Guy Debord (notbored.org)
Voorpublicatie - Guy Debord

Guy Debord geeft commentaar op ‘De spektakel-maatschappij’

'De spektakelmaatschappij' en 'Commentaar op de spektakelmaatschappij', twee klassieke subversieve teksten van de Fransman Guy Debord (1931-1994), werden deels hervertaald en opnieuw uitgegeven. Hieronder twee tekstfragmenten.

woensdag 30 september 2015 09:58
Spread the love

De maatschappij die is gemoderniseerd tot het stadium van het geïntegreerd spectaculaire wordt gekenmerkt door het gecombineerde effect van vijf basistrekken, namelijk: voortdurende technologische vernieuwing; samensmelting van staat en economie; alomtegenwoordigheid van het geheim; het onware zonder tegenspraak; een altijddurend heden.




De beweging naar technologische vernieuwing is allang gaande en vormt een wezenlijk bestanddeel van de kapitalistische, soms industrieel of postindustrieel geheten maatschappij. Maar sinds deze beweging zich recent (kort na de Tweede Wereldoorlog) nog eens heeft versneld, is de autoriteit van het spektakel daardoor meteen ook navenant versterkt, want technologische vernieuwing levert iedereen met huid en haar uit aan het geheel van specialisten, aan hun berekeningen en aan hun immer zelfvoldane oordelen over die berekeningen. De samensmelting van staat en economie is de meest in het oog springende tendens van de twintigste eeuw, en moet op zijn minst worden beschouwd als de drijvende kracht achter de recentste economische ontwikkeling. Het defensieve en offensieve verbond dat deze twee machten, staat en economie, hebben gesloten, heeft ze allebei de grootste gezamenlijke winsten opgeleverd, op elk gebied – van elk van beide machten kan worden gezegd dat hij de ander bezit; het is absurd ze tegenover elkaar te plaatsen of een onderscheid te willen maken tussen hun redelijke en hun redeloze kanten. Die eenwording is ook uitermate bevorderlijk gebleken voor de ontwikkeling van de spectaculaire heerschappij, want deze viel daar nu juist van meet af aan mee samen. De laatste drie trekken zijn de directe gevolgen van die heerschappij in haar geïntegreerde stadium.

Het alomtegenwoordige geheim staat achter het spektakel als de doorslaggevende aanvulling op wat het toont en ook, in de kern van de zaak, als het belangrijkste mechanisme ervan.

Het loutere feit dat het voortaan zonder tegenspraak is, heeft aan het onware een volslagen nieuwe kwaliteit gegeven. In één moeite door is het ware iets wat vrijwel overal is opgehouden te bestaan, of in het beste geval gereduceerd tot

de status van onbewijsbare hypothese. Het onware zonder tegenspraak heeft de afbraak van de publieke opinie voleindigd, die aanvankelijk al niet bij machte was om zich te laten horen – maar vervolgens algauw om zich überhaupt te vormen. Dat heeft uiteraard zwaarwegende gevolgen op het gebied van de politiek, de toegepaste wetenschappen, de rechtspraak en het kunstbegrip.

Een heden waarin de mode – van kleding tot zangers – tot stilstand is gebracht, een heden dat het verleden wil vergeten en niet meer de indruk wekt te geloven in een toekomst, zo’n heden wordt geconstrueerd met behulp van een onophoudelijke, circulaire informatiestroom, waarin uitentreuren wordt teruggekomen op een zeer beperkte lijst van dezelfde pietluttigheden, vol vuur aangekondigd als belangrijk nieuws, terwijl het echt belangrijke nieuws over wat er daadwerkelijk verandert maar zelden en alleen met horten en stoten doordringt. Dat echt belangrijke nieuws heeft altijd betrekking op het vonnis dat deze wereld over zijn eigen bestaan lijkt te hebben uitgesproken, op de stadia van zijn geprogrammeerde zelfvernietiging.

VI

Het eerste wat de spectaculaire heerschappij zich ten doel stelde, was het laten verdwijnen van historische kennis in het algemeen, en om te beginnen van vrijwel alle informatie en alle verstandig commentaar op het recentste verleden.

