Son of Saul: Helletocht door een uitroeiingskamp

‘Son of Saul’: Moreel overleven in een barbaarse wereld

Zeventig jaar na de bevrijding van de nazi-uitroeiingskampen tracht de 38-jarige Hongaarse cineast László Nemes met zijn debuut 'Son of Saul' een fictiefilm over Auschwitz te maken “voor mijn generatie. Dit is ook een verhaal over nu want de trauma's over de Holocaust zijn niet verdwenen”. Een gevoelig onderwerp maar via een even gedurfde als originele vormgeving slaagt Nemes er toch in het onverfilmbare in beelden en geluiden te vertalen. De Grand Prix-winnaar van Cannes is een uitzonderlijke en indrukwekkende film.

dinsdag 27 oktober 2015 16:16
Spread the love

Son of Saul zorgde al van bij zijn eerste vertoning tijdens het filmfestival van Cannes voor opschudding. Met een fictiefilm over de absurditeit en gruwelijkheid van de uitroeiingskampen van de nazi’s zette de Hongaarse debutant László Nemes een frontale aanval in op een oud moreel debat: mag je het verhaal van de Holocaust vertellen en hoe laat je de horror zien?

Het debat liep tot nog toe via de lijnen ‘de realiteit van de kampen is onverfilmbaar’ versus ‘men kan alles filmen’. Claude Lanzmann (Shoah) versus Steven Spielberg (Schindler’s List). De eerste zet vol in op getuigenissen en een bezoek aan de plaatsen waar de gruwel zich afspeelde, de tweede gebruikt een uitzonderlijke gebeurtenis (de duizenden Joden die gered werden van de gaskamers) om het grote verhaal (de miljoenen die het niet haalden) te suggereren.

 

Genocide in beeld

 

Nemes is absoluut niet te vinden voor de melodramatische aanpak van Hollywood. Spielbergs discutabel ‘happy end’ is moeilijk te verteren voor iemand die een deel van zijn familie verloor in de kampen. “Dat verlies is me altijd blijven achtervolgen,” zei Nemes in Cannes, “ik moest me meester maken van dit onderwerp”.

Omdat er nog weinig overlevenden kunnen getuigen besloot Nemes een film te maken voor een nieuwe generatie “zonder de sentimentaliteit van andere films over de kampen of de abstracties van intellectuele analyses. Ik wou het fysiek maken”. Een aanpak die ook verschilt van die van Lanzmann en Alain Resnais (Nuit et brouillard).

Het debat rond de weergave van genocides in (film)beelden wordt daarmee niet definitief gesloten – Nemes heeft niet de enig mogelijke benadering gevonden – maar de fysieke, intense filmwijze benadrukt een urgentie. Met name de nood van generaties die weldra geen direct contact meer zullen hebben met getuigen om hun eigen herinnering aan deze misdaad te ontwikkelen. Het geheugen dient gevoed te blijven.

In de geest van een getuige

 

Son of Saul brengt de nachtmerrie tot leven door in de geest te duiken van Saul Ausländer (met onderkoelde intensiteit vertolkt door Géza Röhrig), een Hongaarse Jood die in de herfst van 1944 deel uitmaakt van het door de SS aangestuurde Sonderkommando van het Poolse uitroeiingskamp Auschwitz.

Samen met andere gedeporteerden leidt Saul joodse gevangenen – die per trein arriveren van getto’s of andere kampen – naar de vestiaire van de gaskamers om hen daar uit te kleden en met smoesjes (“de soep volgt”) in de ‘douches’ te leiden. Achteraf moeten ze kledij verzamelen, waardevolle objecten verwijderen, de gaskamer oppoetsen, lijken afvoeren naar het crematorium en de as verstrooien in de rivier.

Wanneer een groep gedeporteerden van een onbekende bestemming de dood is ingejaagd ontdekt het Sonderkommando een levend jongetje tussen de dode lichamen. Een Duitse dokter/officier wurgt het kind maar dit wonder brengt iets teweeg in de geest van getuige Saul.

De man met het merkteken op de rug denkt zijn zoon te herkennen in de dode jongen (of het kind doet hem aan zijn zoon denken) en besluit het lichaam te verbergen om het voor verbranding te behoeden. Meer nog, hij gaat op zoek naar een rabbi die voor een waardige begrafenis (met voorlezing uit de Kaddisj) kan zorgen.

