Analyse - Karen Mets

Waarom vertrekken zoveel jongens uit Afghanistan?

Naar aanleiding van de EU-Afghanistan donor conferentie deze week praat de EU vandaag met de overheid van Afghanistan over migratie. De nadruk ligt daarbij vooral op de terugkeer van asielzoekers. De EU en verschillende lidstaten dreigen ermee de hulpverlening te verminderen als Afghanistan niet dringend wat meer teruggekeerde asielzoekers opvangt.

maandag 3 oktober 2016 16:44
Spread the love

In 2015 bereikten 90.000 niet-begeleide minderjarigen Europa. Meer dan de helft kwam uit Afghanistan. Afghanen maken globaal de grootste groep vluchtelingen uit. Waarom komen zoveel Afghaanse niet-begeleide kinderen naar Europa? Hier willen we graag een woordje uitleg geven over hoe het voelt om op te groeien in Afghanistan, waarom kinderen vertrekken, en wat ze onderweg meemaken.

Het valt niet altijd eenvoudig te verklaren waarom kinderen de 5000 kilometer lange reis aanvangen. Motieven zijn vaak complex.  Sommigen zijn op de vlucht voor geweld, anderen willen een betere opleiding of geld verdienen om hun familie te onderhouden. Vaak is het een combinatie van de drie. Een studie uit 2014 zegt dat de jongens meestal tussen dertien en zeventien jaar oud zijn. Soms beslist het gezinshoofd om een zoon op pad te sturen, waarbij alle mogelijke middelen ingezet om de reis te bekostigen. Andere keren vertrekken jongens alleen en verdienen ze onderweg geld bij om smokkelaars te betalen. Iran is vaak een tussenstop, waar ze via familie een tijdelijke job te pakken krijgen. Het kostenplaatje van zo’n reis is hoog, de mensen die vertrekken zijn zeker niet de allerarmsten.

Toenemend geweld

Vandaag is Afghanistan minder veilig voor kinderen. Het geweld is aanzienlijk toegenomen. In 2015 werden meer dan 11.000 burgers gedood of verwond,  één op vier was een kind. In de eerste zes maanden van 2016 was al één op drie slachtoffers een kind. De rekrutering van kindsoldaten is verdubbeld tussen 2014 en 2015. Die worden meestal ingezet door de politie of door de Taliban, om zelfmoordaanslagen te plegen.

Kinderen worden voortdurend blootgesteld aan agressie. Eerder dit jaar voerde Save the Children een  onderzoek bij 1000 mensen dat peilde naar hun ervaringen met geweld. Meer dan de helft was jonger dan 15 jaar. Bijna 40% zag een familielid vermoord worden in het voorbije jaar. Eén op drie waren getuige van geweerschoten, bombardementen en gevechten. Bijna een op vijf van de kinderen was slachtoffer van verkrachting of een andere ernstige vorm van geweld.

Veel Afghaanse kinderen in Europa komen uit Iran waar ze het geweld in vluchtelingenkampem ontvluchtten. Iran en Afghanistan vangen 95% van de vluchtelingen op maar de laatste tijd is ook daar de onzekerheid gestegen. De Internationale Organisatie voor Migratie schat dat tegen het einde van het jaar 600.000 Afghanen uit Pakistan terug naar Afghanistan zullen keren omwille van de toenemende aanvallen en agressie.

Zware reis

De reis naar Europa is vaak vermoeiend en traumatiserend. Save the Children interviewde 78 kinderen in asielcentra in Noorwegen om te peilen naar hun ervaringen. Kinderen hadden dorst, honger en voelden zich eenzaam. Vaak zagen ze mensen sterven onderweg, of kinderen die achtergelaten werden door hun ouders omdat ze te zwak waren om de reis verder te zetten. Velen praten ook over de ruwheid van politie aan de grenzen. Intussen beginnen landen steeds vaker kinderen en volwassenen terug te sturen naar Afghanistan. Terwijl veel landen een wetgeving hebben die de gedwongen of vrijwillige terugkeer van kinderen toelaat, bleef dit vaak dode letter. Vandaag begint dat stilaan te veranderen.

Overheden vertellen graag het verhaal dat mensen uit Afghanistan naar hier komen omwille van armoede en werkloosheid, dat het economische vluchtelingen zijn. De realiteit is een pak complexer. Afghanistan is nog steeds een van de moeilijkste landen ter wereld om in op te groeien als kind. Als Europese overheden willen zorgen dat de instroom vermindert, moeten ze investeren in onderwijs en diensten voor kinderen. Ze moeten erkennen dat het geweld is toegenomen en trachten er iets aan te doen. Kinderen of jongvolwassenen die teruggestuurd worden hebben het vaak erg moeilijk. Ze worden verstoten door hun familie en gemeenschap omdat ze gefaald hebben. Ze worden met achterdocht bekeken omdat ze van Europa komen.

Zo lang er geen systemen zijn om die kinderen de juiste bescherming te bieden, mogen ze niet teruggestuurd worden. Onze verplichting om mensenrechten na te leven stopt niet aan de grenzen. De terugkeer van asielzoekers staat vandaag centraal in het migratiebeleid van de EU. Overeenkomsten worden gesloten met landen zoals Niger en Ethiopie, die ‘beloond’ worden met meer handel en investeringen in ruil voor het opvangen van migranten. Een deal met Libie is verre van uitgesloten. Terwijl die landen hebben duidelijk niet de draagkracht om gigantische migratiestromen op een humane manier op te vangen.

Het is gemakkelijk om ons te laten verleiden door populistische slogans, maar als we de oorzaken van migratie willen aanpakken moeten we kijken naar de feiten. De EU verkiest te investeren in defensie, grenscontroles en de ontwikkeling van de privésector terwijl verschillende rapporten erop wijzen dat gebrekkig onderwijs van kinderen een van de belangrijkste factoren is in de beslissing om te vertrekken. Nu is niet het moment om dte verzaken aan de rechten van de mens, en zeker niet die van het kind. Samenwerken met overheden van landen die geen systemen hebben om mensen te beschermen zal op termijn leiden tot meer, niet minder migratie.

Dit artikel verscheen eerder hier

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!