Foto: Karina Brys

Een betoging van 100000 mensen: nuttig?

Op 7 oktober 2015, trokken 100.000 mensen door Brussel, demonstrerend tegen de Regering-Michel I (of “Michel-De Wever I” in het jargon). De vraag vliegt links en rechts in het rond: levert een betoging zoals die vandaag wel iets op? Hieronder enkele elementen.

donderdag 8 oktober 2015 14:17
Spread the love

1. Het was alweer een betoging die veel groter was dan verwacht: net als vorig jaar kwam er zowat 40% meer volk op straat dan in de meest optimistische ramingen van de vakbonden aan de vooravond van de betoging.

Waarom is dit belangrijk?

2. Omdat het aantoont dat de regels van het oude politieke spel nu echt wel tot het verleden behoren. Men ging (en gaat) er steeds van uit dat sociaal protest na een tijdje uitdooft. De enorme opstoot van eind 2014 en begin 2015 werd door cynische politici weliswaar als hinderlijk gezien (en het legde de debatten binnen de regering echt wel een hele tijd stil), maar tevens als iets wat men gewoon z’n tijd moest geven. Ook bij de vakbondstop hoorde men dat er “actiemoeheid” zou optreden, en in de aanloop naar vandaag hoorde men pessimistische geluiden over de mobilisatie.

Wel, het verzet is duidelijk NIET uitgedoofd. Integendeel, men is op volle sterkte de straat op getrokken, op een weekdag, met een zeer grote discipline en veel strijdbaarheid. Pech voor zij die dachten dat het protest zou wegebben: bad news guys…

3. Het geeft daardoor de vakbonden alweer een stevige dosis legitimiteit en een fors actiemandaat. Een betoging is een “licht” actiemiddel dat in wezen weinig schade aanricht. Het is wel een goede barometer voor de actiebereidheid van de basis, om eventueel het zwaardere stakingswapen boven te halen. Het signaal dat nu is gegeven (en ontvangen door Leemans, De Leeuw enz) is: go ahead, ga maar in actie. Het wapen is dus op de elites gericht, en het is geladen.

4. Wie zijn die 40%? Net als afgelopen jaar zagen we dat de ruggengraat van de betoging uiteraard syndicaal is; maar net als toen liepen er vandaag alweer studenten, gepensionneerden, kleine zelfstandigen, jongerenbewegingen, sans-papiers en vluchtelingen-actiegroepen, en … boeren mee. En Hart boven Hard was er vanzelfsprekend ook weer bij. Het protest is dus niet uitsluitend syndicaal, het is veel breder gedragen, en ook dat is een breuk met de klassieke spelregels van de politiek. Die breuk is vorig jaar gemaakt, en ze is blijvend. Die bredere coalitie is eveneens vorig jaar ontstaan, en ook die is blijvend.

5. Noteer terzijde dat die coalitie zich over het afgelopen jaar doorheen een hele reeks domeinen als een formidabele kracht heeft gemanifesteerd. Terwijl het de afgelopen decennia uiterst moeilijk bleek om mensen tot demonstraties te bewegen, zien we nu het tegendeel. De afgelopen maanden leidde het thema van de vluchtelingen, bijvoorbeeld, tot een ongekende opstoot van “grassroots” mobilisatie, met honderden burgers die als vrijwilliger in actie schieten, en twintigduizend burgers die betogen voor de humane opvang van die vluchtelingen – en dit zowel in binnen- als buitenland. Er is een nieuwe politieke kracht in de arena getreden. Men neme er nota van.

6. Effecten: de regering en de elites weten nu dat ze net als vorig jaar een uiterst lastige rit voor de boeg hebben. Niks van wat ze voorstellen zal zonder heftig protest passeren, en dat protest is slopend voor de regering en (vooral) haar parlementsleden. Het schept gevoeligheden die er anders niet zouden zijn, angst voor de haalbaarheid, angst voor stakingen, de behoefte om wat te compenseren (wat ook weer tot interne conflicten zal leiden) en ga zo maar door. Het verstoort de politici die liefst als ongecontesteerde charismatische managers handelen. (Denkt U nu ook spontaan aan Kris Peeters?)

Deze regering is uiterst onpopulair, wat de peilingen ook mogen beweren. Ze heeft immers het werkende deel van de bevolking radicaal en unaniem tegen zich, en die wordt op haar beurt gesteund door een enorme reeks van burger-organisaties en actiegroepen van allerhande slag. Peilers gaan uit van een abstract gegeven: “de bevolking”. In realiteit gaat het om specifieke delen van die bevolking, want de ene groep kan meer hinder veroorzaken dan de andere. Deze regering heeft een cruciaal deel van de bevolking tegen zich, en zonder dit deel kan ze haar beleid niet uitvoeren zoals ze het zou wensen: wie de arbeidsmarkt en het hele sociaaleconomische systeem wil vervormen, kan dit niet doen wanneer de doelgroep van dat beleid radicaal en unaniem tegenwerkt.

Dus wat is nu het resultaat?

De samenleving is, technisch gesproken, “onstabiel” en in een permanente staat van revolte, met name in die delen ervan die van kritiek belang zijn voor het regeringswerk. Dat is geen klimaat dat rust in de regering brengt, want het is ook geen klimaat waarmee men de volgende verkiezingen wint. En het is een klimaat dat onder politici nogal eens de neiging losmaakt tot compromissen, waarin de ideologische dada’s van coalitiepartners eraan moeten geloven.

Het feit dat deze regering al een jaar van de ene crisis naar de andere strompelt, geen enkele lijn weet uit te zetten, voortdurend zichzelf tegenspreekt en nonsens uitkraamt, en er nooit als een coherente ploeg uitziet: dat alles toont aan dat het verzet sinds eind 2014 zeer effectief is geweest.

Voortdoen zeg ik, zowel tegen het verzet als tegen de regering. Laat de coalitiepartners nog maar een tijdje elkaar doen lijden en elkaar schade toebrengen. Nog een jaar of zo. Daarna gaan we naar de stembus, en gaan we lachen.

 

take down
the paywall
steun ons nu!