Opinie -

Tussen Luxleaks, offshoreleaks, Swissleaks en Panamapapers: Er is niets veranderd. Niets. 

dinsdag 12 april 2016 17:23
Spread the love

Offshoreleaks, april 2013. Even was het wereldnieuws. Bijna zo belangrijk als de voorbije pausverkiezing en het proces Kim De Gelder. De koppen in de modale pers logen er niet om: “Datalek legt geldstroom naar belastingparadijzen bloot”; ‘Superrijken sluizen duizenden miljarden weg’; “Lek leidt mogelijk tot schokgolf in financiële wereld”.

Natuurlijk  was het een titanenwerk wat 86 journalisten na drie jaar onderzoek lang gepresteerd hebben. Een onderzoek waaraan 36 internationale media (waaronder The Guardian, BBC, het Franse Le Monde, de Süddeutsche Zeitung en Norddeutscher Rundfunk, The Washington Post, de Canadian Broadcasting Corporation (CBC) en het Belgische Le Soir) hebben meegewerkt.

Het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) heeft via een harde schijf 2 miljoen e-mails, informatie over 122.000 offshorebedrijven en rond de 12.000 tussenpersonen weten te achterhalen, voornamelijk van de Maagdeneilanden, en doorgespit. In de documenten staat de identiteit van duizenden vermogende betrokkenen over de hele wereld, van megarijken tot overheidsfunctionarissen. De hoeveelheid documenten is het tienvoudige van wat Wikileaks ooit naar buiten bracht aan Amerikaanse diplomatieke stukken. Op de lijst stonden ook enkele honderden Belgen, vooral Antwerpse diamantairs.

Of deze onthullingen hebben geleid tot ‘een seismische schok’ zoals de Britse The Guardian schreef kunnen we intussen negatief beantwoorden.  Niet elke schok van verontwaardiging in de media leidt tot revoltes in de publieke opinie. Natuurlijk zijn deze onthullingen niet aangenaam voor de superrijken in de wereld, want hun geheime vermogens zijn gedeeltelijk op straat gegooid. Maar ze weten maar al te goed dat er voorlopig weinig of niets zal veranderen, dat ze veilig en droog zitten in hun offshoreconstructies omdat de fiscale dumpingrace tussen nationale overheden en staten onverminderd zal doorgaan.

Veel politieke statements  waren voor de electorale achterban en voor de tribune. Nadat iedereen zijn zegje en voorstel heeft gedaan – en de meeste stemmen in het kakelende koor zongen “het kan alleen maar internationaal opgelost worden (waarvoor zeker en vast veel voor te zeggen is), alleen kunnen we niets” – gingen we langzaam maar zeker weer over tot de gewone fiscale orde van de dag  (naast begrotingscontroles en bezuinigingsrondes). Naar een systeem van fiscale onrechtvaardigheid dus, gedoogd door de politieke overheden, ondersteund door een legertje van banken, accountantsbureaus en allerlei fiscale adviseurs. 

Bom nummer twee

November 2014. LuxLeaks, een tweede fiscale bom van het Consortium van Onderzoeksjournalisten. De onthullingen waarbij Luxemburg constructies goedkeurde waarmee bedrijven en rijke families belastingen konden ontwijken. De gelekte informatie ging over belastingdeals die het advieskantoor PricewaterhouseCoopers in het Groothertogdom regelde voor zijn vermogende klanten tussen 2008 en 2010. In de data doken 37 belastingakkoorden op met 26 van de rijkste families en grootste bedrijven van ons land. Opnieuw veel getoeter in de media, maar uiteindelijk verdween ook dit uit de publieke belangstelling.

Het antwoord van minister Jan Jambon op Terzake naar aanleiding van de fiscale schandalen van Luxleaks (en tien dagen voor Belgoleaks) was: “Jawel, het is immoreel, maar wel legaal.” Beseffen we goed wat hier gezegd wordt? Immoraliteit kan als het maar legaal is. Vanaf nu kan dus legaliteit totaal immoreel zijn.

Februari 2015. Swissleaks. Het lek legde bankgegevens bloot van zo’n 106.000 klanten van het Zwitserse filiaal van de Britse bank HSBC. Daaruit bleek een enorme internationale belastingontduiking van meer dan 180 miljard euro. Opnieuw internationale verontwaardiging, maar daarna werd alles weer stil. 

De mondiale beweging voor sociale rechtvaardigheid heeft sinds het Europees Sociaal Forum in Florence tientallen rapporten en honderden artikels geschreven om de aandacht van de politiek op deze fiscale roof te vestigen. Het heeft nooit tot grote daden geleid, ook niet van de G20 die in april 2009 in Londen hoog van de toren bliezen, maar er is geen enkel fiscaal paradijs verdwenen en er is geen fiscale constructie om belastingen te ontduiken minder opgericht. Integendeel. Het is nu eenmaal gemakkelijker om zwartwerkers en werklozen die frauderen, de zwakke schakels binnen het arbeidsproces, op te jagen en er de nultolerantie op toe te passen. Bij megarijken en diamantairs die fiscale fraude plegen volgen jarenlange processen en eindigt de zaak ofwel met een sisser ofwel hoogstens met een deal.  Kent iemand soms fiscale criminelen die intussen in de gevangenis zijn beland bij ons? Of waar ze zelfs een speciale gevangenisvleugel hebben moeten voor bijbouwen? 

We weten sinds die onthullingen – zwart op wit – dat honderden Belgische bedrijven gespot zijn op de lijsten. Wie heeft KBC, BNP Paribas Fortis, Solvay, GDF Suez en anderen een strobreed in de weg gelegd?

KBC argumenteerde direct  dat hun “offshore activiteiten volledig wettelijk georganiseerd zijn”. Daar wringt inderdaad het schoentje: de onthullingen ontlokken veel woede en ongeloof bij het grote publiek, maar zijn dus legaal. Zolang belastingontduiking gewoon belastingontwijking noemt is de weg vrij voor de verdere plundering van de sociale gemeenschap.  

En dan 4 april 2016. De Panamapapers, opnieuw van Internationaal Consortium van onderzoeksjournalisten. Jarenlang hebben ze hier aan gewerkt. De gelekte informatie bevat ongeveer 11,5 miljoen documenten die aantonen hoe politici, miljardairs en sportvedetten en andere beroemdheden hun geld in belastingparadijzen parkeren. 

