Analyse -

AKP herovert parlementaire meerderheid in Turkije, repressie wint van vrijheid

Bij de vorige verkiezingen in Turkije van 7 juni 2015 wisten opiniepeilers de uitslag goed te voorspellen, maar op 1 november zaten ze er glad naast. Dat de AKP de grootste partij zou blijven en meer stemmen zou halen was voorspeld, maar 49 procent deed de monden openvallen. Peter Edel maakt een eerste analyse.

maandag 2 november 2015 11:37
Spread the love

Zelfs de meest gunstige peiling voor de Turkse verkiezingen van 1 november 2015 gaf de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) van president Erdogan minder dan acht tot negen procent winst. De meeste opiniepeilers waren het er wel over eens dat de pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP) van Selahattin Demirta? de kiesdrempel (van 10 procent) opnieuw zou halen. Daar slaagde de pro-Koerdische partij inderdaad in, al was het met 10,5 procent met de hakken over de sloot.

Daarmee snoepte de HDP toch de kers van AKP-taart. Want was de HDP buiten het parlement gebleven dan had de AKP (nog) meer zetels gekregen, genoeg om helemaal alleen een nieuwe grondwet te kunnen goekeuren. In die zin is de AKP niet in haar opzet geslaagd, al zal dat de feestvreugde in de partij er op dit moment nauwelijks minder op maken. Verder is de strategie van Erdogan om de coalitiebesprekingen na 7 juni te saboteren en het op nieuwe verkiezingen aan te laten komen immers met vlag en wimpel geslaagd.

Het geleden verlies zal hoe dan ook niet licht zijn gevallen bij de HDP. Het is duidelijk dat stemmen van religieuze Koerden die op 7 juni nog naar de HDP gingen nu voor de AKP waren. Dat de aanslagen van de PKK in de laatste maanden daar alles mee te maken hebben is ook duidelijk. Wat dat betreft mag de AKP een bedankkaartje naar de PKK sturen.

Naast de PKK-aanslagen speelde echter meer in het nadeel van de HDP. Zo werd de HDP na de aanslag in Ankara van 10 oktober door zelfmoordterroristen van de Islamitische Staat (IS) danig in haar mogelijkheden tot campagne voeren beperkt. In die zin kan het bedankkaartje van de AKP naar IS.



Ondanks een nieuwe geweldspiraal en een zo goed als volledige anti-campagne in de media wist Demirta? zijn partij HDP boven de kiesdrempel te houden met 59 zetels in het nieuwe parlement (haber.sol.org.tr)

HDP-leider Demirtas raakte opgesloten tussen twee vuren. Aan de ene kant was er de AKP, die hem gezien zijn pro-Koerdische opstelling op een zwakke plek wist te raken door verbanden te leggen met de aanslagen van de PKK. Tegen dat propagandistische geweld waren de vele oproepen van Demirtas aan de PKK om de wapens neer te leggen niet bestand. Het andere vuur bestond voor Demirtas uit de PKK-vleugel binnen zijn partij. Mede vanwege dat laatste is het de vraag wat voor lessen hij uit de verkiezingsuitslag zal trekken voor de toekomst van de HDP.

CHP/MHP

Meer in de buurt zaten de opiniepeilers met de ruim 25 procent voor de Republikeinse Volkspartij (CHP). Die boekte enige winst, maar onvoldoende om meer zetels in het parlement te krijgen. De CHP blijft wel de grootste oppositiepartij.

Was de hoop van de CHP op meer zetels realistisch? Niet echt. De naoorlogse geschiedenis van die partij geeft aan dat ze op een uitzondering na nooit meer dan dertig procent van de stemmen haalde. De politieke werkelijkheid van Turkije door de jaren heen is dat circa twee derde van de stemmen naar rechts gaat en de rest naar (centrum) links. Zo ging het ook op 1 november weer.

