Een groepje leerlingen in de pedagogische moestuin, waar ze zelf kweken en leren over het belang van voedzaam en gezond eten (Thelma Mejía / IPS)

Pedagogische moestuinen om ondervoeding aan te pakken in Honduras

In weinig landen lijden zoveel kinderen aan ondervoeding als in Honduras. Scholen bannen daarom frisdrank en snoep en geven hun leerlingen les in een moestuin. De voedsel- en landbouworganisatie van de VN probeert er de hele eetcultuur te veranderen.

maandag 4 juli 2016 14:38
Spread the love

Josué Orlando Torres is elf en wil later geen arts, ingenieur of brandweerman worden, zoals andere jongens van zijn leeftijd. Hij droomt er al van “een goede boer te worden om zo mijn gemeenschap te helpen en ervoor te zorgen dat de kinderen goed te eten krijgen en niet in slaap vallen in de klas omdat ze niet gegeten hebben en ziek zijn.”

Pedagogische moestuin

Torres is een van de 750 inwoners van Coalaca, een afgelegen Lenca-dorp in Honduras, die meeschrijven aan een succesverhaal. De honderd leerlingen van het plaatselijke schooltje werken hier met de hulp van hun drie leerkrachten in een pedagogische moestuin. De groenten en het fruit die ze kweken, gaan naar de schoolkeuken.

Vroeger lustte hij geen groenten, zegt Torres, maar “nu begin ik ze lekker te vinden, ook de salades en de groene sappen. Ze leren ons dit eten en ook producten kweken om altijd goed gevoed te zijn”, zegt hij.

“We hebben een moestuin waarin we koriander, radijs, komkommer, maniok, kalebas, mosterdzaad, sla, wortelen en andere voedingsproducten kweken.” Terwijl hij zijn uitleg doet, wijst hij elke plant aan.

Duurzame schoolvoeding

De pedagogische moestuin kwam er vijf jaar geleden in het kader van het Programma voor Duurzame Schoolvoeding die de voedsel- en landbouworganisatie (FAO) van de VN voor de 48 schooltjes in deze regio heeft opgezet.

In deze zogeheten droge corridor van Honduras is de armoede groot en slaat de klimaatverandering zwaar toe. Met de schoolprojecten wil de FAO enerzijds de voedingsgewoonten van de leerlingen verbeteren. De scholen banden frisdrank en snoep en kozen resoluut voor de moestuinen.

Anderzijds zetten de projecten kleine productieketens voor familiale landbouw op, die leveren eveneens aan de schoolkeukens, als aanvulling op wat de pedagogische moestuinen produceren. Elke maandag brengen de boeren hun producten naar een centraal punt, vanwaar ze verdeeld worden over de scholen.

Spaarcoöperaties

“Toen de FAO dit project hier opzette, hebben we nooit gedacht dat we zover zouden geraken”, zegt Erlín Omar Perdomo, gemeenschapsleider van La Cañada, een ander dorp dat aan het project meedoet.

“Onze eerste bekommernis was de honger te bestrijden, ervoor zorgen dat onze kinderen beter te eten kregen. Maar naarmate het project vorderde, leerden ze ons ook zelf voedingsproducten te kweken. Vandaag bevoorraden we hier dertien scholen van Belén met verse en kwaliteitsvolle producten.”

Ze organiseerden zich daarom in Cajas Rurales, kleine spaarcoöperaties, waarvan de kleine bijdragen van de leden projecten kunnen financieren met een lage interest en zonder de zware eisen die banken stellen.

Geen schooluitval

Volgens een rapport van het Wereldvoedselprogramma uit 2012 is Honduras na Guatemala het Centraal-Amerikaanse land met de grootste ondervoeding bij kinderen. Een op vier kinderen lijdt aan chronische ondervoeding.

“We hadden nooit durven dromen dat dit zo groot zou worden”, zegt Perdomo. “De FAO stuurde ons naar Brazilië om ons daar te laten zien hoe het eten via de gezinnen in de scholen kwam, en kijk, vandaag kunnen we dit succesverhaal vertellen.”

“Iedereen draagt zijn steentje bij: we zorgen voor inkomsten en ontwikkeling voor onze gemeenschappen, er is geen schooluitval meer, en ook onze vrouwen doen mee. Ze hebben groepjes gevormd die elk week op school koken voor de kinderen.”

Nieuwe eetcultuur

Met haar projecten wil de FAO een nieuwe eetcultuur opzetten. Een expert adviseert de gezinnen over goede en evenwichtige voeding.

“We gebruiken niet langer specerijen voor de maaltijden, we hebben ze vervangen door aromatische planten”, zegt Rubenia Cortes, die nu in de schoolkeuken van La Cañada werkt. “De FAO heeft ons geleerd hoeveel voedingsstoffen elke groente en elk stuk fruit bevat. Onze kinderen hebben nu een gezonde huid, ze zien er niet meer zo triest uit.”

Cortes en haar collega’s zijn allemaal moeders die vrijwillig maaltijden bereiden op school.

“Vroeger verkochten we de sinaasappelen om frisdrank en snoep te kunnen kopen. Maar nu niet meer. Nu maken we sap, en we drinken er allemaal van.”

Voor de FAO-vertegenwoordiger in Honduras, María Julia Cárdenas, zit de kracht van zo’n project in het feit “dat we ons eruit kunnen terugtrekken zonder dat het zal stilvallen omdat iedereen mee is. Het is bijzonder duurzaam. Met dit soort modellen verdwijnen barrières, iedereen werkt samen voor een gemeenschappelijk doel: de voeding van de kinderen.”

Bron: Aldeas indígenas de Honduras vencen al hambre desde las escuelas

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!