Panamapapers 

25.000.000.000.000 euro offshore: de grootste plundering uit de wereldgeschiedenis

Reeds 17 jaar proberen sociale bewegingen zoals Attac Vlaanderen en netwerken zoals FAN (Financieel Actie Netwerk) en het onvolprezen Tax Justice Network de aandacht te vestigen van politiek en publiek op de grootste roof aller tijden, inderdaad de ongeveer 25.000.000.000.000 euro (het exacte bedrag kan nog veel hoger liggen want juist de “geheimhouding” is een van de sterkste kanten van deze vrijhavens) die “legaal” en “illegaal”   geparkeerd staat op fiscale paradijzen en offshorecentra. Dit cijfer is een equivalent van de gecombineerde economieën van de VS en Japan.

Eerste vaststelling: De belastingparadijzen zijn inderdaad het hart van het gefinancialiseerde kapitalisme in zijn neoliberale fase waarlangs de winstaccumulatie (die bedreigd wordt omdat ook de verzorgingsstaten in crisis zijn) gedraineerd wordt en uit het bereik van de overheid wordt gehouden waardoor de via sociale “klassen”strijd opgebouwde verzorgingsstaat ondermijnd wordt.

Belastingontwijking, volgens sommige fiscale experts “creatieve belastingsplanning”, volgens andere juristen “fiscale spitstechnologie”, heeft als enig doel zo weinig mogelijk belastingen af te dragen aan de publieke schatkist.

Tweede vaststelling: Belastingontwijking is dus belastingontduiking, punt uit.  Want voor de fiscale overheid is het eindresesultaat hetzelfde: het zijn financiële middelen die niet kunnen belast worden en die de publieke schatkist moet derven. 

Men gaat in de komende weken proberen via woordspelletjes opnieuw de belastingontwijking te scheiden van de belastingontduiking. En de echte criminelen zijn dan diegenen die met die gelden smeergeld betalen of bij drugshandel betrokken zijn. De vermogenden die hun belastingplichten ontlopen via de legale weg zullen opnieuw vrijuit gaan. Het is een door de politieke overheid goedgekeurde (en verkijk je niet op de huidige verontwaardiging) gelegaliseerde illegaliteit.

Misschien even naar deze man luisteren (direct na Swissleaks): “Het fiscaal debat in ons land dreigt te radicaliseren. Opiniemakers, professoren en vakbonden oefenen een niet-aflatende druk uit op de regering om zwaar in te grijpen in ons huidige belastingsysteem. Maar men vergeet dat de fiscale constructies die nu zo onder vuur liggen in de meeste gevallen perfect legaal zijn. Vooreerst: belastingontwijking is geen misdrijf. “The Belgian Tax Man”, het Twitterpseudoniem van een BBI-controleur, tweette onlangs: “Belastingontwijking is de minst belaste weg zonder inbreuk op de wet.” Elke burger heeft dus het recht, misschien zelfs de plicht, om zo weinig mogelijk belastingen te betalen, binnen de krijtlijnen van de wet. Het optimaal benutten van de mogelijkheden van de woonbonus, het pensioensparen of de aftrek voor kinderopvang zijn gekende mogelijkheden om minder belastingen te betalen.

Voor vermogende mensen ligt het debat gevoeliger. De perceptie ontstaat dat zij de fiscale dans compleet ontspringen door gebruik te maken van dubieuze constructies in belastingparadijzen, waarin ze begeleid worden door peperdure advocaten en raadgevers. De verhalen op basis van gestolen databases van Zwitserse en Luxemburgse banken versterken het beeld dat de grote vermogens weigeren hun rechtmatig deel aan belastingen te betalen.En wat dan met de buitenlandse routes? Ook daar is weinig laakbaars aan, mits de Belgische fiscale regels worden gerespecteerd. Als gevolg van het vrij verkeer van kapitaal in de Europese Unie – één van de pijlers van onze Europese constructie – mogen vermogens in het buitenland worden geparkeerd. Het wegvallen van het bankgeheim maakt dat de echte fraudeurs binnenkort toch tegen de lamp lopen. En dat is oké. Het fiscaal radicalisme van de laatste maanden dreigt te ontsporen. Optimalisatie wordt fraude en grootverdieners worden zonder wederwoord aan de schandpaal genageld. De realiteit is echter veel genuanceerder. Laat ons proberen het taxshiftdebat in alle sereniteit te voeren. Het is te belangrijk om dit over te laten aan de luidste roepers.”

Dit zijn de uitspraken van Jo Viaene, bestuurder bij financieel plannersbureau Optima. Gelezen in De Morgen. Onder de titel “Elke burger heeft de plicht om zo weinig mogelijk belastingen te betalen”.

Voelt u het? De “legale” belastingontwijking via offshore en fiscale paradijzen en constructies is een plicht. Diegenen die een rechtvaardige fiscaliteit nastreven zijn fiscale radicalen. Zo zal ook het debat komende weken ontaarden. De VBO woordvoerder vertelde al op de radio “dat diegenen die illegaal bezig zijn natuurlijk moeten gestraft worden. Maar voor al diegenen die gewoon de legale middelen hebben gebruikt om ergens anders hun geld te parkeren moet de stigmatiserende heksenjacht direct stoppen”. Niet onbelangrijk is dat midden in dit mondiaal debat de voorzitter van UNIZO nog eens een pleidooi doet naar de regering voor “loonlastenverlaging” en let op – “loonmatiging”.

Maar de perfecte timing had zeker de minister van Financiën, deze dagen een zwaar geplaagd man, door natuurlijk met goedkeuring van de voltallige regering, klacht neer te leggen tegen de eis van de Europese Commissie om de 742 miljoen fiscale cadeaus die uitgedeeld zijn aan 32 multinationale ondernemingen terug te vorderen. Die eis van de EC is een gevolg van Luxleaks waarbij België onrechtmatige “excess profit rulings” organiseerde om multinationals aan te trekken. Bijkomend element is dat dus deze regering liever in de begrotingsronde centen gaat zoeken bij de sociale zekerheid, dus bij de zieken en de zwakken, dan 742 miljoen euro terug te vorderen om meer zuurstof te geven aan de gezondheidszorg, rusthuizen, onderwijs, openbaar vervoer en opleiding en cultuur.

Derde vaststelling: neoliberale globalisering via offshore: mondiale paradijzen voor de rijken, sociale woestijnen voor de werknemers

Het belangrijkste gevolg van de “geheimhoudingsindustrie”: de afbraak van de verzorgingsstaten en de groei van sociale ongelijkheid waardoor de wereld herschapen wordt in een sociale jungle.  Wanneer we het dus over globalisering en neoliberalisme hebben dan moeten we het daarover hebben.

De “klassen”strijd is vandaag een fiscale strijd van rijk tegen arm, van het “grote geld” tegen “de werknemers” en verloopt via de fiscale paradijzen en offshore centra. “De trucs van de rijken” worden gelegaliseerd door de wetten (en de mazen in de wetten) van de politieke overheden.