De Partij van de Nationale Beweging (MHP) presteerde daarentegen ver onder de verwachtingen. Er werd weliswaar aangenomen dat de MHP een aantal stemmen ging verliezen aan de AKP, maar dat werden er veel meer dan verwacht. Naast het verlies van de HDP is dit duidelijk een de punten waar de opiniepeilers zich op hebben verkeken. 

Extra pijnlijk voor de MHP is dat de partij meer stemmen dan de HDP kreeg, maar toch minder zetels in het parlement overhoudt dan die partij. Het vreemde verkiezingssysteem in Turkije is daar de oorzaak van. Dit verklaart ook waarom de AKP met net niet de meerderheid van de stemmen, toch 316 van de 550 zetels krijgt.

De redenen voor de winst van de AKP werden eerder al overwogen: naast de aanslagen van de Koerdische PKK en IS, waren dat de moeilijke positie van MHP-leider Bahceli in zijn eigen partij, het verlangen onder de bevolking naar stabiliteit en het ontmoedigende vooruitzicht van nog een coalitieperiode zonder resultaat.

Uit de peilingen kwam het effect hiervan te beperkt tot uiting. Turkse opiniepeilers hebben hun reputatie van betrouwbaarheid die ze op 7 juni verdienden zo in een dag weten te verspelen. Daar zal bij volgende verkiezingen zeker aan worden herinnerd. 

Paradox van de democratie

Deze uitslag is goed nieuws voor zij die mensenrechten en democratisering op willen offeren aan stabiliteit (of wellicht eerder de illusie van stabiliteit, want erg stabiel was het de laatste tijd niet in Turkije onder de AKP). Bijna de helft van de stemmers gaf aan dat democratie voor hen ophoudt bij de stembus en dat democratische fijnzinnigheden als vrijheid van meningsuiting niet aan hen besteed zijn.

Turkije is daardoor langs democratische weg nog verder verwijderd geraakt van democratisering dan het de laatste jaren al was. Het is niet voor het eerst dat deze ‘Paradox van de democratie’ zich in de wereld manifesteert. Dat gebeurde eerder, en niet zelden met desastreuze gevolgen.

Vragen

Hoe zal het verder lopen? Wie zal de eer van de overwinning bijvoorbeeld opeisen? Mocht premier Davutoglu dat doen, dan kan dat gevolgen hebben voor zijn verstandhouding met Erdogan. Of zal Davutoglu’s premierschap verder een irrelevant ambt worden, nu Erdogan met een parlementaire meerderheid voor de AKP de belemmeringen ziet wegvallen om een presidentieel systeem in Turkije als een voldongen feit te verklaren?

De nieuwe AKP-meerderheid is weliswaar te klein om op eigen houtje een nieuwe grondwet te schrijven die een presidentieel systeem mogelijk maakt, maar groot genoeg om Erdogan zonder grondwettelijke basis toch een superpresidentschap te laten beginnen.

Die situatie zou de ontevredenheid onder dissidenten als voormalig vicepremier Arinc en oud-president Gül echter kunnen aanwakkeren, waarmee een breuk in de partij nog altijd op de loer ligt.

Wat betekent deze verkiezingsuitslag voor de economie van Turkije? Zal de AKP nu de verkiezingen voorbij zijn wel aansluiten bij de visie van economen dat hervormingen essentieel zijn om verdere economische schade te voorkomen? Krijgt de Centrale Bank de vrije hand om de Turkse lira met een rentemaatregel te beschermen? Of zullen uit islamisme voortvloeiende bezwaren tegen rente daarbij een hindernis blijven?

Daarnaast is er de vraag of de AKP zich aan haar verkiezingsbeloften houdt. Bijvoorbeeld over een hoger minimumloon. Gezien de grote inkomensongelijkheid in Turkije wordt dat voor velen hoog tijd. Verder beloofde Davutoglu in zijn campagne partners te zoeken voor ongehuwde jongere mannen. Zal hij daarin slagen? Of krijgt de bestrijding van werkloosheid onder jongeren prioriteit? 

