Opinie -

Sociale werkers bezorgd over invoering verplichte gemeenschapsdienst

Door een wetswijziging van de federale regering kunnen OCMW’s mensen met een leefloon vanaf 1 november een contract aanbieden dat hen verplicht gemeenschapsdienst te doen. Het staat de persoon vrij om hierop in te gaan. Maar welke vrijheid heb je als uitkeringstrekker wanneer je voor je inkomen volledig afhankelijk bent van de instelling, vraagt Stéphanie Staïesse van Samenlevingsopbouw zich af.

woensdag 2 november 2016 12:20
Spread the love

‘Voor wat hoort wat’, hoor ik veel mensen denken. ‘Het is een logische maatregel om deze leefloners iets terug te laten doen voor het geld dat wij hun betalen.’ Ook al begrijp ik dat buikgevoel, vanuit mijn ervaring als sociaal werker weet ik dat dit een onverstandige en onrechtvaardige maatregel is die het grondrecht op inkomen fundamenteel aantast.

In de praktijk zet deze wetswijziging de deur open voor de invoering van verplicht vrijwilligerswerk voor andere uitkeringsgerechtigden, zoals ingeschreven in het federaal regeerakkoord.

Boos

Op de eerste plaats vind ik het onrechtvaardig omdat ik weet dat de vooroordelen waarop deze beleidskeuze drijft, niet met de realiteit stroken. Het is bon ton om te doen alsof deze mensen lui zijn. Profiteurs met een foute arbeidsattitude, die enkel naar werk zoeken als er een stok achter de deur staat, zoals verplichte gemeenschapstaken.

Ik moet dan aan Nicole denken, één van de vrouwen die vrijwillig meedraait in de werkingen van Samenlevingsopbouw. Nicole raakte door gezondheidsproblemen haar job in de zorg kwijt. Met haar leefloon redt ze het niet. Bovendien mist ze de regelmaat en de fijne contacten met de collega’s. Nicole zoekt dus werk. Maar als 50+ster met een medische achtergrond lukt het haar niet een betaalde baan te vinden. Het maakt me boos wanneer mensen als zij impliciet of expliciet profiteurs genoemd worden.

Verspilling

De regering beloofde ons een jaar geleden ‘job jobs jobs’, maar veel is daar niet van te merken. Dit najaar krijgen we bijna wekelijks berichten over collectieve ontslagen. Wanneer zwaar winstgevende bedrijven, als ING of Caterpillar, duizenden mensen op straat gooien, laat het bij mij een wrange smaak na om diezelfde regering te horen praten over lagere patronale bijdragen, flexibelere werkuren … of een verplichte gemeenschapsdienst. 

Ik maak me daarbij ook zorgen over de mensen die nu nog werk hebben en voor wie die verplichte gemeenschapsdienst een ver-van-mijn-bed-show is. Werkloosheid kan iedereen overkomen. Brigitte, een andere deelneemster van Samenlevingsopbouw, had een topfunctie op universitair niveau. Toen kreeg ze kanker en moest haar voltijdse baan opzeggen. Vijf jaar later stond ze vol hoop terug op de arbeidsmarkt. In het laatste jaar van haar revalidatie studeerde ze af als manager in de zorg- en social profit. Tevergeefs: de ene na de andere sollicitatie vangt ze bot.

Ook deze mensen zullen met de verplichte gemeenschapsdienst geconfronteerd worden. Zal dat hen sneller aan een reguliere baan helpen? Ik vrees van niet. In een recent opiniestuk verwijst professor Ides Nicaise naar Groot-Brittannië waar het systeem al ingevoerd is. De effecten van de herinschakeling op de arbeidsmarkt zijn ronduit teleurstellend. Als ik dat lees, stel ik me de vraag of we de kosten die de uitvoering van deze maatregel met zich meebrengt niet beter kunnen besteden.

verdringing

Naast een verspilling van middelen zal het systeem van verplichte gemeenschapsdienst een leger spotgoedkope arbeidskrachten installeren die echte jobs uit de markt prijzen. 

