Copyright Frederik Sadones
Opinie -

De dictatuur van de wapens

Gisteren nam ik deel aan een actie van Vredesactie. Hun doel was het geweldloos verstoren van een wapenconferentie van het Europees Defensieagentschap (EDA). Dat is een platform dat door de Europese Unie is ingericht om de Europese wapenindustrie te ondersteunen, met als doel een 'levensvatbare' industrie van allerhande wapentuig in stand te houden.

dinsdag 17 november 2015 15:23
Spread the love

Aangezien veel Europese landen sinds jaar en dag besparen op hun defensie, rekent het EDA steeds meer op de winstgevende export van wapens, met als belangrijke handelspartners vele landen in het Midden Oosten. Daarnaast is het EDA ook verlekkerd op Europees geld. Zo gaat liefst 3,8 miljard euro van de EU naar de noemer ‘security research’. Om het anders te zeggen: een stuk van de belastingen die elk van ons afdraagt aan Europa gaat naar de ontwikkeling van nieuw wapentuig, dat daarna ook gretige afzetmarkten vindt in instabiele of repressieve landen, zoals het Libië van Khadafi, Egypte, Saudi-Arabië of Qatar.

De ethische gedragscodes waaraan Europese wapenbedrijven moeten beantwoorden zien er mooi uit op papier, maar worden amper in de praktijk gezet. Ook bij ons levert de export van wapens werkgelegenheid op waar plaatselijke politici mee kunnen scoren, terwijl ze in andere landen een slachting aanrichten. Zo berekende Vredesactie dat bijna de helft van de Europese ‘lichte wapens’ en munitie die aan landen in het Midden Oosten wordt geleverd, uit België komt. Vooral de winst blijkt hier te tellen. Oorlog is lucratief. Terwijl onze ‘Westerse democratieën’ in 2011 publiek enthousiast reageerden op de ‘Arabische lente’, exporteerden Europese bedrijven dubbel zoveel wapens naar het Midden Oosten in vergelijking met 2007 (9 miljard euro). Dat terwijl landen als Bahrein, Libië, Egypte, Egypte, Syrië en Jemen ondertussen hun wapentuig inzetten tegen hun eigen bevolking. Ook Saudi-Arabië is een enthousiaste afnemer van Europees oorlogstuig, maar we weten dat zij ondertussen de soennitische rebellen bewapenden die vochten tegen het regime van de Syrische president Assad – rebellengroepen waaruit uiteindelijk Daesh (IS) ontstond.

En zelfs wanneer er al rekening wordt gehouden met de motieven van de koper, valt onmogelijk op lange termijn te garanderen dat wapens niet in de verkeerde handen zullen vallen. Zo weten we dat Daesh (IS) grotendeels strijdt met moderne Amerikaanse wapens die ze in handen kregen nadat het Iraakse leger was gevlucht. Ook is bekend geworden dat veel van de Afrikaanse huurlingen die Khadafi onder meer inzette tegen zijn eigen bevolking bewapend waren met aanvalsgeweren van Belgische makelij.

Meer dan redenen genoeg dus voor Vredesactie om de wapenconferentie van het EDA te proberen verstoren. Een medewerker van de organisatie fluisterde me toe dat ze na de aanslagen in Parijs op vrijdag 13 november had getwijfeld om de actie niet te laten doorgaan. Zou dat immers niet te gevoelig liggen? Maar de bovenstaande feiten overtuigden ons dat de actie meer dan ooit gerechtvaardigd was. Het is immers deels de verantwoordelijkheid van onze wapenbedrijven dat landen dusdanig destabiliseren dat ze broeihaarden worden van de haat die uiteindelijk leiden kan tot terroristische aanslagen zoals in Parijs.

