Waarom de onderhandelingen tussen Turken en Koerden zijn mislukt

Analyse - Chris Den Hond
maandag 4 april 2016 16:36
Een regiment soldaten van de YPG, de gewapende vleugel van de Syrisch-Koerdische partij PYD in januari 2016 (Zana Omer/VOA)

Jarenlange vredesonderhandelingen tussen de Turkse overheid en Turks-Koerdische organisaties leken op een bepaald ogenblik grote kansen op een finale vreedzame oplossing te bieden. Het oorlogsgeweld is de afgelopen maanden opnieuw opgelaaid in Turks Koerdistan. Journalist Chris Den Hond analyseert de oorzaken van deze mislukking.

President Erdogan ontketende een totale oorlog die ervoor zorgt dat jongeren in de regio in toenemende mate radicaliseren. Het stijgend succes van de Koerdische vrijheidsbeweging in Syrië verzwakt daarentegen de positie van Turkije.

Wat voorafging

In de zomer 2015 verbrak de Turkse overheid de lopende onderhandelingen voor vrede met de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), de gewapende Koerdische verzetsorganisatie in Turkije, na twee aanslagen op Koerdische burgers, in de steden Diyarbakir op 5 juni en Suruç op 20 juli. Beide aanslagen werden toegeschreven aan de Islamitische Staat (IS). De PKK doodde vervolgens twee politieagenten in hun eigen woning in Diyarbakir.

Voor de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) van president Erdogan werd die laatste aanslag het gedroomde argument om de vredesonderhandelingen te staken. “Dergelijke zaken gebeurden tijdens het vredesproces echter de hele tijd,” merkt Ezgi Ba?aran op, journalist bij het Turkse dagblad Radikal.

“Wanneer je onderhandelt met de vijand en je beslist om de gesprekken voort te zetten, dan ga je verder, wat er ook gebeurt. De PKK heeft in 2014 een politieagent gedood in Bingöl zonder dat hierdoor het vredesproces onderbroken werd. Na de dubbele moord in Diyarbakir in juli 2015 zei de Turkse regering dat de PKK daarvoor een prijs zou betalen“.

“Daarop begon de regering met militaire operaties en de PKK sloeg terug. Ankara claimde officieel dat ze antiterroristische operaties lanceerde tegen zowel de PKK als IS. In werkelijkheid waren slechts twee van de vijfendertig operaties die volgden gericht tegen IS en drieëndertig tegen de PKK in het Qandil-gebergte in Noord-Irak.”

Onderhandelingen om tijd te winnen

Volgens Adem Uzun, onderhandelaar en lid van het Koerdistan Nationaal Congres (KNK)1, gebruikte de Turkse regering de onderhandelingen in feite alleen om tijd te winnen: “Het vredesproces begon in 2006 met zogenaamde “shuttle diplomacy”, gefaciliteerd door leden van het Europees Parlement, die contact met me opnamen. Ik trok daarop naar het Qandil-gebergte om de commandanten van de PKK te vragen of ze bereid waren om te onderhandelen.“

“Zij antwoordden: ‘Ja, we kunnen starten met de gesprekken als de Turken deze tenminste ernstig nemen.’ Het duurde vervolgens nog drie jaar, tot 2009, alvorens we aan tafel konden zitten met leden van de Turkse veiligheidsdiensten, ondersteund door hun regering en door (toemanlig eerste minister en nu president) Erdogan zelf. Tussen 2009 en juni 2011 werden verschillende bijeenkomsten gehouden.“

“Verschillende routekaarten werden voorbereid, oprichter van de PKK Abdullah Öcalan2 zelf, schreef er ook één. Hij deed unilateraal enkele belangrijke toegevingen, zo werden o.m. Koerdische guerrillagroepen naar Turkije gestuurd als “boodschappers van de vrede”. De Turkse regering beloofde ook veel dingen, maar die werden nooit uitgevoerd.“

“De regering in de hoofdstad Ankara probeerde slechts tijd te winnen, terwijl de bouw van reusachtige kazernes in de Koerdische regio3 in snel tempo voortgezet werd. In 2011 heeft Öcalan een protocol verwelkomd dat voorgesteld werd door de Turkse delegatie. Nauwelijks een week later verklaarde Erdogan echter op televisie: “Als ik premier was geweest in 1999 (tijdens de gevangenneming van Abdullah Öcalan), dan zou ik hem geëxecuteerd hebben.” Zo saboteerde hij het vredesproces op een beslissende moment in juni 2011. Daarop volgde een verdere escalatie van het geweld.”