Ik vraag me af waarom we fouten die in het buitenland al gemaakt zijn, koste wat het kost willen overdoen. Ook in Nederland bestaat het systeem van tegenprestatie al langer. Dit leidt tot kafkaiaanse toestanden. Het bekendste verhaal is dat van een straatveger uit Den Haag.  Na een jaar in de werkloosheid moest hij verplicht aan de slag … bij dezelfde gemeentelijke dienst, terug als straatveger. Alleen kreeg hij nu – voor exact hetzelfde werk – niet zijn loon, maar een veel lagere uitkering.

Als er een leger van uitkeringsgerechtigden verplicht aan het werk gezet kan worden, waarom zou je nog investeren in werkbaar werk, goede loon- en arbeidsvoorwaarden, of het overleg tussen werkgevers en vakbonden? Voor mij maken deze verhalen duidelijk dat maatregelen als de verplichte gemeenschapsdienst niet enkel mensen in een kwetsbare positie, maar alle werknemers aangaan.

Op basis van vrijwilligheid

Voor de duidelijkheid: hoor je mij met deze brief zeggen dat vrijwilligerswerk niet zinvol is voor mensen met een leefloon? Hoegenaamd niet! Maar vrijwilligerswerk moet – zoals het woord zelf zegt – op basis van vrijwilligheid gebeuren. Onder die voorwaarde is het een kostbaar goed dat mensen de kans geeft om hun talenten te ontwikkelen, hun netwerk te vergroten en iets voor de samenleving te doen.

Ik denk daarbij aan Rachid die een tijd geleden bij een buurthuis van Samenlevingsopbouw langskwam met de vraag om onthaalwerk te doen. Geen taak was hem teveel. Het gaf hem zijn eigenwaarde, moed en levenszin terug. Het niet-verplichte karakter van het vrijwilligerswerk was doorslaggevend. Was Rachid gedwongen om in het buurthuis mee te draaien, was hij veel minder gemotiveerd. Andere vrijwilligers wisten dat Rachid er was omdat hij wilde helpen, niet omdat hij verplicht was. Ondertussen heeft Rachid werk en een stabiele relatie.

Ik vind het cynisch dat de verplichte gemeenschapsdienst dit mooie instrument bedreigt. Nu al merken sociaal werkers dat de druk binnen het vrijwilligerswerk stijgt door een evolutie naar meer competenties, vaardigheden, professionalisering en de activeringsretoriek. Ik ben ervan overtuigd dat de verplichte gemeenschapsdienst voor verdringing zal zorgen binnen het vrijwilligerswerk. Bovendien kunnen verplichte vrijwilligers nefast zijn voor de werkingen waar vele maatschappelijk kwetsbare groepen nu nog een plaats vinden. 

Bezorgd

Met deze brief wil ik vanuit mijn ervaring en expertise van sociaal werker mijn bezorgdheden over de verplichte gemeenschapsdienst uiten. Het is een onverstandige en onrechtvaardige maatregel die op middellange termijn alle werknemers aangaat.

Maar vooral is het een zoveelste stigmatiserende maatregel tegen mensen die het al moeilijk genoeg hebben. Ik vraag me af waarom sommige politici blijven denken dat ze complexe economische problemen oplossen door mensen in een kwetsbare positie te straffen. De verplichte gemeenschapsdienst zal er enkel voor zorgen dat velen van hen hun uitkering verliezen. Het zal hen verder in de armoede duwen. Hoe kan nog meer armoede nu de oplossing voor armoede zijn?

Stéphanie Staïesse

Samenlevingsopbouw

Volgende organisaties en individuen erkennen deze bezorgdheid en drukken via ondertekening hun steun uit aan mensen die dreigen door deze maatregel getroffen te worden.

