Analyse -

De tragische dood van een visverkoper: Marokkaanse autoriteiten doodsbang voor uitbreiding protest

Sinds zaterdag wordt er in verschillende Marokkaanse steden waaronder Tanger, Tetouan, Rabat, Agadir, Al Hoceima, Casablanca en Marrakesh geprotesteerd. Aanleiding is de tragische dood van een visverkoper.

maandag 31 oktober 2016 09:35
Spread the love

De 31-jarige Mohsin Fikri, vader en een visverkoper uit de havenstad Al Hoceima werd vrijdagvond verpletterd in een vuilniswagen. De politie had zijn visvangst – 500 kilogram zwaardvis – weggegooid. De man probeerde zijn waren te redden, maar de pletwalsen van de vuilniswagen werden plots weer aangezet.

Er gaan geruchten dat de aanwezige politie ‘Vermaal hem!’ riep toen ze zagen dat de man met twee vrienden in de vuilniswagen klom. Hij zou ook geweigerd hebben om het gebruikelijke smeergeld te betalen.

De wazige maar schokkende beelden van zijn tragische dood werden massaal gedeeld op sociale media. Fikri werd heel snel een symbool voor Marokkaanse burgers die als vuilnis behandeld worden door een autoritaire overheid. In heel het land kwamen mensen op straat.

De heersende machten proberen de gemoederen te bedaren. De pro-koningsgezinde partij Parti Authenticité et Modernité (PAM) roept de regering op om snel en grondig onderzoek te voeren naar de dood van de visverkoper. De Marokkaanse koning Mohammed VI, momenteel op bezoek in Tanzania, heeft de minister van Binnenlandse Zaken Mohamed Hassad naar de familie van de overleden visverkoper gestuurd om duidelijk te maken dat de koning zich persoonlijk met de zaak gaat bezighouden. De Marokkaanse premier Benkirane heeft zijn medeleven betuigd aan de familie van de overledene maar roept expliciet zijn partijleden op om niet te participeren aan de manifestaties.

In 2011 kwam het ook tot grote betogingen maar deze bleven beperkt tot het noorden van Marokko. Waarom zorgt de dood van een visverkoper voor grote protesten in een aantal steden? Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden moeten we terug gaan in de geschiedenis.

De geboorte van een collectief geheugen

Het is 26 mei 1926, na een vijfjarige bevrijdingsoorlog tegen Frankrijk en Spanje – dat laatste land bezette toen Noord- en Zuid-Marokko – geeft Abd el-Karim El-Khattabi, de leider van het verzet, zich over. Abd el-Karim El-Khattabi had succesvol de vele Riffijnse (Berbers uit het noorden van Marokko) stammen uit de Rif onder de vlag van het antikoloniaal verzet weten te verenigen. Hij wordt gedeporteerd naar Réunion waar hij tot 1947 verblijft. In dat jaar krijgt hij toestemming om in Zuid-Frankrijk te gaan wonen. Tijdens zijn reis weet hij te ontsnappen naar Egypte waar tot aan zijn dood in 1963 zijn politiek verzet tegen het kolonialisme zal verder zetten.

Het is in deze periode dat de Rif een modern collectief geheugen krijgt. Een geheugen dat is gebaseerd op eer, verzet en trots. Ook de eigen Berberse taal, het Tamazight en de speciale ligging van de regio dragen bij tot dit particulier collectief geheugen. Marokko wordt in 1955/1956 onafhankelijk van Frankrijk en Spanje. De regio Rif in het noorden van Marokko is onder Spaans bestuur heel zwaar verwaarloosd.

Deze verwaarlozing viel ook het diepe zuiden (Westelijke Sahara) ten beurt waar Spanje ook de plak zwaaide. Deze onderontwikkeling zorgde ervoor dat bij de onafhankelijkheid de Rif veel eisen had tegenover het centrale gezag in Rabat. In 1958 komt het tot een grote opstand in de regio. De opstand was zo bedreigend voor het monarchistisch regime dat de toekomstige koning Hassan II deze zelf kwam neerslaan.

Deze bloedige gebeurtenissen staan diep gegriefd in het collectief geheugen van de gemiddelde Riffijn. Een markant detail: Koning Hassan II heeft na deze opstand geen voet meer gezet in de Rif.

Het neoliberale Marokko

Na de onafhankelijkheid van Marokko in 1955 probeert de monarchie via sociale programma’s de bevolking aan zich te binden. De infrastructuur- vooral wegen – wordt in het binnenland zeer sterk uitgebreid. De publieke sector groeide uit tot de belangrijkste werkgever. Het onderwijs is dan ook volledig gratis. Er worden ook meerjarenplannen ingevoerd om de voedselproductie in rurale gebieden te moderniseren. Er worden in de grote steden van het binnenland grote industrieën opgezet.

Maar het noorden en vooral de Rif worden aan hun lot overgelaten. Het is niet toevallig dat er uit deze regio een grote migratiegolf op gang kwam naar Europa. Kortom, het waren goede tijden voor een groot deel van de Marokkaanse bevolking tot aan de begin jaren ’80. In die jaren belandt de wereldeconomie in grote problemen. Marokko moet onder druk van het IMF haar schulden afbouwen en besparen op de publieke sector.

De regering introduceert in 1984 inschrijvingsgelden voor het hoger onderwijs. Er breken protesten uit in heel Marokko. In steden zoals Marrakesh, Tanger en Casablanca komen de mensen massaal op straat. Ook in de twee grootste steden van de Rif, Al Hoceima en Nador, worden er grote demonstraties gehouden. Dit sociaal verzet wordt bloedig onderdrukt maar de introductie van het inschrijvingsgeld wordt geannuleerd.

