Een webinar over geo-engineering

Een webinar over geo-engineering

maandag 24 augustus 2015 09:35
Spread the love

The National Academies of Sciences (USA)
publiceerde in februari een rapport – of beter: twéé rapporten – over de
mogelijkheid om de klimaatverandering tegen te gaan met geo-engineering
technieken. Het eerste rapport gaat over het verwijderen van CO2 uit de
atmosfeer. Het tweede gaat over albedomodificatietechnieken: aërosolen in de
stratosfeer brengen die het zonlicht reflecteren, om zo de aarde af te koelen.
Deze rapporten werden onlangs in een webinar voorgesteld.
De rapporten zelf kunnen ook gratis gedownload worden, zie:

http://nas-sites.org/americasclimatechoices/

Het uitgangspunt van het comité van de NAS: Tot nu toe nam men aan dat
er twee oplossingen zijn voor het klimaatprobleem: mitigatie (het reduceren
van broeikasgasemissies om de klimaatverandering af te remmen) en adaptatie
(samenleving en ecosystemen aanpassen zodat ze beter bestand zijn tegen de
klimaatverandering). Klimaatinterventie, oftewel geo-engineering is een derde
oplossing. Het comité benadrukt dat klimaatinterventie geen alternatief is voor
mitigatie en adaptatie. Echter, terwijl onze planeet een periode van
klimaatverandering ondergaat zoals nooit eerder in de gekende menselijke
geschiedenis, groeit de interesse in de mogelijkheid van opzettelijke
interventie in het klimaatsysteem om de klimaatverandering tegen te gaan.
Klimaatinterventie zou deel kunnen uitmaken van een portfolio van antwoorden op
het klimaatprobleem. Maar 1. hiervoor moet er eerst meer onderzoek komen naar
de verschillende klimaatinterventietechnieken en hun gevolgen en 2.
klimaatinterventie kan pas toegepast worden nadat hierover een breed
maatschappelijk debat gevoerd is. Klimaatinterventie moet gereguleerd worden,
en de wetgeving hieromtrent moet tot stand komen in samenspraak met alle betrokken
partijen.

Webinar

De eerste opmerking waarmee het webinar begon: de auteurs verkiezen
de term “klimaatinterventie” boven “geo-engineering”. “Geo-engineering” geeft
namelijk de indruk dat men precies en nauwgezet tewerk gaat en dat de gevolgen
van de ingreep goed gekend zijn. En dit, zo benadrukken de auteurs, is
allerminst het geval. We kennen weinig van het klimaat, en we weten nog minder
wat er zal gebeuren als we atmosferische condities scheppen die zonder
precedent zijn. Het is mogelijk dat het geneesmiddel erger is dan de kwaal, en dat
de klimaatinterventie rampzaliger zal blijken dan de klimaatverandering zelf.

De tweede opmerking ging over de reden waarom er twee
rapporten zijn in plaats van een. De twee voorgestelde oplossingen zijn
namelijk radicaal verschillend. Het verwijderen en opslaan van CO2 pakt de
oorzaak van de klimaatverandering aan: het vermindert de hoeveelheid
broeikasgassen in de atmosfeer, en houdt relatief weinig risico in.
Daartegenover staat dat de oplossing duur is, moeilijk op grote schaal toe te
passen en dat de positieve gevolgen pas na lange tijd voelbaar worden.
Albedomodificatie, de reflectiviteit van de aarde verhogen door aërosolen in de
stratosfeer te brengen bestrijdt alleen de symptomen van de klimaatverandering,
en houdt grote risicos in, die trouwens ten dele nog niet begrepen worden. De
aërosolen tasten de ozonlaag aan, de aanpak is geen oplossing voor de verzuring
van de oceanen en bovendien zouden de neerslagpatronen overal ter wereld
beïnvloed worden – men weet echter niet in welke zin (bijv. Californië zou een
nog grotere droogte te verduren kunnen krijgen, of het zou er juist meer kunnen
gaan regenen). Albedomodificatietechnieken zijn echter goedkoper, gemakkelijker
op grote schaal toe te passen, en het effect is na enkele jaren reeds merkbaar.
Er is echter nog een nadeel: aangezien deze techniek enkel de symptomen
bestrijdt zou het de mensheid kunnen doen concluderen dat we rustig CO2 kunnen
blijven uitstoten. Waardoor de behoefte aan albedomodificatie jaar na jaar zou
toenemen, een beetje zoals een patient in intensive care die continu aan de
beademingsmachine moet blijven liggen om in leven te blijven. Indien de
albedomodificatie plots zou worden stopgezet (bijv. vanwege een oorlog) zou dit
onmiddellijk rampzalige gevolgen hebben.

De auteurs raden aan (niet verrassend) dat er meer onderzoek
moet gebeuren, zelfs indien men momenteel niet van plan is om
albedomodificatietechnieken te gaan gebruiken. Het is tenslotte altijd mogelijk
dat het één of andere land, op eigen houtje, en niet gehinderd door hun gebrek
aan kennis besluit om toch aan albedomodificatie te gaan doen. Als de nood hoog
wordt, en de misoogsten elkaar opvolgen, dan kan er zoveel politieke en/of
sociale druk ontstaan dat men tot grote risicos bereid is. En bij dit soort
oplossing blijven de gevolgen nooit beperkt tot één regio of één land, er
zullen steeds mondiale gevolgen zijn.

De auteurs willen ook de informatie verschaffen om het
maatschappelijke debat op gang te brengen, omdat de keuze om geo-engineering
toe te passen steeds door de samenleving zal moeten gedragen worden.