PKK

Vragen te over. Hoe zal de confrontatie tussen Turkije en de Koerdische PKK van de laatste maanden zich verder ontwikkelen? Volgen er nieuwe aanslagen? In de week voor de verkiezingen kwam daar opvallend genoeg een einde aan, maar dat kan tijdelijk zijn.

Hervat de PKK de aanslagen, dan kan de regering die met veel geweld trachten te voorkomen, wat neerkomt op veel doden onder de PKK-strijders. De PKK kan zo tot een wapenstilstand gedwongen worden om op krachten te komen, maar een structurele oplossing is dat verre van. 

Het zal dan niet lang duren voordat Koerdische zonen, jongere broers en neven hun vaders, broers en ooms zullen wreken. Zo gaat het al decennia, en zo zal het blijven gaan zolang deze vicieuze cirkel niet doorbroken wordt. Dat laatste kan alleen via de politieke oplossing die door HDP-leider Demirtas wordt voorgestaan. Met andere woorden, met een nieuw vredesproces.

Het vorige vredesproces werd door de AKP afgeblazen toen daar geconstateerd werd dat er geen winst uit te halen viel, dus is het de vraag in hoeverre daar bij eerste minister Davutoglu en president Erdogan nog interesse bestaat het vredesproces.

Bovendien is een vredesproces, zoals Demirtas terecht stelt, alleen mogelijk binnen het kader van democratisering. Hoewel democratisering ooit een sterk punt van de AKP was, is dat ondertussen al weer jaren geleden en zijn ondemocratische tendensen er voor in de plaats gekomen. Gaat de oorlog met de PKK door, dan zal Turkije zeker niet stabieler worden, zoals de stemmers hoopten die voor de AKP kozen. 

Verder op Koerdisch vlak: zal de AKP doorgaan met aanvallen op de Koerdisch georiënteerde Democratische Eenheidspartij (PYD) in Noord-Syrië, om die tot een tegenaanval te provoceren?

Zwaar weer

Turkije is de laatste jaren sterk gepolariseerd geraakt. Als er na 7 juni een coalitie was ontstaan tussen de AKP en de CHP had dat proces teruggedraaid kunnen worden. Nu de AKP haar parlementaire meerderheid heeft geconsolideerd lijkt de hoop daarop nagenoeg vervlogen.

Dat politieke tegenstellingen tot rivaliteit leiden is op zich geen ongezond gegeven, maar als het tot vijandigheid binnen de politiek en de samenleving leidt is het dat wel en zal het zeker instabiliteit in de hand blijven werken. De enige hoop schuilt in eerder genoemde AKP-dissidenten als Arinc en Gül die verklaarden de polarisering als een dreiging voor het algemeen landsbelang te beschouwen.

Toen de AKP vier jaar geleden de parlementsverkiezingen won richtte ik me tot de naar vrijheid en sociale rechtvaardigheid strevende Turken en schreef: bereidt u zich voor op zwaar weer. Dat zware weer kwam, met talloze repressieve maatregelen, een economiebeleid met ideologische oogkleppen, een nieuwe oorlog met de PKK en een buitenlandbeleid dat de burgeroorlog in Syrië binnen de Turkse grenzen haalde.

Nu richt ik me wederom tot hen die mensenrechten voorop plaatsen en schrijf: maakt u zich op voor noodweer, want de conclusie is duidelijk. Als het om stabiliteit gaat bestaat onder het Turkse publiek momenteel meer vertrouwen in repressie dan in vrijheid. De factoren die een samenleving hiertoe brengen zijn bekend en immer verontrustend. Maar het is niet anders: het is de werkelijkheid van 10 oktober 2015.

(*) De in dit artikel genoemde percentages zijn onder voorbehoud omdat de definitieve uitslag nog bekend moet worden gemaakt.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

take down
the paywall
steun ons nu!