Tijdens het industriële kapitalisme werd een deel van de meerwaarde nog aangewend voor verdere innovatie en ontwikkeling, waardoor inderdaad meer werkgelegenheid werd gecreëerd en via een progressieve fiscale herverdeling – na zware sociale strijd vooral vanuit de vakbonden – een verzorgingsstaat werd gerealiseerd. In het financiële kapitalisme wordt steeds minder meerwaarde omgezet in ontwikkeling maar afgeleid naar fiscale constructies om de eigen overheid te bestelen en het private vermogen te vergroten, voor het eigen genoegen en tot algemeen plezier van de aandeelhouders van de vennootschappen.  Door deze fiscale plundering verliezen de begrotingen van de moderne staten aanzienlijke inkomsten en worden ze meegesleurd in een moordende belastingconcurrentie, waaraan ook België niet ontsnapt, zoals blijkt uit de “notionele intrestaftrek”. Zo ontstaat er een strijd tussen enerzijds de beleggers die steeds meer «return on investment» willen, en anderzijds de burgers die de sociale verworvenheden van de verzorgingsstaat willen behouden.

Vierde vaststelling: offshore belastingparadijzen spelen een centrale rol in de financiële en economische wereldcrisis

Offshore belastingparadijzen en de mondiale fiscale carrousel speelden en spelen een centrale rol in de financiële wereldcrisis, maar vrijwel niemand merkte dit op. Voor de meeste commentatoren en analysten van de voorbije jaren spelen fiscale paradijzen nauwelijks of geen enkele rol in hun beschouwingen. Natuurlijk hangt er een mist over de belastingparadijzen, maar de mist is zelf gecreëerd: alsof de economische en fiscale experts niet al lang de banden kennen tussen de grote banken en offshore-centra.

Laten we eerst twee grote, wijdverbreide misvattingen verduidelijken:
Ten eerste, in belastingparadijzen draait het niet alleen om belasting(ontduiking). Zij bieden een uitweg: niet alleen aan belastingen, maar ook aan financiële regelgeving, strafrecht, democratische controle en nog veel meer. Voor de rijken en de bedrijven die ze gebruiken, bieden belastingparadijzen het hele jaar door een veilige ontsnappingsroute tegen de democratische beperkingen, plichten en lasten die de rest van ons, werkenden en werklozen, wel ondergaan.

De geheimhouding, haar fiscale – en financiële achterpoortjes, zijn niet bedoeld om geld aan te trekken van de lokale bevolking, maar van de buitenlanders. Deze wetten zijn geschreven door insiders voor insiders, zonder democratische verantwoording: ze zijn private wetgevende machines. Offshore is bijna per definitie een met bubbels gevulde ruimte. De implicaties voor de laatste financiële crisis, en voor toekomstige, moeten dus duidelijk zijn.

De tweede grote misvatting bevat de echte geografie van offshore. Zonder dat inzicht, zullen we nooit de financiële crisis of de moderne wereldeconomie begrijpen.

Daarvoor moeten we eerst terug in de tijd. Na de Grote Depressie van de jaren 30 en de progressieve’ New Deal’ van president Roosevelt, was Wall Street gebonden door reglementen zoals de ‘Glass-Steagall Act’, die gevaarlijke ‘casino’ investeringsbanken gescheiden hield van de commerciële nutsbanken. De coöperatieve mondiale economische orde van na de Tweede Wereldoorlog beteugelde financieel zakendoen over de grenzen en belastte de rijken, terwijl bankiers strak in het gareel gehouden werden.

In de jaren zeventig  van vorige eeuw werd gedereguleerd waardoor kapitaal mobiel werd. Wall Street vond zijn ontsnappingsroute in “the City” van Londen. Groot-Brittannië werd gastheer voor een nieuwe niet-gereglementeerde markt – de zogenaamde euromarkt – waar banken de vervelende beteugelingen naast zich neer konden leggen. De euromarkten verspreidden zich snel naar Zwitserland, Caraïbische belastingparadijzen, en verder – maar Londen bleef de grootste speler. Van een klein begin in de jaren 1960 gingen de nieuwe banken zonder beperkingen over naar een tijdperk van explosieve groei, met dank aan offshore. Het rendement op eigen vermogen van de banken, dat gemiddeld ongeveer tien procent per jaar was van 1920 tot 1970 – vergelijkbaar met andere sectoren van de economie – verdubbelde plotseling tot 20 procent en steeg vervolgens naar 30 procent. Met dank aan offshore werden banken too big to fail ( te groot om failliet te laten gaan).

De belastingparadijzen begonnen een race om nog soepeler regelingen, nog grotere geheimhouding en slimmere fiscale achterpoortjes aan te bieden om ’s werelds miljarden in mobiel financieel kapitaal aan te trekken. Onshore rechtsgebieden probeerden bij te blijven, en vertoonden steeds meer offshore-trekjes, maar de belastingparadijzen – die geen rekening hoefden te houden met vervelend electoraal overleg met kiezers en samenleving – veranderden razendsnel hun wetten en bleven zo steeds op het voorplan.  

Zij werden de stormrammen van belastingvermindering en financiële deregulering onder invloed van denkers als Milton Friedman. Politici als Ronald Reagan en Margaret Thatcher waren natuurlijk enorm invloedrijk – maar de belastingparadijzen speelden op zijn minst een even belangrijke rol in het doordrijven van deregulering, of kiezers dit nu wilden of niet.

Vijfde vaststelling: offshore, het kloppende “geheime” hart van het financiële kapitalisme

De offshore-optie is een wapen geworden in handen van bankiers. “Belast of reguleer ons niet of we vertrekken” riepen ze – en fiscale autoriteiten en regelgevers komen hen hier nog veel te vaak in tegemoet. Zonder offshore zou de financiële sector onze politieke leiders niet in de tang hebben zoals nu.  Het resultaat is verbazingwekkend. Vandaag passeert de helft van alle wereldhandel op een of andere manier via belastingparadijzen. Toen het Amerikaanse Government Accountability Office (GAO), het Tax Justice Network en anderen onderzochten hoe multinationals belastingparadijzen gebruiken, stelden ze vast dat banken veruit de grootste gebruikers zijn. Citigroup alleen al had 427 dochterondernemingen in belastingparadijzen.

In dit alles vallen twee dingen op:

Zesde vaststelling: Ten eerste is offshore veel groter dan men zich realiseert.

