Onderschrift
Boekrecensie -

Historicus Tony Judt over Thatcher, treinen en zoveel meer

Recensie van Tony Judts 'Wanneer de feiten veranderen. Beschouwingen 1995-2010'.

vrijdag 14 augustus 2015 15:15
Spread the love

“Wie
wil begrijpen hoe de wereld de Verenigde Staten vandaag de dag ziet, moet zich
even een suv voor de geest halen. Zo’n veel te grote en veel te zware
terreinwagen is een openlijke minachting van overeenkomsten om luchtvervuiling
te beperken. Een suv gebruikt buitensporige hoeveelheden schaarse middelen om
de geprivilegieerde bezitters ervan overbodige diensten te leveren. Een suv
stelt buitenstaanders aan dodelijke gevaren bloot om de gebruikers ervan de
illusie van veiligheid te bieden. In een volle wereld is de suv een
anachronisme. Net als het Amerikaanse buitenlandbeleid is de suv omgeven door
ronkende missieverklaringen, terwijl hij eigenlijk niks anders is dan een groot
uitgevallen bestelauto met te veel pk’s.” 

Leuk?
En dit dan? “De Verenigde Staten zijn het enige democratische land waar op
politieke fotomomenten en in populaire films altijd soldaten en andere mensen
in uniform figureren. Amerika is ook de enige plek ter wereld waar burgers
gretig dure militaire voertuigen kopen om boodschappen in te doen. In een land
dat op de meeste terreinen van menselijke inspanning en geen voortrekkersrol
meer vervult, zijn oorlog en het militaire aparaat de laatste symbolen van
Amerikaanse dominantie en de Amerikaanse manier van leven.”

Dit
zijn twee griezelig goeie fragmenten uit evenveel steengoede artikels van de
helaas overleden historicus Tony Judt. Ik zou trouwens zonder probleem m’n hele
recensie met zulke fragmenten kunnen vullen. Het merendeel van de artikels in
dit boek verscheen oorspronkelijk in The
New York Review of Books
en zijn nu gebundeld onder de titel Wanneer de feiten veranderen. Het boek
is opgedragen aan Judt zijn vader Joe die geboren is in België en is
samengesteld en ingeleid door zijn weduwe Jennifer Homans, zelf historica.

KOLENMIJNEN

Judt
had het fysieke leven helemaal niet mee. Hij was kankerpatiënt en werd tijdens
de laatste jaren van zijn leven getroffen door een hardnekkige spierziekte,
waar hij in augustus 2010 aan overleed. Zijn doorzettingsvermogen was
desondanks niet te stuiten, niet alleen als schrijver maar ook als docent aan
de New York University.

Zijn
vrouw Jennifer in haar voorwoord van het boek: “Ik herinner me nog goed zijn
uitputting en vastberadenheid ten aanzien van het schrijven van de stukken in
dit boek, terwijl hij ‘in de kolenmijnen’ (zijn eigen woorden) van een
belangrijk boek over Europa was. Ik maakte me zorgen om hoe hard hij werkte,
maar terugblikkend begrijp ik dat hij er niets aan kon doen. Terwijl hij zich
in Postwar onderdompelde, hoorde hij de kanaries in de mijnen van onze tijd
zingen”. ‘Postwar’ is een indrukwekkend boek over de geschiedenis van Europa
sinds 1945 en wordt algemeen beschouwd als hét standaardwerk.

NIKS
GELEERD

Judt bestudeerde het verleden en deed
aan geschiedschrijving vanuit een gezonde verontwaardiging: “Ik werd meer dan
eens geraakt door de perverse hardnekkigheid waarmee zowel in eigen land als
elders blijk werd gegeven van onbegrip voor de context van onze huidige
dilemma’s, door het gebrek aan zorgvuldige aandacht voor enkele van de wijze
mannen uit de voorgaande decennia, door de pogingen actief te vergeten in
plaats van te onthouden, door het ontkennen van de verbanden en door elke
gelegenheid die zich voordeed vernieuwing te verkondigen. We zijn er
angstaanjagend sterk van overtuigd geraakt dat we van het verleden maar weinig
kunnen leren? Onze wereld is een nieuwe wereld, zo oordelen wij, en de gevaren
en mogelijkheden die zich voordoen kennen geen precedenten.” Dit is een
fragment uit Wat hebben we geleerd –
Hebben we iets geleerd?
Daarin maakt hij de balans op van de twintigste
eeuw met al zijn oorlogen en andere gruwel.