Begin januari 2013 werden desalniettemin de vredesonderhandelingen hervat, maar op 9 januari 2013 werden drie vrouwelijke Koerdische activisten vermoord in Parijs. “Het was een poging van bepaalde elementen binnen de Turkse diepe staat4 om het vredesproces te saboteren.” In een brief die voorgelezen werd op 21 maart 2015 tijdens de viering van Newroz5 in Diyarbakir riep Ocalan desondanks op om de wapens defintief te laten zwijgen.

Koerdische democratie gooit roet in het eten

Toen de Democratische Partij der Volkeren (HDP)6 op 7 juni 2015 13 procent van de stemmen wist te behalen, besefte Erdogan echter dat hij de door hem verlangde gekwalificeerde meerderheid niet zou verkrijgen die nodig is om de grondwet te veranderen. Daarop veranderde hij het geweer definitief van schouder.

Duizenden Koerdische activisten, journalisten en academici werden aangehouden en gevangengezet. Adem Uzun legt uit: “Erdo?an verbrak de dialoog en hernam het oude nationalistische lied: één natie, één vlag, één taal. Hij zei: “Als ik de Koerden kan verslaan in Turkije, dan kan ik een Koerdische entiteit in Rojava vermijden”.”

Ommezwaai Erdogan?

Hoe kan deze ‘ommezwaai’ van Erdogan verklaard worden? Volgens Ahmet Insel, professor aan de Universiteit van Galatasaray in Istanbul, is het de droom van Erdogan om de opvolger te worden van Mustafa Kemal Ataturk in de Turkse geschiedenis.

Het is zijn belangrijkste ambitie om een nieuw Turkije te stichten dat veel conservatiever en veel religieuzer is en dat veel sterker staat tegenover het Westen. Helaas voor hem is hij vast komen te zitten in de grote splijtzwam van het Midden-Oosten, namelijk de onmin tussen soennieten en sjiieten.“

“Hij laat Turkije nu vervallen in de eeuwenoude tegenstelling tussen soennitische Ottomanen en sjiietische Perzen7. Door te kiezen voor de soennitische as waagde hij het in zee te gaan met jihadistische groeperingen in Syrië, zoals het al-Nusra Front en al-Ashaab, waarvan een heel aantal leden ondertussen overgelopen zijn naar de IS.“

IS, huidig bondgenoot, toekomstige vijand

Volgens de regering van president Erdogan vormt echter niet IS het grootste gevaar, maar de Koerden. De Turkse regering ziet IS als een bedreiging van voorbijgaande aard, tijdelijk gevaarlijk dat wel, maar niet op lange termijn. Ze ziet IS als een randverschijnsel dat er over pakweg tien jaar niet meer zal zijn.“

“De Koerden zijn echter ook aanwezig in Syrië – en staan ook daar onder invloed van de Turks-Koerdische PKK als gevolg van de sterke ideologische band tussen de Syrisch-Koerdische organiatie PYD en de PKK. Daarom worden de Koerden beschouwd als vijand nummer één, een vijand die Turkije al meer dan een eeuw vreest.“

“Dat is de achterliggende gedachtegang van de Turkse staat en van Erdogan. Ik denk echter dat zij deze strijd zullen verliezen. Wat er ook gebeurt, op korte of lange termijn, wat ze vrezen zal gebeuren, dat is onvermijdelijk. De Turkse staat heeft zijn controle over IS verloren.“

IS, een ‘nuttige’ bondgenoot

“Hebben ze daar spijt van? Ik ben daar niet zo zeker van, omdat Erdogan IS als een blokkade ziet tegen gebiedsuitbreiding van de Koerden in Syrië. De VS zien de Koerden in Syrië echter als de enige kracht die in staat is IS te bestrijden. De Turkse staat en Erdo?an zien IS daarentegen als de enige kracht die in staat is de Koerdische expansie tegen te houden.“

“De Turkse regering in Ankara wil dus niet dat IS verslagen wordt, maar ze willen tezelfdertijd ook niet dat IS de overwinning behaalt. Wat Erdogan wil is een bevroren evenwicht tussen IS en de Syrische Koerden. Dat zou hem het beste passen.“

Een gemiste kans op vrede

“Het Koerdisch vraagstuk is eerst en vooral een onderdeel van het grotere vraagstuk van het conflict in Syrië. Zolang de Turkse regering zijn angst niet overwint voor een autonome Koerdische politieke entiteit in Syrië, waar de Truks-Koerdische PKK zijn invloed kan laten gelden, zal het niet onderhandelen met de Koerden in Turkije zelf. Zo hebben we een kans gemist. Voor 2011 had het nog gekund de Koerdische kwestie binnen Turkije zelf op te lossen. Nu met Syrië in de strijd, kunnen we ons niet langer veroorloven om de Koerdische kwestie te behandelen als een geïsoleerd, intern vraagstuk van Turkije alleen,” aldus professor Insel.

