John Crombez (SP.A)
Opinie - Benoit Dhondt

‘We need to talk about John Crombez’

Zaterdag verscheen een ophefmakend interview met John Crombez. De voorzitter van de Vlaamse socialisten maakte er een opvallende bocht naar rechts. Maar wat vooral opviel was het complete gebrek aan menselijkheid in het discours van Crombez.

maandag 15 augustus 2016 13:55
Spread the love

Ik kan me voorstellen dat er veel sp.a leden in dubio zijn na het lezen van het interview met Crombez. Een voorzitter van een sociaaldemocratische partij die decennia geleden zijn electoraat is kwijtgeraakt omdat het de zegeningen van de vrije markt liet primeren op de bestaanszekerheid van haar basis, de arbeiders, zou beter moeten weten dan na al die tijd, en na een zoveelste rondje collectieve onteigening ten gunste van een rijke bovenlaag, niet verder te komen qua economische visie dan de ‘uitschuivers van de globalisering’ aanpakken. Straks komt hij nog af met een Derde Weg. Lekker nineties. Maar daar wil ik het niet over hebben.

Ik wil het ook niet hebben over het feit dat hij mensen die hier wonen en opgegroeid zijn buiten de samenleving zet. Als de sociaaldemocraten al vijftien jaar gezwegen hebben, dan was het vooral over de aanslag op onze grondrechten, de normalisering van islamofobie en de vanzelfsprekendheid van oorlog sinds 11 september 2001. Maar opnieuw, daar wil ik het niet over hebben.

Grenzen

Ik wil het hebben over migratie, en meer specifiek over vluchtelingen. Ik begrijp dat na anderhalf jaar dat debat grotendeels gevoerd lijkt, maar dat is het niet. Het debat werd afgesloten nog voor er een akkoord was over de inhoud van de gebruikte termen. Met het plan van Samsom hebben de ‘doeners’ de Gordiaanse knoop doorgehakt en Columbus’ ei met geweld tot evenwicht gebracht, nog voor er iemand zich kon afvragen of het niet over meer ging dan enkel metaforen. Levens, bijvoorbeeld, maar ook cijfers, onvoorzienbare omstandigheden, lange termijn denken en verantwoordelijkheid, als mens, als regio en als socialist. Crombez zijn ethische baseline daarbij reikt niet verder dan: ‘Het moet voor iedereen rechtvaardig blijven. Daar ligt mijn kompas’.

De vraag die zich opdringt is wat dit nu wil zeggen, dat het voor iedereen rechtvaardig is? Welke rechtvaardigheid schuilt er in dat Europa, één van de welvarendste regio’s ter wereld, slechts 6% van het totaal aantal ontheemden opvangt, en dit ondanks haar geografische bereikbaarheid? In het Midden-Oosten en Noord-Afrika wordt 39 procent opgevangen, in Afrika 29 procent en in Amerika 12 procent. Ik zie niet in waar Europa dan precies disproportionele inspanningen levert.

Maar volgens Crombez zijn er grenzen. De integratie loopt moeilijk volgens hem, en dus dienen mensen op hun plaats te blijven. Of de integratie echt moeilijk loopt, wat dit precies betekent en hoe dit gemeten wordt, dat wordt niet meegegeven. Evenmin is het duidelijk waarom integratie-moeilijkheden een criterium zou zijn om niet aan basis humane verplichtingen en internationaal recht te voldoen.

Ik kan me voorstellen dat voor landen als Turkije (2,5 miljoen vluchtelingen), Pakistan (1,6 miljoen), Libanon (1,1 miljoen), Iran (1 miljoen), etc., die het toch met een pak minder middelen moeten stellen, het integratiegewijs ook niet altijd van een leien dakje loopt. Waarom dan deze uitzonderingslogica voor Europa? Moeten we wachten tot we er nog warmer bijzitten eer we echt hulp kunnen bieden? Of zou het misschien onkies zijn om die arme stakkers in huis te halen en hun ogen uit te steken met onze levensstandaard? Is het dan uit mededogen? Het moet immers voor iedereen rechtvaardig blijven.

