Manifestaties tegen de afzetting van president Dilma Rousseff voor het presidentieel Palacio del Planalto. “Neen aan de staatsgreep in Brazilië” (Marcelo Camargo/Agência Brasil)

Politieke impasse Brazilië geeft sociaal protest nieuwe adem

Door de diepe politieke crisis in Brazilië hebben de sociale bewegingen een tweede adem gevonden. Te midden van de corruptieschandalen en de pogingen om president Dilma Rousseff af te zetten willen ze het politieke systeem grondig hervormen.

woensdag 11 mei 2016 17:09
Spread the love

“Dit is het moment van de civiele maatschappij”, zegt politicoloog Breno Bringel van de Universiteit van de Staat Rio de Janeiro. Hij ziet een vernieuwende kracht bij de jongeren uit de zogenaamde ‘periferie’. President Rousseff, die van begrotingsfraude wordt beticht, zal maar moeilijk aan het politieke proces en haar afzetting kunnen ontsnappen. De belangrijkste politieke leiders en partijen worden beschuldigd van betrokkenheid bij het enorme corruptieschandaal in staatsoliebedrijf Petrobras.

Massademonstraties tegen president Rousseff kanten zich in feite tegen het volledige politiek bestel. Oppositieleiders die zich bij het protest willen aansluiten, worden uitgejouwd en uit de demonstraties gezet. In de demonstraties die Rousseff ondersteunen heerst die antipolitieke sfeer daarentegen niet. Een groot deel van deze manifestanten maakt echter duidelijk dat ze niet de straat opgaan om het regeringsbeleid te steunen maar om zich tegen de afzettingsprocedure van de president te verzetten, omdat die volgens hen antidemocratisch is en het resultaat van een rechts tegenoffensief.

“Het is het einde van een cyclus”, zegt Bringel. Wanneer Rousseff geschorst wordt om zich in de Senaat te kunnen verantwoorden, een proces dat zes maanden kan duren, zal er een ander soort manifestaties komen, voorspelt hij.

“Het zullen kritischer manifestaties zijn, met een meer divers publiek, met meer arme mensen uit de randstedelijke gebieden en werknemers die niet aan de polarisering voor of tegen de afzetting van de president hebben meegedaan, omdat die de politieke realiteit te veel simplificeert.”

In deze nieuwe cyclus van protest zal het over inhoudelijke kwesties gaan, zoals betere gezondheidszorg, beter onderwijs en betere woningen. Of dat meer mensen op de been zal brengen is nog niet zeker, zegt Bringel.

Hij verwijst naar de jongeren die in juni 2013 de straat opgingen om te protesteren tegen de tariefverhoging van het openbaar vervoer. De hoge kostprijs van het WK voetbal in 2014 verhitte de gemoederen nog meer. Het leidde tot massademonstraties in heel het land en confrontaties met de politie. Dat protest doofde daarna uit. De huidige golf van manifestaties begon in maart 2014. Die ging terug over de politieke machtsstrijd, met voor- en tegenstanders van de afzetting van de president.

“De klassenstrijd is opnieuw brandend actueel”, zegt João Pedro Stédile, leider van de Beweging van Landarbeiders Zonder Grond (MST). “De gevolgen zullen onvoorspelbaar zijn, met meer sociaal bewustzijn en meer positieve energie in de samenleving.” Stédile verdedigt Rousseff en noemt vicepresident Temer en de andere opposanten “coupplegers”. “Ze zijn een kort leven beschoren omdat ze geen programma hebben om de economische, politieke, sociale en milieucrisis op te lossen. Ze vertegenwoordigen ook de meerderheid van de Brazilianen niet.”

Sociale bewegingen zitten terug in de lift

Volgens Stédile zitten de sociale bewegingen in de lift, met alleen al in 2016 honderden acties en manifesten met miljoenen handtekeningen. In 2013 ging het nog de andere kant op, een gevolg van het oprukkende neoliberalisme, “de ideologische nederlaag van het socialisme op internationaal vlak, en de vergrijzing van traditionele klassenorganisaties zoals de vakbonden en studentenbewegingen.”

Toen Luiz Inácio Lula da Silva, partijgenoot van huidig president Rousseff, president werd in 2003, leidde dat paradoxaal genoeg niet tot een toename van de sociale mobilisatie, toch de basis van zijn Arbeiderspartij (PT) en zijn verkiezingsoverwinning. “Zijn regering wilde de klassen met elkaar verzoenen, de bewegingen misten toen politieke vorming en de media waren in handen van de burgerij. Dat koelde de toenmalige strijdlust af”, analyseert Stédile.

Lula’s verkiezing

Aan het einde van de militaire dictatuur (1964-1985) ontstonden heel wat sociale bewegingen, die een belangrijke impuls gaven aan de democratisering van het land. De MST en de Central Única de Trabajadores (CUT), de belangrijkste vakbond van het land, ontstonden bijvoorbeeld beide in de jaren 1980. Mensenrechten- en milieugroepen slaagden er toen in progressieve elementen in de grondwet van 1988 te krijgen.

Lula werd tot president verkozen dankzij een alliantie van vakbonden, bepaalde industriële ondernemers, grote landbouwbedrijven en de hogere middenklasse, “een duidelijk engagement om belangen te verzoenen en zo meer banen te creëren en de binnenlandse markt uit te breiden”, zegt Candido Grzybowski, directeur van het Braziliaanse Instituut voor Sociale en Economische Analyse.

Steun van de armen

Lula’s herverkiezing in 2006 had daarentegen een andere basis. Toen haalde hij het dankzij “de steun van de armen, een gevolg van zijn sociale programma’s.” De steun die hij bij de middenklasse verloor, won hij terug bij de arme Brazilianen.

De Bolsa Familia, een subsidie voor gezinnen, is het paradepaardje van die sociale programma’s. Het haalde miljoenen Brazilianen uit de armoede. In 2015 kregen nog 14 miljoenen gezinnen zo’n subsidie, goed voor een kwart van de bevolking. Toen hebben de regeringen van Lula “de sociale bewegingen gedemobiliseerd, deels door zijn leiders te coöpteren”, zegt Grzybowski.

Geen agenda, geen slogan

Door de recente politieke en economische crisis is de Arbeiderspartij (PT) van Lula en Rousseff vandaag bijna al zijn steun kwijt in het arme Noordoosten, de regio die het meeste baat had bij de Bolsa Familia, en bij de werknemers. Nu duiken overal jongerengroepen en nieuwe bewegingen op, “met veel verbeeldingskracht”, maar “zonder een agenda die verenigt, zonder een slogan die iedereen meteen begrijpt”, stelt Grzybowski vast.

De initiatieven van de burgermaatschappij “kunnen inspiratie bieden voor nieuwe politieke krachten”, maar “door een gebrek aan leiding is de kans klein dat ze doorbreken.” Grzybowski vestigt zijn hoop op de grote toename van het aantal universiteitsstudenten in de laatste decennia, met quota voor arme en zwarte Brazilianen, “met meer mensen van het volk”, wat op termijn tot meer sociale en politieke creativiteit kan leiden. “De geschiedenis is een voortdurende verrassing.”

Bron: Crisis política reimpulsa movimientos sociales en Brasil

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!