Dogan Özgüden, journalist bij Info-Türk, vertelt: “In 2006 gaf het vredesproces nog reden tot hoop, vooral onder de Koerden, wiens bestaan als afzonderlijke entische minderheid al tientallen jaren ontkend wordt door de Turkse autoriteiten. Onder meer dankzij het vredesinitiatief dat Öcalan leidde vanuit de gevangenis geloofden de publieke opinie in Turkije en Erdogan zelf – en zelfs de wereld – in een onderhandelde oplossing.“

HDP houdt een presidentieel regime tegen

“Sinds de recente electorale overwinningen van de pro-Koerdische Democratische Partij der Volkeren (HDP), veranderde Erdo?an echter van tactiek en kwam het tot een breuk. Het is zijn ambitie om zijn presidentschap sterker te maken met uitgebreide bevoegdheden, zonder daarbij nog rekening te moeten houden met het Turkse parlement of met de Turkse rechtbanken.“

“De HDP weigerde president Erdogan’s ambitie te steunen in zijn streven voor een wijziging van de grondwet (om de president meer macht te geven). Dit betekende een eerste breuk. Een tweede breekpunt kwam er tijdens de verkiezingen van juni 2015, toen de HDP, tegen alle verwachtingen in de kiesdrempel van tien procent overschreed en in één klap het parlement binnentrad met 80 parlementsleden.”

In deze nieuwe context heeft Erdogan beslist het gewapend conflict te hervatten. Hij intensiveerde de bombardementen op de basissen van de PKK en voert een voert een extreem nationalistische retoriek tegen de “Koerdische terroristen”. In een poging alsnog een tweederde meerderheid te behalen in het parlement schreef hij vijf maanden na de verkiezingen van juni 2015 terug vervroegde verkiezingen uit – ook al wist hij dat de HDP ook dan opnieuw meer dan 10 procent van de stemmen zou halen.

Ondanks groot electoraal succes, behaalde Erdo?an in november 2015 opnieuw niet de vereiste tweederde meerderheid om de grondwet eenzijdig te wijzigen. Daarop intensiveerde hij opnieuw de militaire operaties in Turks Koerdistan. Als tegenreactie en uit verdediging lanceerden de Koerden in bepaalde steden het concept van zelfbestuur met lokale autonomie.

Terroristische aanslagen Ankara

Aan beide zijden nam vervolgens het geweld toe. Op 17 februari en 13 maart 2016 werd Ankara opgeschrikt door twee bloedige aanslagen, opgeëist door de Vrijheidsvalken van Koerdistan (TAK), een organisatie die zich van de PKK afscheurde in 2004. Op 17 februari werden in Ankara 28 militairen gedood, waaronder 20 hooggeplaatste officieren.

De slachtoffers van 13 maart zijn burgers. Het beoogde doel van deze laatste aanslag was volgens TAK het hoofdkwartier van Özel Team, de beruchte speciale anti-terrorisme-eenheden van de politie. Die maken zich al jaren schuldig aan ontvoeringen, martelingen en verdwijningen van Koerdische activisten.

De bomauto voor deze aanslag reed inderdaad in de richting van het hoofdkwartier van Özel Team. Hij werd echter opgemerkt en onmiddellijk beschoten, waarna de auto tegen een lijnbus aanreed en ontplofte. De link tussen de TAK en de PKK is wazig, maar door het uitblijven van een politieke oplossing voor het conflict, nemen vergelijkbare gewelddadige reacties in hevigheid toe.

Vier Koerdische machtscentra

“Vandaag zijn er vier machtscentra in de Koerdische beweging,” zegt Dogan Özgüden, “Ten eerste is er Abdullah Öcalan, oprichter van de PKK, die in complete isolatie gevangen gehouden wordt op het eiland Imrali. Hij blijft echter een zeer belangrijke rol spelen. Zijn invloed is weliswaar verminderd. Hij is immers een gijzelaar van de Turkse staat die beslist of en wanneer hij contact mag hebben met zijn advocaten en met afgevaardigden van de HDP.“

“Een tweede machtscentrum wordt gevormd door de politieke en militaire leiding van de PKK, die gevestigd is in het Qandil-gebergte in Noord-Irak. Het derde machtscentrum is de legale democratische pro-Koerdische partij in Turkije, de HDP. Nu komt daar nog een vierde machtscentrum bij: de Democratische Uniepartij (PYD) die aan de macht is in Syrisch Koerdistan.“

“Deze vier centra fungeren als communicerende vaten. Er is geen tegenstelling of splitsing tussen de vier, integendeel, de opmars van de PYD in Syrische Koerdistan versterkt de HDP in Turkije en de PKK in de bergen van Qandil, omdat een heel volk het hoofd hief na de overwinning van Kobane8.”