James Henry, voormalig chef-econoom bij McKinsey & Company en vandaag lid van het bestuur van Tax Justice Network, onderzocht de financiën van de 50 grootste banken ter wereld. Deze banken gebruiken offshore paradijzen om de “belangen” van hun rijkste klanten (high net worth customers) te dienen. De financiële middelen van deze 50 banken groeiden van 5,4 biljoen dollar in 2005 naar meer dan 12 biljoen dollar in 2010.  De liberalisering van de kapitaalstromen (opheffing van de wisselcontrole en deregulatie van de bankverrichtingen) heeft sinds 1979 de ontwikkeling van de fiscale paradijzen versneld. In het midden van de jaren ’70 kende men maar 25 fiscale paradijzen. In 2005 telde het Tax Justice Network er 73.  De OESO schat dat meer dan 50 procent van de wereldhandel op papier langs de fiscale paradijzen passeert. Toch brengen die gebieden maar 3 procent van de bruto wereldproductie voort.

Een niet aangegeven inkomen van die omvang vertegenwoordigt op wereldvlak jaarlijks een fiscaal verlies van ongeveer 255 miljard dollar. Dat was ruim meer dan het jaarlijkse bedrag dat nodig was om  de Millennium Doelstellingen voor Ontwikkeling (MDO) van de Verenigde Naties te financieren (die nu overgegaan zijn in de Werelddoelen). 

Maar dat cijfer van 255 miljard dollar verloren fiscale ontvangsten via belastingontduiking op kapitalen die offshore belegd werden is maar een onderdeel van het plaatje. De arme landen lijden ook fiscale verliezen op nationaal vlak, vaak met activiteiten in het kader van de zogenaamde informele economie, maar ook onder druk om concurrerend te worden door fiscale gunsten toe te kennen aan diezelfde multinationale ondernemingen met de bedoeling investeringen aan te trekken. Als we al die elementen samenvoegen, schatten we het verlies aan fiscale ontvangsten op ongeveer 500 miljard dollar per jaar. Fiscale evasie berooft alleen reeds de Europese Unie jaarlijks voor 1000 miljard euro.

Elk jaar lopen de Europese overheden 1000 miljard euro mis door belastingsontduiking en belastingsvermijding. Dat is meer geld dan er naar de gezondheidszorg in de Unie gaat.

Geheimhouding

Maar het belangrijkste doel van deze “geheimhouding” is de financieel-economische plundering van de eigen overheid: het verlangen om weinig of liefst geen belastingen te betalen daar waar de winsten geproduceerd worden door de arbeid en productiviteit van de werknemers.

Belastingontwijking, volgens sommige fiscale experts “creatieve belastingsplanning”, volgens andere juristen “fiscale spitstechnologie”, heeft als enig doel zo weinig mogelijk belastingen af te dragen aan de publieke schatkist.

Zevende vaststelling: Deloitte, Ernst & Young, KPMG en PwC: The Big Four zijn “legale overheidsvijanden”. Dus ook Mossack Fonseca en honderden andere fiscale en dure adviesbureaus en advocatenkantoren.

In het debat over de grootste financiële plundering aller tijden ontbreekt meestal de tussenschakel die gevormd wordt door de internationale infrastructuur van banken, advocatenkantoren en revisorenbureaus, fiscale paradijzen en de financiële organismen die het offshore verbindingselement, een soort interface eigenlijk, vormen tussen de wettige en onwettige economieën. Die interface functioneert dankzij de vlotte samenwerking tussen de financiële verbindingsstructuren uit de privé sector en de regeringen van de fiscale paradijzen.

Het Duitse magazine “Neuer Stern” (Nieuwe Ster) omschreef onder de titel “nieuws vanuit de schuilhokmanufacturen” (fiscale paradijzen) de vier grootste mondiale fiscale adviesbureaus als “legale staatsvijanden” die dus staatsgevaarlijk zijn en staatsbedeigend maar niet gezocht worden voor hun misdaden omdat hun misdaden tegen de overheden en tegen de sociale gemeenschappen legaal verankerd zijn.

Ik onthou vooral deze zin: “Dankzij deze adviseurs bedreven in de fiscale spitstechnologie betalen concerns zoals Amazon, Google & C°, Starbuck’s en vele anderen bijna geen belastingen. Met hun 700.000 medewerkers produceren zij praktisch alle trucs inzake belastingontduiking. Het is de hoogste tijd ze uit hun schuilhoeken te halen”.

Een van deze grote 4, namelijk PwC, heeft dan nog jaarlijks de pretentie, om de overheden te wijzen op de veel te hoge belastingdruk waardoor volgens hen de staat te veel beslag legt op de inkomsten van hun burgers. Terwijl diezelfde PwC intussen de meest vermogende klanten de weg wijst uit de “belastinghel” en de blijde intrede begeleidt van deze staatverlaters in de geheime offshore paradijzen.

Het voornaamste kenmerk van de offshore is het klimaat van geheimhouding, dat geschapen is hetzij door een reglementering die voorziet in bankgeheim, hetzij door de facto rechtsregels en dito bankpraktijken. Deze “sfeer van geheim” vergemakkelijkt het witwassen van bedragen die voortkomen uit een brede waaier van criminele of oneerlijke activiteiten, zoals fraude, verduistering en diefstal, corruptie, drugs- en wapenhandel, namaak, voorkennis, valse facturering, gesjoemel met transferprijzen of met prijzen in het algemeen en belastingontduiking en -ontwijking.  De technieken die gebruikt worden om belastingen te ontwijken en zwart geld wit te wassen, steunen op identieke financiële mechanismen en trucs: fiscale paradijzen, offshore maatschappijen en trusts, zusterbanken,  dochtermaatscha

Het gros van de belastingontduikers behoort tot een sociale elite die zich boven de samenleving plaatst. Die groep bevat gefortuneerde personen en multinationale ondernemingen die steunen op een compleet uitgebouwde eigen infrastructuur van bankiers, advocaten en boekhouders én een offshore structuur van fiscale paradijzen die zo goed als onafhankelijk van elke politieke, juridische of regulerende autoriteit opereert. Deze fiscale adviseurs hebben alle middelen ter hunner beschikking om de fiscale wetten te omzeilen. Die middelen zijn hen aangereikt door de politieke overheden zelf, die steeds pretenderen hun burgers te beschermen, maar tot vandaag deze fiscale roofridders toelaten de sociale welvaartsstaat te ontmantelen.

Achtste vaststelling: Belgische overheid ziet oogluikend toe op de beroving van eigen bevolking

“Multinationals vinden België fiscaal uiterst interessant” blokletterden de kranten twee jaar geleden. De Belgische fiscale regimes worden door 20 procent van de grootste bedrijven ter wereld gebruikt om zo weinig mogelijk belastingen te betalen. Bekende namen zoals ArcelorMittal, Volkswagen en Rabobank passeerden de revue, maar ook staatsondernemingen zoals het Noorse Statoil. Volgens het onderzoek van De Tijd worden multinationals vooral aangetrokken door de notionele intrestaftrek, het gunstige regime voor holdings en de fiscale verdragen met Zwitserland en Hongkong. Interessant om te weten (vooral voor hen die een pleidooi blijven houden om de rijken en de bedrijven fiscaal te ontzien in naam van investeringen en werkgelegenheid) is dat een aantal grote buitenlandse bedrijven en investeringsfondsen zelf niet in België actief zijn, maar wel honderden miljoenen euro besparingen realiseren door een Belgisch kantoor met één of twee werknemers te openen.

