen. Daarnaast is het zo dat in die staten, districten, gemeentes, counties waar de Democraten een overwicht hebben, zij identiek dezelfde methodes toepassen.

Tot 1964 was het overigens omgekeerd. Tot dan was het systeem grotendeels ten voordele van de Democraten. Nadat president Johnson met de Voting Rights Act aan miljoenen zwarten en arme witten het stemrecht gaf, verklaarde hij daar zelf over: “Ik heb het doodvonnis getekend van de Democraten in het Zuiden.”

Als dinsdag 8 november (woensdag 9 november om 5 uur ‘s morgens, West-Europese tijd) de uitslag een overduidelijke winnaar geeft, zal het allemaal niet zoveel uitmaken. Is het verschil nipt, dan dreigt een gelijkaardige crisis zoals in 2000. Dan valt het zelfs niet uit te sluiten dat voor de vierde maal in de Amerikaanse geschiedenis iemand president wordt met een minderheid van de uitgebrachte stemmen (met dank aan het presidentieel kiescollege).

Hierbij twee korte documentaires van de alternatieve nieuwszender Democracy Now! over de intimidatie van kiezers in de wachtrijen, het schrappen van kiezers van de lijsten, het verminderen van het aantal stembureau’s en over het ‘informeren’ van kiezers dat ze geschrapt zouden zijn, terwijl dat niet zo is.

This is Voting in 2016: Armed Intimidation Squads, Purged Rolls, 868 Fewer Polling Stations:

Disenfranchised by Misinformation: Victoria Law on the Millions Who Can Vote—But Might Not Know It:

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!