Mijn persoonlijke
bedenkingen

Albedomodificatie

Nog losstaande van de gekende én ongekende negatieve
gevolgen van albedomodificatie ben ik niet bijzonder opgezet met het idee om de
aarde aan een soort permanent beademingstoestel te leggen, waarvan ze nooit
meer kan worden losgekoppeld. Vandaar dat het hele albedomodificatie idee mij
bijzonder gruwelijk voorkomt. Het lijkt mij een soort langgerekte doodsstrijd
van de planeet.

Het is veelzeggend dat zulke oplossingen bespreekbaar worden
in de wetenschappelijke wereld. In de jaren 90 wilden wetenschappers zelfs niet
over adaptatie spreken. Nu is duidelijk dat de klimaatopwarming zover gevorderd
is dat adaptatie hoedanook nodig zal zijn. Hetzelfde schijnt nu te gebeuren met
klimaatinterventie: het idee wordt langzaam aan acceptabel.

CO2 verwijderingstechnieken

Hoe zit het met CO2 verwijderingstechnieken ? Deze
aanpak lijkt al veel beter: het komt eigenlijk neer op het herstellen van het
atmosferisch evenwicht naar pre-industriële niveaus. 

Er zijn verschillende technieken waaronder: het rechtstreeks verwijderen van CO2 uit de atmosfeer,
of het opwekken van energie uit biomassa, waarna de CO2 uit de
verbrandingsgassen wordt gefilterd en opgeslagen. Ook herbebossing en biochar (het gebruiken van houtskool ter
bemesting van landbouwgronden, waardoor feitelijk meer koolstof wordt
vastgehouden in de bodem) zijn mogelijkheden.

Tijdens het webinar werd de vraag gesteld: op welke schaal
moeten zulke technieken worden ingezet om een substantieel effect te hebben op
CO2 gehalte en globale temperaturen ? Antwoord: het is van dezelfde
grootte-orde, of mogelijk zelfs nog groter, dan het vervangen van alle
kolencentrales ter WERELD door een koolstofarm alternatief (zonne- en
windenergie).

Dus, waar CO2 verwijderingstechnieken minder risico dragen is hier de kostprijs het enorme struikelblok.

Wie zal dat betalen ?

Ik vind dat deze kant van het probleem merkwaardig weinig
belicht wordt: wie zal dit betalen ?
Wetenschappers hebben misschien het gevoel dat deze vraag geen deel is van de
probleemstelling. Zij houden zich bezig met technologieën, die ze proberen te
optimaliseren naar energie- en materiaalverbruik, efficiëntie en kosten, en
daar eindigt naar hun gevoel hun verantwoordelijkheid.

En toch is het de meest cruciale vraag. Ik zou zelfs zover
gaan te zeggen dat er hier ook een soort ontkenning meespeelt, vergelijkbaar
met de klimaatontkenning. Dat deze vraag niet gesteld wordt – laat staan
beantwoord – is de reden waarom mitigatiemaatregelen voortdurend worden
uitgesteld, en de reden waarom men nu half wanhopig over klimaatinterventie begint na te denken.

Eigenlijk zijn er maar 2 mogelijke antwoorden op die vraag:  

  1. De
    technologie wordt ingezet door, en onder leiding van de overheid. Dit betekent
    dat er een sterke overheid nodig is, en dat er aan iedereen zware belastingen
    worden opgelegd om deze technologie te bekostigen. Wie betaalt er dan ? Wij
    allemaal zullen moeten betalen voor de oplossing, ongeacht hoeveel wij hebben
    bijgedragen aan het probleem.
  2. Een tweede optie is om de
    oplossing over te laten aan de vrije markt. Maar dit is enkel mogelijk
    indien er een mondiale koolstoftaks wordt ingevoerd. Alleen hierdoor
    zullen privéinvesteerders hun geld steken in koolstofarme,
    koolstofneutrale en koolstofnegatieve technologieën. In dit geval zijn het
    de vervuilers die voor de oplossing betalen.

Is
de vrije markt hiertoe in staat ?

Stel dat we in het omgekeerde geval waren, dat er een
ijstijd dreigde door het lage CO2 gehalte in de atmosfeer. En dat de enige
oplossing was om als een gek fossiele brandstoffen te gaan verbranden, door
overal ter wereld kolencentrales te bouwen. Dan zou de reactie van de mensen
waarschijnlijk zijn: dat lukt nooit. Ik ben ervan overtuigd:  Als de incentives er zijn, dan zal de
ontwikkeling gebeuren, en misschien zelfs sneller dan we denken.

Dus het antwoord is: laat de economie zorgen voor de CO2
opvang en opslag. En de enige manier om dat te doen is door er een
winstgevende business van te maken. En dit kan door een prijs te kleven op CO2
: een mondiale koolstoftax. Het is meer dan een politiek instrument. Het is een
maatregel die de economie stabiliseert en in de juiste richting stuurt.

Als er een koolstoftaks wordt ingevoerd zal er trouwens vooral worden geïnvesteerd in mitigatietechnieken – precies wat er
in het rapport wordt aangeraden –  en hierdoor zal er veel minder behoefte zijn aan klimaatinterventietechnieken. Men
kan dan immers evenveel verdienen aan het verhinderen dat een ton CO2 wordt
uitgestoten als aan het opvangen en opslaan van een ton CO2. En dat laatste is
veel moeilijker te realiseren.

Als men keuze heeft tussen deze twee opties snap ik niet,
SNAP IK NIET dat de vrije markt fundamentalisten zich zo tegen een koolstoftaks
verzetten. Tenzij men natuurlijk gokt op optie 3: het permanente beademingstoestel
voor planeet aarde.

take down
the paywall
steun ons nu!