België is een (belasting)paradijs voor de grote Belgische en buitenlandse fortuinen. De 60.000 Nederlandse belastingvluchtelingen in Vlaanderen en de 10.000 Franse belastingvluchtelingen in Brussel en Henegouwen zijn er het levende bewijs van. Wat vinden die rijke buitenlanders hier? Net hetzelfde als wat de Belgische financiële fortuinen hier vinden, namelijk: geen belasting op grote fortuinen (zoals wel in Frankrijk), noch een samenvoeging van de inkomsten (afgeschaft sinds 1982), en ook geen belasting op de meerwaarden van beurseffecten (bestaat in meeste landen van de Eurozone, behalve in Luxemburg), en evenmin een kadaster van de roerende inkomsten (zoals wel in Frankrijk), omdat dit onmogelijk is zolang het fiscale bankgeheim niet volledig is opgeheven.

Met 20 à 30 miljard euro ontdoken belastingen per jaar is het voor de Belgische staat bijna een onmogelijke opdracht om voor alle sociale uitdagingen de nodige financiële middelen te vinden. Enkel de belastingen maken het mogelijk het “onbetaalbare” te betalen.

Het is de prijs die voor de beschaving moet worden betaald. Maar omdat de rijken en bedrijven de beschaving verlaten en hun “eigen beschaving privaat organiseren” wordt deze prijs op dit ogenblik niet betaald.  Men kan hieruit besluiten dat België zijn best doet om zijn rijkste inwoners tegen de belastingen te beschermen, wat een heel ongelijke verdeling van de belastingdruk tot gevolg heeft. Het is dan ook niet te verwonderen dat de belastingen in ons land niet populair zijn, en dat de meeste mensen ze als onrechtvaardig aanvoelen. Waarom zouden wij belastingen betalen, als niet iedereen, dus ook diegenen die inkomsten uit kapitaal verwerven, een evenredige inspanning levert in overeenstemming met hun financiële draagkracht?

België is slechts een schakel in de neerwaartse spiraal van de fiscaliteit. Bijna 100 territoria, landen of financiële centra zijn tegenwoordig belastingparadijzen. Maar wilt u het ook eens van een ander horen?  

Negende vaststelling: België belastingparadijs?

De rijkste 500 Franse families hebben onder meer via 54 holdings 17 miljard euro in België geparkeerd. Dat blijkt uit onderzoek van De Tijd en L’Echo. Van de top 100 is een vijfde op een of andere manier aanwezig in ons land. Tien procent van die top is ondertussen al in België gedomicilieerd, onder meer om aan de Franse vermogensbelasting te ontsnappen. Bernard Arnault is slechts het topje van deze fiscale ijsberg. De top 500 heeft samen 17 miljard in België geparkeerd.

De 1 procent rijkste Amerikanen en Europeanen zijn veel rijker dan ze beweren. Rijke mensen schatten hun fortuin graag lager in wanneer ze daarom worden gevraagd. In ons land zou de top 1 procent dus niet over 12 procent, maar over 17 procent van de nationale rijkdom beschikken. De 20 procent armste gezinnen in België beschikken over een gemiddeld vermogen van amper 2.800 euro. Daarentegen bedraagt het gemiddelde vermogen van de 10 procent rijkste huishoudens 1,5 miljoen euro.

Hier laat ik even drie financieel-economische journalisten, Martin Van Geest, Joost Van Kleef en Henk Willem Smits, aan het woord:”Het circus houdt dus nooit op. Een neverending story. Tot het moment dat bijvoobeeld heel Europa haar tarieven gelijktrekt. Of nog beter: de hele wereld. Maar we leven dan wel in een paradijs, maar niet in een utopie. En zo kan het dat inheemse bedrijven belastingparadijs Nederland op hun beurt met veel plezier ontvluchten. In 2011 hadden Nederlandse multinationals zoals Unilever, Heineken, Philips, Wolter Kluwer, DSM en Rabobank een slordige 26 miljard euro in België ondergebracht. Gewoon dagelijks ondernemerskapitaal, denkt u, om in die landen operationeel te kunnen draaien? Nee hoor! Onze zuiderburen paaien Nederlandse bedrijven sinds 2006 met de “notionele intrestaftrek”. Bedrijven mogen over hun eigen vermogen min de waarde van de deelnemingen een fictieve rente berekenen en dat bedrag aftrekken van hun belastingaanslag. Kost weinig (hooguit een extra rekeningetje van de fiscalist), scheelt miljoenen. Kapitaalvluchtelingen dus.”( Het belastingparadijs, waarom niemand hier belasting betaalt – behalve u )

Drie Franse NGO’s hebben in een rapport, gepubliceerd op 16 maart jl., de bedragen getoond van de winsten die in belastingparadijzen gemaakt zijn door vijf Franse banken, waaronder BNP Paribas en de Société générale. De vijf vermelde banken boekten daar samen vijf miljard euro winst, hetgeen betekende dat een derde van de winsten buiten Frankrijk gemaakt werden. Alleen al in Luxemburg werd 11 procent van die winsten geboekt.

Wij herhalen: een derde van de winsten van de grote Franse banken werd gerealiseerd in de belastingparadijzen. Welke zijn nu de belangrijkste onder die paradijzen?

De Maagdeneilanden? Panama?

In de eerste plaats gewoon het kleine maar onverbeterlijke Luxemburg, maar direct gevolgd door jawel ons België.

Die banken komen niet naar hier voor onze chocolade of ons bier, helemaal niet, ook niet voor ons exotisme, maar wel voor het zeer voordelig fiscaal klimaat: notionele interesten (die praktisch toelaten geen belastingen te betalen), ‘excess profit ruling’, geen belasting op de meerwaarde van aandelen en meer van dat snoepgoed.

Maar je begrijpt dat er alleen nog geld te vinden is in de sociale zekerheid.

Tiende vaststelling: de fiscale paradijzen zijn de poortwachters van de sociale ongelijkheid

Belangrijk om het belang van de fiscale paradijzen te situeren is te bekijken wie op dit ogenblik de leidende mondiale klassen zijn.  Op 7 oktober 1995 reeds schreef The Economist, het lijfbladvan het liberale kapitalisme: “De financiële markten zijn de rechters en juryleden van ieder economisch beleid geworden.”