Genève

De Conventie van Genève is er niet gekomen naar aanleiding van de jodenvervolging, zoals Crombez beweert, maar naar aanleiding van de vervolging van Europeanen in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog en dit slechts voor feiten van voor 1951. Die beperkingen in tijd en plaats werden moedwillig opgeheven en de bescherming werd globaal verbreed en verdiept door talrijke nationale rechtscolleges en verdragen. Datzelfde Europa heeft vanaf 2004 die bescherming stelselmatig verder uitgediept. Maar nu, in 2016 zou Europa dus, ondanks haar welvaart en het feit dat ze de kleinste inspanning levert van alle regio’s ter wereld, een uitzondering behoeven. Op de redenen hiertoe gaat de voorman van de sociaal-democraten niet in.

Crombez heeft op één punt gelijk. Het debat is nog niet gevoerd. Dat was ook niet nodig, gelet op de uiterst geringe inspanning die van Europa werd gevergd en gelet op de duidelijkheid van de internationale verplichtingen we die zelf hadden aangegaan en waar we graag zelf mee uitpakten als het over normen en waarden ging. Maar omdat er meer dan enkel het behoud van knopen en eieren op het spel staat moet het debat effectief gevoerd worden.

Alleen is de aanzet die Crombez geeft bedrieglijk. Hij meent dat er alleen zwart-witopties worden voorgeschoteld, genre ‘voor of tegen pushbacks’, terwijl Crombez het debat liever in zwart-zwartopties ziet. Het gaat niet over pushbacks, maar over mensen opvangen in de regio en selectieve hervestiging van een fractie ervan. Er is geen wit meer. Zes procent is te veel voor de welvarende regio. En hoe we dat zullen afdwingen? Wel, door mensen terug te duwen in de zee natuurlijk. Crombez is tegen pushbacks, maar doelt enkel op de term en niet op de praktijk, die is immers onontbeerlijk voor zijn visie op migratie.

Crombez wilt dat mensen in de regio worden opgevangen. De grenzen moeten op slot. Maar wat gebeurt er dan als een nieuw conflict mensen op de vlucht doet slaan? Als alle grenzen gesloten zijn wacht hen niets dan interne ontheemding en de dood. Vluchtelingenstromen zijn niet direct voorzienbaar en starten altijd met een noodgeval. Niet elk conflict sleept even lang aan als de oorlog in Syrië, Afghanistan of Irak, en opvang in de regio vereist toegang tot die regio, middelen en infrastructuur.

En wat met ons aandeel in de participatie in de oorlogen, wapen- en wereldhandel die mensen op de vlucht doen slaan? Mogen we niet verwachten van de partijvoorzitter van de sociaal-democratische partij dat hij ook op die vlakken een doener is? Wat is de ethische rationaliteit die schuilt achter Crombez’s positie dat wij kiezen wie binnenkomt. En op welke gronden dicht hij ons die soevereine uitzonderingsstatus toe?

Volgens Crombez is er een breekpunt, een punt waarop we besluiten dat we niemand van de dood zullen redden. Maakt het dan uit of iemand arbeidsmarktconforme vaardigheden heeft of zo goed kan zwemmen dat ze Olympisch goud halen? Is dat de inzet dan?

Het debat, over de logica achter deze helse machinaties, moet inderdaad nog gevoerd worden. Mijn enige hoop is dat de deelnemers aan het debat, eens ze het eens zijn over de feiten en termen, deemoedig hun totale gebrek aan menselijkheid inzien en zich met afschuw van de gesprekstafel terugtrekken. In plaats van daarover te debatteren, zouden we beter over het behoud van Crombez praten. Het is nodig.

take down
the paywall
steun ons nu!