Het IMF probeert Marokko ook te dwingen tot het beëindigen van subsidies voor gas, olie, brood, suiker en andere basisbehoeften. De Marokkaanse monarchie weerstaat aan de druk maar zal vanaf het begin van de jaren 1990 heel veel staatsbedrijven privatiseren. Deze privatiseringsgolf zal ervoor zorgen ervoor dat de tewerkstelling heel snel gaat terugvallen. Er ontstaat in Marokko een onderklasse van hoger opgeleide mensen. Deze privatiseringen hebben een heel grote invloed in de steden en rurale gebieden.

Een autoritair politiek systeem

Marokko is geen dictatuur maar een autoritair politiek systeem. Er zijn talloze politieke partijen, bewegingen, vakbonden en andere organisaties die mogen deelnemen aan het publieke leven. In 1998 liberaliseert de koning Hassan II de politieke scène in Marokko. Het is wel geen echte democratisering van het systeem maar de sociaaldemocratische oppositiepartij Union socialiste des forces populaire (USFP) mag de premier leveren na de verkiezingen.

Koning Mohammed VI komt na de dood van zijn vader in 1999 aan de macht en hij liberaliseert het land verregaander. De Berbertaal krijgt erkenning, het familierecht wordt ten voordele van de vrouwen gemoderniseerd en er wordt ook een (zwakke) waarheidscommissie ingesteld naar de heerschappij van zijn overleden vader. Het wegennet in het noorden van Marokko wordt heel sterk uitgebreid. Er vinden grote infrastructuurwerken plaats maar op vlak van politieke inspraak blijft alles het zelfde.

Er is ook geen echte ‘rule of law’ aanwezig in Marokko wat ervoor zorgt dat de veiligheidsdiensten kunnen doen wat ze willen. Tijdschriften en kranten die de koning bekritiseren krijgen megaboetes opgelegd.

De Arabische lente komt naar Marokko

In 2011 breekt de Arabische Lente uit. Zine El Abidine Ben Ali, president van Tunesië moet onder druk van de straat vluchten naar Saudi-Arabië. De Egyptische president Mubarak moet ook het veld ruimen. De Libische leider Khaddafi wordt na een bloedige opstand en oorlog gedood. De Jemenitische president Ali Abdullah Saleh wordt gedwongen om ontslag te nemen.

Marokko ontsnapt ook niet aan deze protesten en krijgt zijn eigen Arabische lente. Onafhankelijke activisten, marxisten, islamisten, Berber-activisten en andere actoren sluiten zich bij de 20 februari-beweging aan. De eerste betogingen vinden plaats op 20 februari 2011 en brengen vooral mensen in de grote urbane centra op de been.

Het blijft opvallend stil in de rurale gebieden. De betogers eisen niet het vertrek van de Marokkaanse koning maar willen hervormingen. Ze vragen de invoering van een minimumloon, een nieuwe grondwet, erkenning van de Berbertaal en een einde aan de corruptie. De monarchie trekt het initiatief naar zich toe en belooft grondwettelijke hervormingen en willigt een aantal eisen in. De grootste oppositiepartij Parti de la justice et du développement (PJD) steunt de hervormingen van de monarchie. De 20 februari-beweging valt na een jaar uit elkaar.

Kleine hervormingen, grote veranderingen

De belangrijkste veranderingen afgelopen decennia vonden plaats in de economische sfeer. Marokko probeert veel buitenlands kapitaal aan te trekken door luxeprojecten uit te bouwen zoals het neerzetten van grote shoppingcentra. De vastgoedsector groeit uit haar voegen en de gemiddelde Marokkaan kan zonder problemen een lening krijgen bij een bank. Dit en de grote werkloosheid onder de jongeren zijn de ingrediënten voor sociale en politieke problemen. Ongeveer 90 procent van de jonge vrouwen en 40 procent van de jonge mannen is werkloos. De ongelijkheid in het land is ontzettend groot.

Sinds het stilvallen van investeringen in de publieke sector begin jaren ’80 in grote delen van Marokko gecombineerd met regio’s als de Rif en het diepe zuiden van Marokko waar de publieke sector nooit de grootste werkgever was, kennen we dezelfde sociale problemen in het hele land. De politieke scene in Marokko is heel gefragmenteerd. Ideologische verschillen tussen de seculieren en islamisten worden al jaren uitgespeeld door de Marokkaanse monarchie.

Strategische verschillen tussen de verschillende actoren spelen ook een grote rol. Het feit dat de linkse tendensen organisatorisch niet veel voorstellen is te danken aan de vele interne ruzies. Maar toch is de politieke elite heel zenuwachtig. Dat bewijst de snelle reactie van verschillende koningsgezinde politieke partijen op het overlijden van de visverkoper. In de context van de grote politieke en sociale onrust in de Arabische wereld kan de elite van Marokko sociale onrust in eigen land als kiespijn missen.

De Marokkaanse autoriteiten hebben nog een ander probleem. Binnen precies een week start de klimaattop – de zogenaamde COP22 – in Marrakesh. De ogen van de hele wereld zullen dan tien dagen lang gericht zijn op Marokko. Op zo’n moment kunnen Mohammed VI en zijn entourage betogingen en wild om zich heen slaande politieagenten missen als kiespijn.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!