Opinie - Ignacio Ramonet

De nieuwe angsten

"De meerderheid van de rechtse populisten in Europa, nemen momenteel hun toevlucht tot het uitvergroten van de gevaren en de dramatisering van de gevaren. Hun toespraken stellen enkel illusies voor.", zo stelt Ignacio Ramonet. Ramonet is voormalig directeur van Le Monde Diplomatique en stichter van ATTAC.

dinsdag 23 augustus 2016 15:58
Spread the love

De angst zat er goed in. En hoewel op 22 mei op een haar na Norbert Hofer, de kandidaat van extreem rechts in Oostenrijk, niet verkozen werd tot president van de Republiek, moeten wij ons toch afvragen welke schrik de Oostenrijkers gevoeld hebben, waardoor 49% van hen verkozen om te stemmen voor een neofascist.

“In de geschiedenis van de maatschappijen – verklaart de Franse historicus Jean Delumeau–, “veranderen de angsten, maar blijft de schrik”. Tot de 20ste eeuw, werden de grote rampen van de mensheid vooral veroorzaakt door de natuur, honger, kou, aardbevingen, overstromingen, branden, voedselschaarste en door epidemieën en pandemieën zoals pest, cholera, tuberculose, syfilis, enz. Vroeger leefden de mensen blootgesteld aan een voortdurend dreigende omgeving. De rampen lagen voortdurend op de loer…

De eerste helft van de 20ste eeuw werd gekenmerkt door de terreur van de grote oorlogen, 1914-1918, 1936-1939 en 1939-1945. De dood op industriële schaal, de Bijbelse uittochten, de massieve vernielingen, de vervolgingen, de uitroeiingskampen… Door de Tweede Wereldoorlog en de atoombom op Hiroshima en Nagasaki in 1945, leefde de wereld onder een constante onrust door de dreiging van een nucleaire apocalyps. Maar deze schrik ebde geleidelijk weg tegen het einde van de Koude Oorlog in 1989 en door de ondertekening van internationale verdragen die de nucleaire uitbreiding verboden of aan banden legden.

Maar met het bestaan van deze verdragen verdwenen de risico’s niet. Vooral de ontploffing van de kerncentrale van Tsjernobyl deed de nucleaire terreur heropleven. Meer recent gebeurde ook nog eens het ongeval in Fukushima, in Japan. De publieke opinie, ontsteld, ontdekte dat zelfs in een land dat bekend staat voor zijn hoogwaardige technologie, de basisprincipes in verband met de veiligheid overtreden worden, en daardoor de gezondheid en het leven van honderdduizenden in gevaar brengen.

De historici zullen zich op zekere dag vragen stellen over de angsten van onze laatste tien jaren (2010-2020). Zij zullen beschrijven dat, behalve het jihadistische terrorisme dat de westerse maatschappijen blijft bestoken, de nieuwe angsten eerder van economische en sociale aard zijn (werkloosheid, onbestendigheid, massale ontslagen, uitzettingen, nieuwe armoede, migraties, beursrampen, inflatie), alsook van gezondheidsaard (ebolavirus, dengue, vogelgriep, chikungunyakoorts, zika) of ecologisch (klimatologische wanorde, diepe veranderingen in het milieu, grote oncontroleerbare branden, verontreiniging, luchtvervuiling). Deze treffen zowel de collectieve als de private sfeer.

In deze algemene context, worden de Europese volkeren flink dooreen geschud, onderworpen aan aardbevingen en trauma’s veroorzaakt door groot geweld. De financiële crisis, de massale werkloosheid, het einde van de nationale soevereiniteit, het verdwijnen van de grenzen, het multiculturisme en de ontmanteling van de welvaartsstaat veroorzaken in de geest van vele Europeanen een gevoel van verlies aan referenties en identiteit.

Een recente enquête, door het Europese Risico-observatorium uitgevoerd in de zeven voornaamste landen van de Europese Unie, stelt vast, dat 32% van de Europeanen vandaag veel meer schrik heeft om in financiële moeilijkheden te geraken dan vijf jaar geleden; 29% heeft meer schrik om in onbestendigheid terecht te komen en 31% om hun werk te verliezen. In Spanje is de armoede op alarmerende wijze toegenomen gedurende de laatste jaren, met 13,4 miljoen mensen – dat is 28,6% van de bevolking– met het risico op uitsluiting en terugvallen in ellende… Waarom veroorzaken deze angsten een gevoel van maatschappelijke achteruitgang? 50% van de Europeanen hebben het gevoel dat ze zich bevinden in een sociale achteruitgang tegenover hun ouders.