Een nieuwe generatie van Koerdische jongeren

In Turks Koerdistan daarentegen, heerst een echte spanning tussen enerzijds de politieke en burgerlijke strijd van de HDP en haar burgemeesters en anderzijds de stedelijke gewapende strijd van een nieuwe generatie Koerdische jongeren. Voor hen is het vredesproces steriel is en ligt de ware voortuitgang bij de Koerdische strijd, zoals in Kobane, met wapens in de hand.“

“Noch Öcalan, noch de PKK-leiding in het Qandil-gebergte, kunnen al die Koerdische groepen die willen strijden nog in toom houden. Vandaar de loopgraven en barricades in de Koerdische steden in Turkije die vervolgens het slachtoffer werden van verschrikkelijke vernietigingen door het Turkse leger.“

De geweldsspiraal doorbreken

Adem Uzun vertelt: “Als de Koerden zelfbestuur uitroepen in de Truks-Koerdische steden, reageert de Turkse staat met de vernietiging van die zelfbeheerde gebieden. Jonge Koerden verdedigen zich. De loopgraven en barricades werden niet opgericht om aan te vallen, maar om te verdedigen.“

“Het Turkse leger stuurde tanks, pantservoertuigen en helikopters. In de afgelopen zes maanden werden in de belegerde steden meer dan zevenhonderd mensen vermoord, waaronder een honderdvijftigtal mensen die levend verbrand werden. Nu is het oorlog in deze steden. Om uit deze gevaarlijke geweldsspiraal te ontsnappen, vragen wij een echt vredesproces. De Koerden zeggen: “Als jij mijn kleuren wil aanvaarden, aanvaard ik de jouwe. Als u echter ons onze rechten niet geeft, zullen we ze nemen.”

De Koerden in Syrië, die uitgesloten werden van de onderhandelingen over het conflict in Syrië in Genève, consolideren ondertussen hun gezag in Rojava, de Koerdische regio in het noorden van Syrië. Donderdag 17 maart keurden ze een federaal regeringssysteem goed voor Rojava dat gebaseerd is op territoriale en niet op etnische basis, met vertegenwoordigers van de Arabische bevolking en andere minderheden in deze gebieden. Dat is geen geringe prestatie in een regio die verscheurd wordt door etnische en religieuze spanningen.

Chris Den Hond is als onafhankelijk onderzoeksjournalist actief in het Midden-Oosten, in hoofdzaak in de Koerdische regio’s in Turkije, Irak, Iran en Syrië.

Het artikel Pourquoi les négociations entre la Turquie et les Kurdes ont échoué verscheen op 21 maart 2016 in het online magazine Orient XXI en werd vertaald door Kristel Cuvelier, medewerker van het Koerdisch Instituut in Brussel.

De voetnoten werden ter nadere informatie toegevoegd door de redactie van DeWereldMorgen.be: 

1   Het KNK is een koepel van meerdere Koerdische organisaties.

2   Öcalan is medeoprichter en opperbevelhebber van de PKK. Hij werd door de Turkse overheid gevangen genomen in 1999. Sinds enkele jaren zweert hij de gewapende strijd af en pleit hij voor een onderhandelde oplossing van het etnisch conflict tussen Koerden en de etnisch Turkse bevolking van Turkije.

3   Het historisch Koerdische gedeelte van Turkije omvat het grootste deel van het zuidoosten van Turkije. Vandaag leven echter ook grote Koerdische minderheden in steden in de rest van Turkije, zoals Ankara en Istanboel.

4   Met de Turkse ‘diepe staat’ wordt het machtssysteem bedoeld dat leger, politie en economische elite van het land verenigt in een web van belangen, dat de officiële wettelijke structuren de facto controleert.

5   21 maart is Koerdisch nieuwjaar.

6   De HDP werd opgericht in 2013. Haar politiek programma is sociaal-democratisch. Bestaande Koerdische linkse partijen maken het grootste deel uit van de achterban van de HDP. De partij wist echter ook heel wat niet-Koerdische kiezers te bekoren door zijn sociaal programma en behaalde tot verrassing van Erdogan de kiesdrempel van tien procent. Daardoor miste de AKP van president Erdogan een twee derde meerderheid in het parlement, nodig voor een eenzijidge wijziging van de grondwet.

7   Het historische Perzische Rijk had als centrum het huidige Iran.

8   In januari 2015 slaagden de Syrische Koerden er in de Syrisch-Koerdische stad Kobane terug te heroveren op IS.



Content

take down
the paywall
steun ons nu!