Eerste ondertekenaars (in alfabetische volgorde):

ABVV Oost-Vlaanderen

ACLVB regio Gent

ACV Oost-Vlaanderen

Buurtdiensten Gent Noord vzw

Buurthuis deBuurt, Marleen Vervaet

De Lege Portemonnees

De Moazoart vzw

Ella vzw, Sarah Scheepers, coördinator

Hand in Hand vzw, Ludo Segers, voorzitter

Kif Kif, Sükran Bulut, coördinator

Kras vzw

Masereelfonds

PWO Wetteren

Sector Samenlevingsopbouw

STA-AN, Antwerps Netwerk, Wim Bollaert, coördinator

Straathoekwerk Vlaanderen, Cis Dewaele

Uit De Marge, Ikrame Kastit, co-coördinator          

Vereniging van Wijkgezondheidscentra, Sylvia Hubar

Victoria Deluxe, Dominique Willaert

Vzw Buurtwerk ’t Pleintje, Thijs Van Calster, coördinator

Welzijnsschakels Oost-Vlaanderen, Lieven Depril

An Bistmans, Algemene Vergadering Samenlevingsopbouw Gent vzw

Ann Van Dyck, lector Sociaal Werk, Karel de Grote Hogeschool

Ann-Sophie Hofman, beleidsmedewerker, Samenlevingsopbouw Gent vzw

Barbara Verhaeghe, opbouwwerker, Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw

Bart Van Bouchaute, docent opleiding Bachelor Sociaal Werk, Artevelde Hogeschool

Bea Van Robaeys, lector Sociaal Werk, Karel De Grote Hogeschool

Bert Reniers, opbouwwerker, Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw

Britt Dehertogh, lector onderzoek Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Diane Moras, Recht-Op

Elke De Winter, lector Sociaal Werk, Karel De Grote Hogeschool

Eric Joris, PSC Open Huis

Evelyne Deceur, Raad van Bestuur Samenlevingsopbouw Gent vzw

Franky De Prins

Lut Vael, coördinator, Samenlevingsopbouw Gent vzw

Hans De Witte, hoogleraar arbeidspsychologie, KUL

Hedda Simons, praktijklector Sociaal werk, Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Hilde Maelstaf, lector-onderzoeker Sociaal werk, Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Irene Tassyns

Hans Grymonprez, onderzoeker en lector sociaal werk, Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Karima El Boujaddayni, Arm in Arm

Katelijne De Winter, Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw

Kristof Daems, Betonne Jeugd

Leen Hellinckx, lector, Odisee Hogeschool

Maajke Callebert, lector Personeelswerk, Karel De Grote Hogeschool

Marnic Clarys, lector Sociaal Werk, Karel De Grote Hogeschool

Mia Grijp, vzw Sering

Nicole Vanhoucke, praktijklector sociaal werk, HoGent

Pascal Debruyne, voorzitter Samenlevingsopbouw Gent vzw, onderzoeker UGent

Ria Johnson, Centrum Kauwenberg

Rudy Verhoeven, opleidingshoofd Sociaal Werk, Karel de Grote Hogeschool

Srdjan Vucic, jeugdopbouwwerker, Uit De Marge vzw

Sven Svensson, praktijklector Sociaal Werk, Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Sylvia Hubar, docente Sociaal Werk, UC Leuven-Limburg

Timor Nonneman, PSC Open Huis

Tom Roofthooft, lector & taalcoach, Karel De Grote Hogeschool

Tom Vermeylen, lector Sociaal Werk, Karel De Grote Hogeschool

Ufuk Kokur, gebiedscoördinator Sluizeken-Tolhuis-Ham, vzw JONG

Veerle Matthijs, praktijklector Sociaal Werk, Karel de Grote Hogeschool

Yves Bocklandt, Filet Divers en Bond zonder Naam

Yvonne Postma, coördinator afstudeerrichting maatschappelijk werk/praktijklector Artesis Plantijn Hogeschool en bestuurslid VZW Recht-Op

 

 Wil jij deze open brief ook ondertekenen? Dat kan hier.

take down
the paywall
steun ons nu!