Zo zijn deze nieuwe angsten dus sterk aanwezig in het Europa van vandaag. De actuele crisis kan een definitief punt zetten achter de Europese macht in de wereld. De massale aankomst van honderdduizenden migranten uit het Nabije Oosten (Syrië, Irak) gedurende de laatste maanden, verhoogde de schrik voor een “buitenlandse invasie”. Het gevoel bedreigd te worden door externe krachten die de Europese Regeringen niet meer onder controle hebben, zoals de toename van de islam, de demografische explosie van het Zuiden en de socioculturele transformaties die de identiteit doen vervagen, breidt zich uit. En dat alles gebeurt in de context van een ernstige morele crisis, waarin de gevallen van corruptie zich opstapelen en waarin de meerderheid van de zeer onpopulaire regeerders zien hoe hun legitimiteit ineenstort. In heel Europa worden deze angsten en deze “rottigheid” uitgebuit door extreem rechts met het oog op verkiezingen. Zoals de overwinning van extreem rechts in de eerste verkiezingsronde van de legislatieve verkiezingen op 25 april in Oostenrijk aantoonde. Bovendien veroorzaakte dit de historische nederlaag van de twee grote traditionele partijen (SPÖ, sociaaldemocraten en ÖVP, christendemocraten) die het land geregeerd hebben sinds 1945.

Tegenover de brutaliteit en de plotselinge aard van zoveel veranderingen, stapelen de onzekerheden zich op voor vele burgers. Zij hebben de indruk dat de wereld ondoorzichtig wordt en dat de geschiedenis aan elke vorm van controle ontsnapt. Talrijke Europeanen voelen zich in de steek gelaten door hun regeerders, – zowel van rechts als van links -, die bovendien zonder ophouden door de grote media beschreven worden als speculanten, bedriegers, leugenaars, cynici, dieven en corrupte personen. Verloren in het oog van deze draaikolk beginnen vele burgers in paniek te geraken en het gevoel overspoelt hen, zoals Tocqueville zegde, dat “gezien het verleden de toekomst niet meer verduidelijkt, de geest in de duisternis dwaalt”…

Uit deze sociale cocktail –samengesteld uit angsten, dreigingen over de tewerkstelling, ontworteling van de identiteit en boosheid– komen de oude demagogen terug te voorschijn. Op basis van nationalistische argumenten, verwerpen zij de vreemdeling, de islamiet, de jood, de zigeuner of de zwarte, en klagen de nieuwe wanorde en de nieuwe onzekerheden aan. De migranten zijn de ideale zondebokken en de gemakkelijkste mikpunten, want zij zijn het symbool van de diepe sociale transformaties en vertegenwoordigen, in de ogen van de Europeanen onderaan de sociale ladder, een ongewenste concurrentie op de arbeidsmarkt.

Extreem rechts is altijd xenofoob geweest. Zij schrijven de crisis toe aan de enige schuldige: de vreemdeling. Deze houding wordt in de actualiteit gevoed door de bochtenwringerij van de democratische partijen, die zich beperken tot de vraag over het belang van de dosis xenofobie die zij in hun eigen discours kunnen inlassen.

Met de recente hatelijke aanslagen in Parijs en Brussel, werd de schrik voor de islam nog versterkt. Denken wij er bijvoorbeeld maar aan, dat er 5 à 6 miljoen islamieten in Frankrijk wonen, de grootste moslimgemeenschap van Europa, en ongeveer 4 miljoen in Duitsland. Volgens een recent onderzoek van de Franse krant Le Monde, beschouwt 42% van de Fransen de moslims “wel degelijk als een bedreiging”. 40% van de Duitsers denkt hetzelfde. In deze twee landen, meent de meerderheid van de bevolking dat de moslims niet geïntegreerd zijn in hun onthaalmaatschappij. 75% van de Duitsers meent dat zij “absoluut” niet geïntegreerd zijn of dat zij het “nauwelijks” zijn en 68% van de Fransen denkt er hetzelfde over.

Enkele maanden geleden, bevestigde de Duitse Bondskanselier Angela Merkel –die in 2015 meer dan 800.000 asielzoekers opnam in haar land– dat het multiculturele model waarin verschillende culturen in harmonie met elkaar samenleven “volledig mislukt is”. En een islamofoob pamflet, geschreven door de voormalige voorzitter van de Duitse Centrale Bank, Thilo Sarrazin, waarin hij het gebrek aan goede wil van de moslim migranten aanklaagt, werd een enorm succes in de Duitse boekhandels en er werden niet minder dan 1,25 miljoen exemplaren van verkocht.

