Fatima Mernissi overleden: wereld verliest icoon van het feminisme

De laatste strijd die Fatima Mernissi voerde was er niet een voor democratie of gendergelijkheid, maar een gevecht tegen een hardnekkige ziekte. En gisteren verloor ze die. Een bijzonder groot verlies is het, niet alleen voor haar naasten, maar voor allen die de strijd voor de vrouwenrechten in de Arabische en islamitische wereld een warm hart toedragen.

dinsdag 1 december 2015 12:30
Spread the love

Met het heengaan van Mernissi verliest de Arabische wereld een van de iconen van het feminisme. Je kan haar in een adem noemen met de belangrijkste feministes in de moderne Arabische geschiedenis: Huda Sha’arawi, Qasim Amin, Nawal El Sa’adawi en Zeinab Fawwaz.

Fatima Mernissi zag het levenslicht in de stad Fès in 1940, tevens de locatie van de oudste nog bestaande universtiteit ter wereld, al-Qarawiyyin. Die universiteit werd opgericht door een naamgenote, Fatima al-Fihri. Eeuwenlang was Fès een van de belangrijkste intellectuele steden in de islamitische wereld, en in de Maghreb gold Fès sowieso als het belangrijkste intellectuele centrum.

In de jaren ’40 van de vorige eeuw was Fès ook het episch centrum van de nationalistische oppositie tegen de Franse bezetting van Marokko. Fatima groeide er op in een bemiddelde familie die politiek actief was en die aan de kant stond van de nationalistische elite. In haar jeugd zag Fatima hoe vrouwen zich actief gingen moeien met de onafhankelijkheidsstrijd van Marokko.

Ze organiseerden zelf demonstraties om een einde aan de Franse bezetting van Marokko te eisen. Hoewel de Franse bezetter graag beweert dat ze een actieve rol speelde in de emancipatie van vrouwen, was het vooral het verzet tegen die Franse kolonisator dat ervoor zorgde dat vrouwen politiek actief werden in steden als Fès . En vrouwen waren niet simpelweg de ‘steun’ van de mannen, maar ze namen zelf initiatief.

Deze fase in haar leven werd bepalend voor haar latere carrière als academica en feministe, want de thema’s die ze zou behandelen gingen vooral over macht, vrouwen, politiek, religie, en de interactie van al deze onderwerpen.

Islamitische bronnen

Wat Fatima Mernissi karakteriseerde was niet de verwerping van de islamitische bronnen, maar eerder de accomodatie ervan om van daaruit te ijveren voor gendergelijkheid. Andere feministes van haar generatie, Leila Ahmad bijvoorbeeld, stelden dat het feminisme en het islamitisch denken niet compatibel waren. Mernissi was een andere mening toegedaan, en daarvoor beriep ze zich op een methode die werd uitgediept door Mohamed ‘Abed al-Jabiri, een andere briljante Marokkaanse intellectueel die net als Mernissi op 75-jarige leeftijd stierf in 2010.

In haar ‘The Veil and the Male Elite’ behandelt ze uitgebreid al-Jabiri en gaat ze in op de manier waarop hij de islamitische bronnen hanteerde. In zijn ogen gaan Arabieren en moslims schizofreen om met het verleden. Ze kunnen er volgens hem geen afstand van nemen, en bovendien snappen ze dat verleden ook niet.

Al-Jabiri argumenteert dat in de islamitische geschiedenis politiek en religie zelden onafhankelijk van elkaar opereerden – en dat politieke belangen vaak de overhand haalden op religie. Bovendien zoeken Arabieren sterkte en glorie in hun verleden, elementen die ze in het heden niet vinden. Wat al-Jabiri probeert te doen is afstand te nemen van dat verleden om de formatieve teksten, die hij ‘turath’ of erfgoed noemt, beter te begrijpen. En dat is wat Mernissi ook probeerde te doen.

Maar meer dan enkel abstract reflecteren over geschiedenis en theologie wou Mernissi ook inspireren, en positieve – vergeten -verhalen naar voren brengen. Zo schreef een boek over vrouwelijke staatshoofden in de Arabisch-islamitische wereld. Shajar al-Dur is daar een mooi voorbeeld. Ze werd in 1250 de leidster van Egypte, en onder haar leiderschap versloegen de moslims de Franse kruisvaarders, en namen ze zelfs de Franse koning Louis IX gevangen.