Iets wat zo flagrant duidelijk is hoeft niet te worden uitgelegd. Het spektakel organiseert op meesterlijke wijze de onwetendheid over wat er geschiedt en, meteen daarna, het vergeten van wat daarvan toch bekend mocht zijn geraakt.

Het belangrijkste is het meest verborgene. Sinds twintig jaar is er niets bedolven onder zo veel leugens op bestelling als de geschiedenis van mei 1968. Toch zijn er nuttige lessen getrokken uit een paar nuchtere studies over die dagen en over de oorsprong ervan – maar die zijn staatsgeheim.

Nu alweer een tiental jaar geleden drukte in Frankrijk een president van de Republiek, sindsdien vergeten maar destijds dobberend aan de oppervlakte van het spektakel, op naïeve wijze de vreugde uit die hij voelde ‘in de wetenschap dat we voortaan leven in een wereld zonder geheugen, waar beelden, als op het wateroppervlak, steeds door nieuwe beelden worden verjaagd.’ Dat is inderdaad handig voor wie op het pluche zit; en zich daar weet te handhaven. Het einde van de geschiedenis betekent prettig achteroverleunen voor elke zittende macht. Daarmee is het succes van alles wat die macht onderneemt, of op zijn minst het gerucht van het succes, absoluut gegarandeerd.

Een absolute macht schaft de geschiedenis des te radicaler af naarmate hij daartoe dwingender belangen of verplichtingen heeft, en vooral naargelang de praktische uitvoeringsmogelijkheden waarop hij stuit. De eerste keizer van China Qin Shi Huangdi zette boekverbrandingen op touw maar slaagde er niet in alle boeken te doen verdwijnen. Stalin dreef in onze eeuw de uitvoering van een dergelijk plan nog verder, maar ondanks de hulp van allerlei medeplichtigen buiten de grenzen van zijn rijk bleef er in de wereld een groot gebied over waar zijn politieapparaat geen toegang toe had en waar zijn leugens werden weggelachen. Het geïntegreerd spectaculaire heeft betere resultaten geboekt, met geheel nieuwe procedés, en ditmaal door mondiaal te opereren. De flauwekul die allerwegen ontzag inboezemt, daar mag niet meer om worden gelachen; het is in elk geval onmogelijk geworden om te laten weten dat je erom lacht.

Het domein van de geschiedenis was het gedenkwaardige, het geheel van de gebeurtenissen waarvan de gevolgen lang voelbaar zouden blijven. Tegelijk sloeg de geschiedenis op kennis die duurzaam zou moeten zijn en zou moeten helpen te begrijpen, op zijn minst gedeeltelijk, wat er nieuw was aan de gebeurtenissen: een ‘bezit voor altijd’, zei Thucydides. Zo was de geschiedenis de maat van het werkelijk nieuwe – en wie het nieuwe verkwanselt heeft er alle belang bij om het middel waarmee het kan worden gemeten te laten verdwijnen.

Wanneer wat belangrijk is maatschappelijk wordt erkend als wat momentaan is en ook een moment later nog als zodanig wordt erkend, op een ander, identiek moment, dat steeds wordt vervangen door het volgende momentane belang, kunnen we evengoed zeggen dat het niet-belang, dat zo luid spreekt, door het gebruikte middel een soort eeuwigheidsgarantie krijgt.

Het spektakel heeft een niet te versmaden voordeel behaald door de geschiedenis vogelvrij te verklaren, door alle recente geschiedenis meteen tot de clandestiniteit te veroordelen en door de historische gezindheid in de maatschappij op grote schaal en met succes aan de vergetelheid prijs te geven.

Daardoor heeft het namelijk allereerst zijn eigen geschiedenis, het eigenlijke tempo van zijn recente wereldverovering aan het oog onttrokken. De macht van het spektakel is al heel gewoon geworden, alsof die er altijd is geweest. Iedereen die zich wederrechtelijk macht toe-eigent, heeft er belang bij te doen vergeten dat hij maar net is komen kijken.

Vertaling: Rokus Hofstede.

Voorpublicatie uit Guy Debord, De spektakelmaatschappij & Commentaar op de spektakelmaatschappij, vertaling Rokus Hofstede, Jaap Kloosterman & René van de Kraats, Uitgeverij IJzer, ISBN 978 90 8684 114 1, verschijnt oktober 2015.

take down
the paywall
steun ons nu!