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon had in het weekend van 14 en 15 november in de media laten optekenen dat België de bescherming zou opdrijven van bepaalde plaatsen, om ze te vrijwaren van aanslagen. Hij wou daarbij niet laten weten over welke plaatsen dat ging. Immers: men hoorde terroristen niet te laten weten welke doelwitten voor hen interessant zouden zijn. Een terechte bezorgdheid van meneer Jambon. Maar Vredesactie had niet geweten dat ook de wapenconferentie van het EDA kon rekenen op die ‘extra bescherming’. In plaats van enkele politieagenten naast de private beveilingsfirma’s die we hadden verwacht, was de conferentie verworden tot een versterkte burcht. Onze gerechtvaardigde actie van burgerlijke ongehoorzaamheid ten opzichte van onze medeplichtigheid aan bloedvergieten in andere landen werd dus geconfronteerd door tal van soldaten en agenten met machinegeweren en honden. Mannen en vrouwen in dure kleren of indrukwekkende militaire uniformen werden met veel bravoure de conferentie binnengeleid, terwijl de burgers die voorbij wandelden of zich naar de tram haastten, ietwat brutaal werden omgeleid.

Het veiligheidspersoneel verwachtte onze actie. Onze fotografen konden zich nog achter hun perskaarten verschuilen en werden aangemaand zich een eind verder te verplaatsen. Mijn taak was hun beeldmateriaal snel naar ons hoofdkwartier te fietsen, zodat ze meteen konden worden gepubliceerd. Ik deed alsof mijn neus bloedde en las verder in mijn boek. Tot men ook mij in de gaten kreeg en een boze politieofficier eiste om in mijn tas te kijken. “We zijn op niveau drie, weet u wat dat is, mevrouw?”, zo intimideerde hij me. Ik weet inderdaad niet wat ‘niveau drie’ is, maar dat de zwaar gewapende agenten en soldaten nerveus waren, was me erg duidelijk. Zeer tegen mijn zin gaf ik toe en liet de man zoeken naar weet ik veel welk oorlogstuig dat natuurlijk niet in mijn tas stak.

Toen ook ik werd weggejaagd van mijn vierkante meter openbare ruimte, bedacht ik me nog dat minister Jambon zich hier in de verhoogde beveiliging had vergist: terroristen zullen volgens mij niet zo snel een aanslag plegen op een conferentie waarop defensiecontracten worden onderhandeld. Hoe meer wapens er in omloop komen, hoe banger mensen worden, hoe groter de voedingsbodem wordt waarop terreur groeien kan. Zoals Parijs ons leerde, zijn de huidige doelen wellicht niet langer militair relevant, maar eerder de plaatsen waar weerloze burgers zich vermaken, met als doel onze samenleving te verharden en de bevolking op te zetten tegen de moslims. Laat het nu net de autochtone burgerbevolking of de onschuldige massa moslims zijn die géén gewapende soldaten rond zich heeft staan. Het ‘kalifaat’ van Daesh (IS) zal wel gedijen bij een verdere angst en polarisering.

Uiteindelijk kwam het, ongeacht de extreme spanning die heerste in de straat, dan toch tot onze actie. Een dertigtal dappere activisten zette het credo ‘wanneer onrecht wet wordt, wordt verzet plicht’ om in de praktijk. Lang mocht dat niet duren. Luttele minuten nadat Vredesactie nepbloed over de straten liet stromen – symbool voor het bloed dat ver van ons wordt vergoten met de wapens waarmee deftige genodigden in de conferentie een fortuin verdienen – kwamen politiewagens vanuit verschillende kanten aangesneld met loeiende sirenes. 27 activisten werden meteen hardhandig opgepakt.

Voor ik met het weggesmokkelde beeldmateriaal op de loop ging, hoorde ik nog één van onze activisten tegen een agressieve agent uitroepen: “Is België een dictatuur, of wat?” Die schreeuw van verontwaardiging blijft in me spoken. Want uiteindelijk had hij groot gelijk: zelfs het onschuldige bloed dat pas in Parijs werd vergoten, weegt blijkbaar niet op tegen de de dictatuur van de winst die onze Europese wapenindustrie blijkbaar moet kunnen blijven verdienen met de export van nog méér wapens naar landen waar ze god (of Allah) weet hoe zullen worden gebruikt, laat staan in wiens handen ze uiteindelijk zullen vallen. Ons veiligheidspersoneel staat desnoods klaar om die winsten te verdedigen tegen burgers die vinden dat het welletjes is geweest.

Mare Van Hove

 

take down
the paywall
steun ons nu!