Maar de toenmalige kalief, al-Musta’sim, stuurde toen een brief naar Cairo met de boodschap: “Een volk dat geleid wordt door een vrouw zal geen voorspoed kennen. Als er geen mannen meer zijn in Egypte, dan wil ik jullie die wel sturen.” De pijnlijke ironie is dat die al-Musta’sim de laatste Abbassidische kalief zou zijn, omdat zijn incompetentie ervoor zorgde dat de Mongolen Baghdad makkelijk konden binnenvielen en vernietigen. Hij werd opgerold in een tapijt, en vertrappeld door paarden (of olifanten, afhankelijk van de bronnen). Terwijl Shajar al-Dur aan de basis lag van een politieke verandering die er niet alleen voor zorgde dat Egypte gevrijwaard bleef van de kruisvaarders, maar ook van een oneindig veel vernietigerende macht, de Mongelen luttele jaren later.

‘Aicha

Ook ‘Aicha, een van de vrouwen van de profeet figuereert prominent in haar schrijven. Zij was wel goed genoeg om haar kennis te delen, terwijl latere vrouwen intellectueel inferieur geacht werden. Meer nog, ‘Aicha leidde een heel leger in een veldslag die bekend stond als ‘De Slag van de Kameel’. Hoe kon het dan zijn dat vrouwen niet geschikt werden geacht om kennis op te doen, of actief deel te nemen aan het politieke leven? Het zijn die prangende vragen die haar veel tegenwind bezorgden vanuit conservatieve islamitische hoek.

Vele islamitische stemmen achten haar ‘onbekwaam’ om islamitische teksten te interpreteren. Mernissi betwistte de authenticiteit van enkele misogyne hadith (handelingen en/of woorden die worden toegedicht aan de profeet), door een kritisch onderzoek van de context waarin mensen zich die woorden en handelingen herinnerden. Ze gebruikte hiervoor louter islamitische bronnen – wat natuurlijk een doorn in het oog was van zij die de status-quo in stand wilden houden.

Ook vanuit ultraseculiere hoek kreeg ze soms de wind van voren, omdat ze als vrijgevochten vrouw bleef herhalen dat er een vrouwvriendelijke interpretatie van islamitische teksten mogelijk was. Uiteraard werd haar dat niet altijd in dank afgenomen. Paradoxaal genoeg geven sommige ultraseculiere Verlichtingsfundamentalisten de voorkeur aan de interpretatie van misogyne conservatieve islamitische geleerden, al was het maar om hun eigen superioriteit zo te kunnen benadrukken.

In vele van haar titels worden de woorden ‘hoofddoek’ of ‘harem’ gebruikt, termen die onlosmakelijk verbonden zijn met de orientaalse fantasieën over de Arabisch-islamitische wereld. Toen haar gevraagd werd waarom dat zo was antwoordde ze: “Je moet mij niet de schuld geven. Het is mijn Franse uitgever die die termen graag gebruikt in de titel.”

Autoriteit

Fatima Mernissi zal nog lang gelden als een leidende autoriteit binnen het islamitische feminisme. Haar werken werden en worden gelezen door verschillende generaties, die allen pogen het islamitische erfgoed te interpreteren op een manier die constructief kan zijn voor meer gendergelijkheid. Ook is de dood van Mernissi een zoveelste klap voor de Marokkaanse intellectuele elite. De voorbije jaren zijn enkele van de belangrijkste Marokkaanse intellectuelen gestorven: Mohamed ‘Abid al-Jabiri, Mahdi Manjra en Abdelkabir Khattibi. In een tijdperk waarin genuanceerde stemmen steeds minder gehoord worden, is het heengaan van een figuur als Mernissi des te pijnlijker. Maar inspireren zal ze nog lang doen – als vrouw, intellectueel en mens.

Van Fatima Mernissi werden zes boeken vertaald in het Nederlands. De meeste daarvan verschenen bij De Geus. Misschien nog te vinden in de betere bibliotheek of boekhandel.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!