Omdat regeringen steeds afhankelijker worden van deze mondiale kapitaalstromen die beslissen over welvaart en welzijn en dus proberen in de gunst te blijven van speculanten en beleggers moeten zij de belangen van vermogens verdedigen en niet de belangen van werknemers.  Die vermogens hun eisenpakket is duidelijk: gedereguleerde financiële industrie en zo weinig mogelijk belastingen over hun rente-inkomsten.

Daardoor ontstaat een wedren naar belastingsvoordelen voor vermogens en kapitaal, eindigend in een meedogenloze fiscale dumping (bij ons met de “notionele intrestaftrek”), waardoor er een mondiale (sociale en fiscale) herverdeling ontstaat van beneden naar boven, want de gedorven financiële middelen – noodzakelijk om een sociale welvaartsstaat boven water te houden – moeten vooral worden opgehoest door diegenen die de welvaart produceren: de werknemers, de echte belastingbetalers dus. Zij moeten uiteindelijk de financiële bijdragen aan het behoud van de verzorgingsstaat bijpassen omdat de sterkste schouders hun schouders ophalen en weigeren te betalen.

In november 2014 bleek dat Marc Coucke geen cent belastingen moet betalen op de meerwaarde van zijn aandelen bij de verkoop van zijn bedrijf Omega Pharma. De kritiek die dat teweegbracht, wuifde Coucke weg. “Het klopt inderdaad dat je in België geen belasting moet betalen op meerwaarde op aandelen, en ik ben daar nu een van de gelukkigen van. Ik ben er trouwens echt van overtuigd dat die 600 miljoen die ik in maart ga binnenrijven veel meer zullen opbrengen aan de overheid doordat ik die investeer in nieuwe Belgische bedrijven, dan dat ik een stuk ervan eenmalig in de bodemloze Belgische put zou steken.”

Hier zit op het einde een statement verborgen dat bij bedrijfsleiders en vermogenden zeer populair is en meestal herhaald wordt door sommige populaire media en rechtse politici: “de bodemloze Belgische put”. Daar wringt het schoentje en dat is een neoliberale geloofsbelijdenis (ontvetten van de staat, minder overheidsbeslag). Die “bodemloze Belgische put” is natuurlijk wel onze publieke schatkist waaruit het onderwijs voor onze kinderen, de verzorging van onze ouderen en ouders, de sociale bescherming van werklozen, gepensioneerden, zieken, gehandicapten bekostigd wordt. Zij willen dus liefst niet bijdragen aan de sociale bescherming van de zwaksten in de samenleving en herleiden daardoor liefst de publieke fondsen tot iets vreselijks, een vreemd lichaam. Dat slaat aan bij al diegenen die tegen belastingen zijn.

Marc Coucke vervolgt: “Ik ben absoluut voor een eerlijker fiscaliteit waarbij iedereen die het kan wat meer zou moeten bijdragen, maar dit moet absoluut gebruikt worden om minder lasten op te leggen aan mensen die werken.”

Hier past hij een andere truuk toe: hij spreekt zich uit voor “eerlijker belastingen” en dan denkt men even “toch niet slecht”, maar onder een bepaalde voorwaarde: hij wil zelf bepalen hoe “eerlijker belastingen” (zijn bijdrage dus) zal gebruikt worden. Hier komt de echte aap uit de mouw gekropen: de arrogantie van de nieuwe corpocratie, de 1 procent die wil zelf opleggen aan de politieke vertegenwoordigers van de 99 procent (de 1 procent heeft niet echt politieke vertegenwoordigers nodig alleen politieke rugdekking) hoe belastingen zullen aangewend worden en aan wie belastingen zullen besteed worden. En steevast is de 1 procent overtuigd dat de verzorgingsstaat te gul is. Daarom wil ze zelf een minimale herverdeling onderhandelen.

Met argumenten zoals “men heeft daar toch zelf voor gewerkt” en “men mag toch individueel beslissen wat men zelf met zijn verworven rijkdom mag aanvangen: aan de overheid geven of allemaal voor jezelf houden” worden allerlei vormen van belastingontwijking (creatieve vermogensplanning) en belastingontduiking (vooral via fiscale paradijzen) niet alleen goedgepraat maar zelfs bevorderd. Een belangrijk deel van de economische, politieke en financiële elites graaien intussen zelf lustig mee of verdedigen de graaiers tegen wil en dank, zelfs tegen de publieke opinie of af en toe oplaaiende volkswoede in die direct bestempeld wordt als populisme en afgunst.

Men probeert ons inderdaad te doen geloven dat de meerderheid van de gefortuneerden, renteniers, grote speculanten, CEO’s enz. steunpilaren zijn van de maatschappij, noodzakelijk voor sociaal-economische vooruitgang en vooral bezig met het scheppen van werkgelegenheid en sociale vooruitgang. Wat goed is voor hun persoonlijke fortuinen zou goed zijn voor de samenleving als geheel, het “trickle-down” effect van de vrije markt. We hebben die trickle-down duidelijk misbegrepen want de enige trickle-down die ze uitstrooien is boven zichzelf. Sommige fiscale paradijzen worden er niet slechter van, alhoewel de trickle-down in Panama slechts dezelfde elites bevoordeligt, want in Panama leeft 37,6 procent van de bevolking onder de armoedegrens. Fiscaal paradijs voor de enen, sociale woestijn voor de anderen.

De hegemonie van de nieuwe wereldorde – het neoliberalisme – werd geblokkeerd door de bankencrisis. De “too big to fail” banken moesten koste wat kost gered worden om te vermijden dat men in een systemische en dus systeembedreigende crisis zou belanden. Men moest dat geld vooral vinden bij de modale belastingbetaler om diegenen die nauwelijks of geen belastingen betalen zoals de financiële industrie zelf, de vermogens en de transnationale corporaties en multinationals, niet te verontrusten.

Het verhaal over “iedereen schuldig” en “de bankiers vertegenwoordigen de samenleving” moest ons bewust maken van ons aller hebzucht waardoor we moesten begrijpen dat we zelf ook onze verantwoordelijkheid hadden in het redden van de banken, want we waren medeverantwoordelijk voor het falen van de casinospeculanten. Mooi verhaal, toch?

Dat na de financiële crisis er ook nog een economische crisis volgde (verkocht als “de schuldencrisis”) kwam als gegoten want zulke crisissen zijn het makkelijkst af te wentelen op de werkende mensen zelf via scheppen van angst, sociale onzekerheid en chantage met jobverlies en werkloosheid (kijk eens naar Griekenland en Spanje?). Het perverse neveneffect is dat zulk een crisis door miljoenen mensen de werkloosheid op te dringen nog meer winsten oplevert voor de leidende klassen.

Ten eerste omdat arbeid goedkoper wordt door een overschot aan werkloze werknemers die met elkaar in een ongenadige concurrentiestrijd gedrongen worden.