WORST

Collega’s historici die het niet zo
nauw namen met hun werk, werden door Judt vaak bijzonder zwaar
getackeld. Zoals de Britse historicus Norman Davies bijvoorbeeld. Die schreef
een knoest van een boek over de geschiedenis van Europa dat op aardig wat
enthousiasme kon rekenen. Judt veegt er daarentegen op een sublieme maar weinig
subtiele de vloer mee schoon. Weerzinwekkend noemt hij het boek. Niet alleen
omdat het wemelt van de fouten, maar vooral ook omdat het de auteur alleen maar
te doen is “zijn eigen voortreffelijkheid te benadrukken, want meer gericht op
de presentatie van de eigen eruditie dan op het bieden van een houvast voor de
lezer.” Het is in intellectuele middens een veel voorkomend maar
verschrikkelijk ergerlijk verschijnsel, deze intellectuele zelfbevrediging. Ook
in dat piepkleine wereldje van  media en
politiek. Maar ook daar zal het net zoals voor Davies worst wezen.

De titel van dit boek van Judt zelf verwijst
trouwens naar het respect voor feiten, overigens niet alleen voor een
historicus. De zinssnede wordt toegeschreven aan de Britse econoom Keynes,
wiens visie op het oplossen van economische crisissen vandaag nog altijd niet
aan belang heeft in geboet.

SOCIAAL-DEMOCRATIE

Het verleden komt in dit boek natuurlijk
zeer uitgebreid aan bod: Europa, de Koude Oorlog, de val van de Muur van
Berlijn, het Amerikaanse imperialisme in Vietnam en elders, het Israëlisch-Palestijnse
vraagstuk waarover Judt vaak zeer spraakmakende standpunten heeft ingenomen, 9/11
en de dwaze reactie van George Bush en Co,…

Maar er is meer. Eén van de stukken
draagt als titel Wat leeft er en is er
dood in de sociaaldemocratie?
Het is een ode aan solidariteit onder de
mensen, een onderwerp dat Judt altijd nauw aan het hart heeft gelegen. De
bijdrage is afgeleid van een lezing van Judt op 19 oktober 2009 aan de New York
University en gaat over de toekomst van links in Europa. Het is weliswaar in
allereerste instantie een beetje geschiedschrijving en analyse op basis van een
gedegen kennis van het verleden, maar ook brandend actueel. Ik denk hierbij aan
de ‘lotgevallen’ van het Griekse Syriza en het Spaanse Podemos. Maar ook aan
John Crombez, de nieuwe voorzitter van de Vlaamse socialisten die zich heeft
voorgenomen zijn door bestuurlijke aderverkalking verlamde partij een fikse
vernieuwende boost te geven.

DIALOOG MET ZOON

Generaties
op het vinkentouw
is
de weergave van een diepgravend gesprek in 2010 van Judt met zijn zoon Daniël
over confronterende generaties. Vader is 62, zoonlief 16. Een aardige vondst.
Zegt de zoon tegen zijn vader: “De offers waar jij het over hebt, stellen niets
voor in vergelijking met de opofferingen die we ons zullen moeten getroosten
als we achterover leunen en afwachten. En het allerbelangrijkste is wel dat we
niet de luxe hebben om er heel lang over te doen. Voorlopig zijn we machteloos,
en dat zal nog wel even zo blijven. We bevinden ons eigenlijk in de aller slechtst
denkbare positie die er is: we zijn oud genoeg om beter dan jullie te begrijpen
wat er moet gebeuren, maar nog veel te jong om het ook te doen. We kunnen het
alleen maar zeggen.”

Lichtvoetige onderwerpen komen ook aan
bod. Lichtvoetig, nou ja. Twee artikels gaan over de spoorwegen, die Judts
visie op de wereld overduidelijk vertolken. Citaat: “Als we de trein afschaffen,
verliezen we meer dan een waardevol praktisch instrument waarvan de vervanging
of terugkeer onbetaalbaar zal blijken, want dan zouden we in wezen erkennen dat
we niet meer weten hoe we moeten samenleven. Als we de stations en de rails die
erheen leiden buiten gebruik stellen, zoals we in de jaren vijftig en zestig dreigden
te doen, gooien we onze herinnering weg aan hoe we een gezamenlijk bestaan
moeten leiden. Het is geen toeval dat Margaret Thatcher – die van de uitspraak
‘Er bestaat niet zoiets als een maatschappij. Er zijn slechts individuele
mannen en vrouwen, en familie’ – zich erop voor liet staan nooit met de trein
te reizen.”

Tony
Judt, ‘Wanneer de feiten veranderen. Beschouwingen 1995-2010’, Atlas Contact,
2015, 467 p., € 39,99

take down
the paywall
steun ons nu!