Een steeds groter aantal Europeanen spreekt over de islam als over het “groene gevaar”, op dezelfde manier als zij zich vroeger de vooruitgang van China inbeeldden als “het gele gevaar”. De xenofobie en het racisme nemen toe in heel Europa. Zonder twijfel draagt het feit dat enkel moslims in Europa ver van onbesproken zijn hiertoe bij. Meer speciaal – op het moment dat de media de brutaliteit aanhalen van de Islamietische Staat (IS) of Daesh, in Irak en in Syrië– profiteren islamitische activisten van het klimaat van vrijheid dat in de Europese landen heerst, om een salafistische opdringerige bekeringsijver te ontplooien. Zij prediken het onderricht van hun geloofsgenoten of van bekeerde jonge christenen. De meest extremistische onder hen namen deel aan de recente terroristische golf in Frankrijk en België.

In de politieke wereld wakkeren talrijke dramatische uitspraken de ongerustheid en de angst van de kiezers aan. Tijdens verkiezingscampagnes is het heel gewoon dat er uitlatingen zijn die hun toevlucht zoeken tot het beschermingsinstinct van de individuen. Men doet op de gekende manier een beroep op de angstgevoelens: het is pure manipulatie. En in het misbruik van deze gevoelens hebben de rechtse populisten – in de actuele context van de sociale crisis – zich ontpopt tot ware experten. Niet alleen in Oostenrijk. In Frankrijk, bijvoorbeeld, is er geen toespraak van het Front National en zijn leidster, Marine Le Pen, waarin de angst niet aangehaald wordt. Le Pen spreekt constant over de “dreigingen” die de fysieke veiligheid en het welzijn van de burgers zouden belagen en zij presenteert haar partij, le Front National, als het “beschermende schild” tegen deze gevaren.

In al hun documenten leggen de Partij van de Vrijheid van Oostenrijk (FPÖ) en haar leider Norbert Hofer de nadruk op het voortbestaan van een geïdealiseerd verleden en een identiteit die gevrijwaard moet blijven. Zij promoten de angst door regelmatig de “buitenlandse vijand” te vernoemen: de islam, waartegen de Oostenrijkse natie in blok moet handelen. Zij klagen de Andere, de vreemdeling , aan als een gevaar voor de samenhang van de nationale gemeenschap. In alle populistische rechtse toespraken vindt men deze schrik voor de Andere, die vanzelfsprekend de vijand is. Men verwerpt de Andere omdat hij de waarden van het “Eeuwige Vaderland” niet deelt.

In hun toespraken vallen de leiders van nieuw extreem rechts de Europese Unie (EU) aan. Zij beschuldigen haar van alle kwaad, vooral van het “in gevaar brengen” van de Natiestaten en hun volkeren. De EU wordt aangeduid als de schuldige voor het uiteenvallen van de naties. Door te spreken over “de duisternis van Europa” dompelt Norbert Hofer zijn toehoorders onder in ongerustheid, omdat, in de westerse christelijke cultuur, “de duisternis” over het algemeen het niets en de dood aanduidt. Zo stelt de FPÖ zich dan voor als de “reddende” partij, die de Oostenrijkse natie terug naar het licht zal leiden.

De meerderheid van de rechtse populisten in Europa, nemen momenteel hun toevlucht tot het uitvergroten van de gevaren en de dramatisering van de gevaren. Hun toespraken stellen enkel illusies voor. Maar in een periode van twijfel, crisis, schrik en nieuwe angsten zoals de huidige, worden hun woorden beter opgevangen door een ontwricht en door paniek gegrepen electoraat.

(1) Door de telling van 900.000 kiesstemmen per post, werd de ecologische kandidaat Alexander Van der Bellen, gepensioneerde hoogleraar Economie, 72 jaar oud, verkozen tot de nieuwe president van Oostenrijk, met 50,3% van de stemmen tegenover 49,7% voor de extreemrechtse kandidaat, Norbert Hofer, die de eerste verkiezingsronde gewonnen had met 35% van de stemmen.

Oorspronkelijk artikel: ‘Los nuevos miedos’, Le Monde Diplomatique en espanol, juni 2016. Vertaling: Gerda Kooyman

take down
the paywall
steun ons nu!