Ten tweede omdat steeds meer landen zich omscholen tot offshore centra en fiscale paradijzen waardoor de fortuinen en winsten overal met open armen ontvangen worden om die fortuinen en winsten zonder fiscale belemmeringen ongestoord verder te laten groeien. Dat is de werkelijke betekenis van “de rijken worden rijker en de armen worden armer (of een groot deel van werknemers wordt armer)”.

En laten we na dit alles een voorbeeld geven hoe dezelfde belastingontwijking = belastingontduiking gebruikt wordt om de sociale bescherming in arme landen in het Zuiden te blokkeren. Onder het mom van investeringen.

Deloitte promoot Mauritius als belastingparadijs om grote uitbetalingen aan arme Afrikaanse landen te voorkomen De liefdadigheidsinstelling ActionAid zegt dat arme landen zoals Mauritius honderden miljarden ponden verliezen. Een wereldwijde consultancy gigant wordt beschuldigd van het adviseren van grote bedrijven , met inbegrip van Britse bedrijven , over belastingontwijking in enkele van de armste landen van Afrika. Action Aid heeft documentatie verkregen waaruit blijkt dat Deloitte, dat in meer dan 150 landen meer dan 200.000 mensen in dienst heeft, buitenlandse bedrijven adviseert over hoe ze kunnen  genieten van aanzienlijke fiscale voordelen, door het structureren van al hun investeringen op het tropische eiland Mauritius.

De liefdadigheidsinstelling beweert dat de strategie de bedrijven zou kunnen helpen om het betalen van honderden miljoenen dollars aan belastingen te vermijden . Deloitte benadrukt dat de strategie er niet in bestaat om belastingen te ontwijken maar integendeel broodnodige investeringen aantrekt voor de betrokken landen .
Een Deloitte document, “Investeren in Afrika via Mauritius ” adviseert over het investeren in Afrikaanse bedrijven via het eilandstaatje, dat een bevolking heeft van 1,3 miljoen mensen. Het document geeft het voorbeeld van een buitenlandse onderneming die investeert in Mozambique , waar meer dan de helft van de bevolking onder de armoedegrens leeft en de gemiddelde levensverwachting slechts 49 jaar bedraagt . Normaal gezien zou de buitenlandse onderneming een roerende voorheffing van 20 procent moeten betalen op de dividenden die terugvloeien vanuit Mozambique. Op een verkoop van haar investering in Mozambique zou het bedrijf een meerwaardebelasting van maximaal 32 procent moeten betalen.

Het document van Deloitte document legt echter uit dat, als de buitenlandse onderneming zijn investering doet via een holding in Mauritius, de roerende voorheffing die ze zou moeten betalen slechts 8 procent bedraagt, terwijl de vermogenswinstbelasting zou worden teruggebracht tot nul. De potentiële waarde van een vermogenswinstbelasting voor ontwikkelingslanden is nochtans aanzienlijk . Een Italiaanse oliemaatschappij werd onlangs door de Mozambikaanse overheid uitgenodigd om 400 miljoen dollar vermogenswinstbelasting te betalen.

Het document legt uit dat Mauritius de winst van de holding zou belasten met 15 procent, maar dat dit niet gebeurt in de praktijk. Het bedrijf legt uit dat elke belasting op het eiland wordt uitgewist door een buitenlands belastingkrediet, dat wordt toegestaan omdat het bedrijf in Mozambique al zou belast zijn.

Meer dan 80 grote internationale organisaties woonden een conferentie bij die door Deloitte werd op poten gezet . Vertegenwoordigers van grote banken en advocatenkantoren, waaronder Clifford Chance , Citibank , JP Morgan , de Wereldbank, Standard Bank en een aantal Chinese bedrijven waren aanwezig .
Fiscale actievoerders maken zich steeds meer zorgen over de manier waarop Mauritius wordt gebruikt door grote bedrijven met belangen in Afrika. Het eiland heeft maatregelen genomen om zich agressief te positioneren als de ‘ toegangspoort tot Afrika ‘ voor bedrijven die investeren in het continent. Het heeft momenteel 14 dubbelbelastingsverdragen met Afrikaanse landen en nog eens 10 in onderhandeling. Maar ActionAid laat weten dat de voorwaarden van de verdragen gemakkelijk kunnen worden misbruikt door bedrijven die hun fiscale afrekeningen wensen te minimaliseren.

Action Aid wil een wereldwijde strenge aanpak van belastingontwijking, en het stelt dat deze aan ontwikkelingslanden honderden miljarden ponden per jaar aan verloren inkomsten kosten. Ze zeggen ook dat, als bedrijven hun eerlijk deel van de belasting zouden betalen, het geld kan worden gebruikt om programma’s voor voedsel, gezondheidszorg en onderwijs te financieren. Hij haalde het voorbeeld aan van een Brits suikerbedrijf actief in Zambia. Het geld dat door dat ene bedrijf wordt bespaard via het gebruik van legale belastingontwijkingsregelingen.

De fiscale strategie geadviseerd door Deloitte wordt gebruikt om een aantal van de armste landen in de wereld van de broodnodige belastinginkomsten beroven. Om hun strategie te illustreren koos Deloitte een land waar het gemiddelde inkomen minder dan twee dollar per dag bedraagt en waar een derde van de bevolking chronisch voedselonzeker is . Ontwikkelingslanden moeten hun belastinginkomsten laten groeien, want die zijn van vitaal belang om mensen uit de armoede te tillen. Maar dat kan alleen goed gebeuren als grote bedrijven stoppen met belastingen te vermijden.

Een woordvoerster van Deloitte zei dat het verkeerd was om het toepassen van dubbele belastingverdragen, zoals die tussen Mauritius en Mozambique, te omschrijven als belastingontwijking : “Het ontbreken van dergelijke verdragen zou immer kunnen leiden tot een vermindering van de investeringen, en minder winst die onderworpen wordt aan de normale zakelijke belastingen in de betrokken landen.”

Alternatieven om de fiscale rooftocht te beteugelen?

Concrete alternatieven om deze fiscale wedloop te stoppen zullen inderdaad mondiaal moeten gerealiseerd worden, vooral om de automatische informatie-uitwisseling tussen verschillende belastingsautoriteiten mogelijk te maken. Maar men moet niet wachten op de rest van de wereld om de wereld te veranderen.  Onze eigen overheid kan haar vijf minuten politieke moed tonen door na de onthullingen van “ Panamaleaks ” maatregelen te nemen, niet  alleen om de woede te bedaren bij een deel van de bevolking, maar bovenal om de plundering van onze verzorgingsstaat te stoppen.