Een in de context van de op volle toeren draaiende vernietigingsmachine absurd plan dat Saul met grote verbetenheid uitvoert. Parallel bereiden de andere leden van het Sonderkommando een opstand voor om hun eigen dreigende dood af te wenden. Want het besef groeit dat de nazi’s de uitvoerders van het vuile werk maar vier maanden langer in leven houden dan de andere gedeporteerden. Getuigen kunnen immers best gemist worden.

Chaos en verwarring

 

De opstand van het Sonderkommando is een historische gebeurtenis die plaats vond op 7 oktober 1944 toen de leden van de ‘eenheid’ hun einde zagen naderen en door te vechten trachtten te overleven. De protagonist van Son of Saul is niet bezig met fysiek te overleven. Maar hij is niet zo lethargisch als de personages in Spielbergs Schindler’s List.

Nemes focust op “een man die bezig is met moreel te overleven”. Daarom kleeft zijn jachtige, handgehouden camera op de huid van Saul en beleven we alles vanuit diens subjectiviteit. Het consequent aangehouden point of view camerawerk en het bijna vierkante 4/3 beeldformaat sluiten ons op in de beleving van Saul.

We volgen van achter Sauls rug en kijken quasi door zijn ogen. Bij deze subjectieve, close-up blik op de werkelijkheid blijft er veel buiten beeld of onscherp. We krijgen glimpen van lichamen, de achtergrond oogt wazig en geluid (lawaai, slagen, kreten, tierende nazi’s) suggereert wat zich buiten beeld afspeelt.

Chaos en verwarring heersen maar de intensiteit en barbaarsheid van deze hel is overduidelijk. Zeker in Nemes favoriete 35mm kopie fungeert de achtergrond als een gelaagd, korrelig en duister kader. Jammer dat er in België amper nog bioscopen overblijven waar 35mm vertoond kan worden zodat we het met de veel vlakkere en reliëfarme DCP kopieën moeten stellen.

Een subjectieve helletocht

 

Via zijn claustrofobe, subjectieve visuele stijl dwingt Nemes de kijker in de geest en het standpunt van zijn gedoemde protagonist. Saul blijft in beweging en zijn absurde actie (“je houdt je bezig met de doden in plaats van begaan te zijn met de levenden” is het verwijt van een rabbi) legt de waanzin bloot.

Tegelijk bezoeken we met hem ook verschillende plaatsen van het kamp, ontmoeten we de andere kapos van het kommando en ontdekken we hoe deze vernietigingsfabriek niet enkel werkt maar ook dreigt te ontsporen door het helse ritme en de onmenselijke arbeidslogica van deze industrieel georganiseerde genocide.

Het bizarre aan Son of Saul is dat Nemes, door de geschiedenis te verwijzen naar het achterplan van de fictie, er zowel in slaagt de waanzin van de kampen reëel te maken als de rationaliteit te doorprikken die de nazi’s gebruiken om de slachting verhullen.

De tocht van Saul is een reis door de hel en de cineast dompelt ons onder in zijn onzekerheid en vertwijfeling door het tonen van een gefragmenteerde beleving en een beperkte ruimte. We zijn Sauls reisgenoot en belanden midden in een onzekere, brutale wereld. Een wankel universum waarin hij als lid van het ‘medeplichtige’ Sonderkommando door de nazi’s ook nog van zijn onschuld wordt beroofd.

De horror tastbaar gemaakt

Nemes laat veel over aan onze verbeelding en versterkt daardoor de verschrikkingen. Hij verplicht de kijker ook na te denken over het gebeuren en over de eigen voorstelling. “Je kan de werkelijkheid nu eenmaal niet laten zien,” stelt de regisseur, “zo’n beeld heeft bovendien minder kracht, minder gewicht”.

Omdat hij net zoals Lanzmann weet dat de realiteit van de kampen niet in beeld te brengen is – hij ensceneert wel de opname van een door een gevangene genomen foto van de gruwelijkheden – creëert Nemes via de blik van Saul een audiovisuele impressie die onze fantasie prikkelt. Zonder intellectuele afstand. De horror, de gruwel, wordt tastbaar.

We beleven de vernederingen en verschrikkingen. Klampen ons vast aan Sauls poging om moreel te overleven. Maar we blijven ontredderd achter wanneer de fataliteit onafwendbaar blijkt en een ander jongetje wegrent om te verdwijnen in de natuur. Na, op aangeven van de Duitse soldaten, de mond en ogen gesloten te hebben. Hoe blind zijn we geweest en kunnen we blijven voor het kwaad? Met die vraag slaat Son of Saul een brug tussen verleden en heden.

‘Son of Saul’ loopt vanaf 28 oktober in de zalen.

take down
the paywall
steun ons nu!