De voltallige redactie van de krant Gazeta do Povo tijdens een samenkomst met Carlos Alberto Richa, gouverneur van de deelstaat Paraná, de lopende rechtszaken tegen hun krant (PSDB)

Rechtszaken als censuur tegen media Brazilië

In Brazilië zijn journalisten steeds vaker het doelwit van herhaalde, tijdrovende rechtszaken. Een efficiënte vorm van censuur, zeggen ze. Recent is een krant in de stad Curitiba aan de beurt.

maandag 17 oktober 2016 15:49
Spread the love

Tegen de Gazeta do Povo (‘volkskrant’), de belangrijkste krant van de stad Curitiba in de zuidelijke deelstaat Paraná, werd klacht ingediend door 48 rechters en aanklagers. Zij eisen schadevergoeding omdat de krant in februari 2016 hun lonen had gepubliceerd. Die lonen bleken tot 28 procent hoger te liggen dan het wettelijk voorziene plafond.

“Er zijn weken geweest dat we vier dagen van de ene stad naar de andere gehold hebben in Paraná, om daar telkens voor de rechter te verschijnen. Ik denk dat we meer dan 10.000 kilometer hebben afgelegd”, zegt Rogerio Galindo, een van de drie aangeklaagde journalisten (de Braziliaanse deelstaat Paraná is 4,5 maal groter dan België, nvdr).

De zaken worden behandeld in kleine rechtbanken die over tientallen kleine steden verspreid liggen in Paraná, de zuidelijke deelstaat waarvan Curitiba de hoofdstad is. Ook twee verantwoordelijken voor de lay-out van de krant en de uitgever staan terecht. “Met de advocaat en de chauffeur erbij zijn we met zeven mensen van wie het professionele en familiale leven overhoop wordt gehaald”, zegt Galindo. Een collega miste door de processen de laatste maanden zwangerschap van zijn vrouw.

Gelukkig voor de krant heeft het Federale Hooggerechtshof op 30 juni 2016 deze rechtszaken geschorst. Een definitieve uitspraak moet nog volgen. De krant hoopt dat het Hooggerechtshof de stelling volgt dat de rechters van Paraná niet kunnen oordelen in deze zaak aangezien ze betrokken partij zijn.

De reële lonen van magistraten in Paraná vallen zo hoog uit dankzij allerlei kostenvergoedingen, toelagen en andere mechanismen. “Op geen enkel moment hebben we beweerd dat hun verloning illegaal was, wel dat een legale opeenstapeling van extra’s resulteerde in sommen die de grondwettelijk bepaalde grenzen overschreden”, zegt Leonardo Mendes Junior, redactiedirecteur van de krant.

De gegevens komen bovendien van een openbaar toegankelijke regeringswebsite. De krant heeft de verspreide gegevens alleen aan elkaar gekoppeld. Daarbij benadrukten de journalisten dat de rechterlijke macht in Brazilië 1,8 procent van het bbp kost, tegenover gemiddeld 0,4 procent in Europa.

Volgens de Vereniging van Magistraten van Paraná suggereert de “offensieve inhoud” van de krant dat dit over illegale praktijken zou gaan. De vereniging ontkent dat ze de juridische acties tegen de krant heeft georkestreerd en dat die acties de persvrijheid bedreigen.

Feit blijft dat de krant door de voortdurende reizen van de journalisten maandenlang drie van zijn zeven politieke verslaggevers moest missen. “Dat gebeurde net op een moment van politieke koorts in het land”, zegt Mendes Junior. “Daardoor kwam het voortbestaan van de krant in het gedrang en dreigden de zaken onherstelbare schade toe te brengen. Terwijl de geschreven pers hier al met zware economische problemen kampt.” Elke reis van de beklaagden kostte de krant gemiddeld ongeveer 25.000 real (7000 euro), de verloren werkuren van de journalisten niet meegerekend.

Dit soort rechtszaken tegen journalisten is de laatste jaren frequenter geworden. Elvira Lobato, journaliste bij de Folha de São Paulo, de grootste krant van Brazilië, publiceerde in 2007 een reportage over de duistere zaken van de IURD, een evangelische kerk, die eigenaar is van televisie- en radiozenders en kranten. De IURD spande vervolgens via zijn gelovigen 107 rechtszaken aan tegen de krant in het hele land. De journaliste en de krant wonnen die allemaal maar de slopende rechtsprocedures waren in feite een vorm van bestraffing.

Tegen Lucio Flavio Pinto, een bekroonde journalist die sinds 1988 zijn eigen krant, Jornal Pessoal, uitgeeft in Belém, hoofdstad van de noordelijke deelstaat Pará, werden sinds 1992 al 33 zaken aangespannen door de lokale mediagroep Lque. Pinto publiceerde over illegale praktijken van de familie Maiorana, eigenares van deze mediagroep.

Pinto ging daarom rechten studeren om zich te kunnen verdedigen, waardoor hij minder tijd overhad voor zijn krant. Aangezien de krant bewust zonder publiciteit werkt, hangen zijn inkomsten echter volledig af van de verkoop. Deze rechtszaken duren gemiddeld vier tot vijf jaar. Vier rechtszaken zijn nog niet beslist, die al elf jaar aanslepen. In twee van de 33 zaken werd hij veroordeeld, maar kon hij rekenen op de solidariteit van mensen in het hele land die zijn boetes betaalden.

In verscheidene zaken vragen de eisers de uitvoering van het vonnis niet. “Ze hebben liever dat het zwaard blijft hangen, zodat het proces verlengd wordt”, leidt de journalist daaruit af.

“Herhaalde rechtszaken zijn de meest efficiënte censuurmaatregel”, zegt Pinto, die van de internationale organisatie Reporters Zonder Grenzen de titel ‘Held van Vrijheid van Informatie’ kreeg.

Bron: Libertad de expresión bajo acoso de la justicia en Brasil

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!