Verplicht de banken om de identiteit van alle buitenlandse rekeninghouders bekend te maken. De FATCA wet verplicht al sinds begin 2013 aan alle bankgroepen in de Verenigde Staten, om op verzoek van de Amerikaanse fiscus gegevens over haar burgers mede te delen: het is slechts een kwestie van politieke wil! 

• stel, in samenwerking met gespecialiseerde organisaties zoals Tax Justice Network, een geloofwaardige lijst op van belastingparadijzen, de zwarte gaten van obscure financiën en corruptie
• geef de banken die in België werkzaam zijn 12 maanden om hun dochterondernemingen te sluiten in deze gebieden, op straffe van intrekking van hun banklicentie.
• leg  “rapportering per land” op aan multinationals,  gevestigd in België: de transparantie over zakencijfers, winsten en de in ieder land betaalde belastingen geeft de fiscus de mogelijkheid om manipulatie van verrekenprijzen tussen dochterondernemingen van multinationals te dwarsbomen en belet hen zo weg te komen met het soort belastingontduiking, waardoor Total, AB Inbev, Ikea of Google vrijwel geen belasting  betalen op hun winsten.

En om te beginnen in België zelf: stem eindelijk de volledige afschaffing van het bankgeheim, organiseer een vermogenskadaster. Dan zijn de fortuinen die belast moeten worden en toch proberen ontsnappen tenminste bekend bij de fiscale diensten.

En sluit zelf alle fiscale achterpoorten door te beginnen de fiscale en juridische adviesbureaus die zich blijven lenen tot de constructie van de belastingontwijkingpraktijken via fiscale paradijzen en offshorecentra te verbieden.

Vice-premier Reynders zei een jaar geleden in Le Soir: “Ik heb vijftien jaar lang een vermogensbelasting tegengehouden met socialisten in de regering, dan gaan we die nu toch niet invoeren zeker wanneer de socialisten er niet inzitten?”

Dus jawel: een vermogensbelasting!

Omdat België een belastingparadijs is voor vermogens, kapitaal en grote vennootschappen en een belastinghel voor werknemers, voor loon- en weddetrekkenden.

Om duidelijk te maken dat er niet moet bespaard worden in zorg, onderwijs, openbaar vervoer, cultuur en andere publieke diensten omdat er financiële middelen genoeg zijn indien men ze wil en durft belasten.

Omdat besparingen en de afbouw van de sociale welvaartsstaat die vooral de gewone mensen treffen en de vermogens laten ontsnappen een duidelijke politieke en ideologische keuze is voor een sociaal model dat de sociale en fiscale ongelijkheid verder vergroot.

Omdat inderdaad België niet alleen zelf “de fiscale snoepdoos van Europa” is, zoals sommige fiscale adviesbureaus die de belastingontwijking organiseren beweren, maar ook veel financiële middelen laat zweven naar belastingparadijzen waardoor miljarden euro’s niet ten goede komen aan gezondheidszorg, onderwijs en cultuur voor ons allen.

Omdat ook de nieuwe federale regering Michel I kiest voor een fiscaliteit die vooral de inkomsten uit arbeid belast en de inkomsten uit kapitaal en vermogen ontziet. Want er bestaat in ons land nog steeds geen vermogensbelasting en een grote groep van bedrijven betaalt weinig tot geen belastingen.

Omdat de fiscale (en sociale) ongelijkheid mede in stand wordt gehouden door het bankgeheim en het ontbreken van een vermogenskadaster, hetgeen van België een aantrekkelijk belastingparadijs maakt.

Omdat de nieuwe federale regering de strijd tegen de grote fiscale fraude afbouwt en vooral inzet op de veel kleinere sociale fraude. De omvang van de ontdoken belastingen is hallucinant. Volgens een internationale studie van professor Schneider bedraagt het aandeel van de ondergrondse economie in België 21,5 procent van het bnp. Dat komt overeen met 30 miljard euro aan ontdoken belastingen. Indien de overheid zou ijveren om het fraudepercentage in België op hetzelfde niveau te brengen als dat van buurlanden Frankrijk (14,8 procent), Nederland (12,8 procent) en Duitsland (16,8 procent), dan zou dat jaarlijks reeds 8 miljard euro opbrengen. Zonder besparingen.

Omdat het dringend tijd wordt dat de sterkste schouders het grootste aandeel in de prijs voor de beschaving betalen ten dienste van het algemeen belang.

Omdat fiscale cadeaus aan de rijken en bedrijven de verzorgingsstaat niet versterken maar vooral de private graaicultuur aanzwengelen. Omdat er meer geld verdwijnt naar bonussen, jachten en luxueuze feesten dan naar innovatie van bedrijven en stimuleren van de werkgelegenheid.

Omdat er alternatieven zijn voor een politiek van besparingen en onrechtvaardige fiscaliteit.

Omdat het afschaffen van het bankgeheim, het organiseren van een vermogenskadaster en invoeren van een vermogensbelasting de meest accurate vorm van armoedebestrijding is.

Omdat een rechtvaardige belastingscultuur de basis van onze verzorgingsstaat moet worden en de organisatie van een solidair maatschappijmodel mogelijk moet maken.

Omdat Michel I vooral de private rijkdom bevordert en intussen de collectieve verarming organiseert.

Omdat wij een sociaal model kiezen met meer collectieve en minder private rijkdom.

In een tijd van globalisering engageert ons netwerk zich voor een sociaal rechtvaardig, democratisch en progressief belastingstelsel. Door te ijveren voor meer fiscale rechtvaardigheid leveren wij een bijdrage aan het algemeen belang. Iedereen heeft behoefte aan sociale bescherming en publieke diensten. Wij willen een belastingshervorming omdat de belastingsdruk onrechtvaardig verdeeld is. We willen geen belastingsverhogingen, maar wel dat vermogen, kapitaal en vennootschappen verplicht worden meer bij te dragen aan de opbouw van een verzorgingsstaat en niet de doodgravers worden van ons sociaal model. Wij willen gewoon een rechtvaardige fiscaliteit.

Omdat belastingen = beschaving.

Omdat progressieve belastingen = meer beschaving.

Wij willen meer beschaving.

Maar verandering kan niet zonder verzet en actie van onderop. Populair verzet, zo breed mogelijk gedragen door grote groepen in de samenleving.  Want de strijd tegen de belastingontduiking via fiscale paradijzen en de offshore-industrie is uiteindelijk de sociale strijd voor de democratie en de verzorgingsstaat.

Een echte politieke democratie staat haaks op de geheimhouding van offshore. 

Omdat een andere fiscaliteit moet,

Eric Goeman, woordvoerder  Attac Vlaanderen, coördinator FAN (Financieel Actie Netwerk) 

vl.attac.be

www.hetgrotegeld.be

take down
the paywall
steun ons nu!