Opinie - Benedikte Van Eeghem

“Sorry, wij verhuren niet aan ongehuwde moeders met kinderen”

Er was nogal wat commotie over, vorige week, toen bleek dat een immosite de sociale kaart van de buurt linkte aan de waarde van een woning. Wonen er procentueel veel lager opgeleiden en allochtonen in deze buurt? Jammer, dan is een huis er niet veel waard. Onderliggende boodschap: ga er dus niet wonen. Maar niet alleen niet-Belgen of sociaal zwakkeren zijn Kop van Jut. Ook singles verteren hun deel.

vrijdag 3 juli 2015 14:34
Spread the love

Erover!” en “Degoutant!” schreeuwden critici optal van sociale media. Gelijk hadden ze. Maar gek genoeg worden we dagelijks geconfronteerd met een maatschappelijk model dat systematisch discrimineert, en waar in de helft van de gevallen geen kat van wakker ligt. Niet alleen niet-Belgen of sociaal zwakkeren zijn Kop van Jut. Ook singles verteren hun deel.

Je beseft het pas goed als je pakweg als alleenstaande ouder met kinderen plots op de huurmarkt belandt. Het overkwam mij een paar jaar geleden. Ik had een baby van 6 maand en een kleuter van 3 aan mijn zij,
het gezin was uiteengevallen, ik moest een woning vinden voor ons drieën. Bij tal van immokantoren waren er fijne advertenties en interessante plekjes in de aanbieding, maar telkens stootten we op een njet. “Sorry, mevrouw, wij verhuren niet aan ongehuwde moeders met kinderen.” Zo zeiden ze dat, zonder verpinken.

Attitude

Het is schrijnend dat dit kan, in een wereld waar het motto ‘vrouwen en kinderen eerst’ ingeburgerd is. De attitude van verhuurbedrijven staat er haaks op. Eigenlijk zeggen zij: twee volwassenen samen, dàt is een gezin. U bent dat niet. En dus verhuren we niet aan u.

Aanvankelijk ging ik met de immokantoren stevig in discussie, na zo’n weigering. Ik eiste uitleg en zei dat ze het recht niet hadden om mij zo wandelen te sturen. Maar de makelaars wimpelden me beleefd af. Zwoeren dat het de eigenaars van het pand waren die de gezinssituatie niet aanvaardden.

Verantwoordelijkheid doorschuiven, heet dat. Eén luttele keer luidde het zelfs “dat ongehuwde moeders krap bij kas zitten en toch niks kunnen betalen. Aan u verhuren we niet, madam.” Dat ik werk had, een vast inkomen en heus wel een solvabele huurder was, interesseerde hen niet.

Immo says no

Eén luttele keer deed ik ook meer dan discussiëren. Ik had een huisje aan de rand van de stad gezien, meer dan geschikt voor ons drieën, en mocht het bezoeken op afspraak. De nog aanwezige huurster vertelde dat
zij het huis indertijd had kunnen bemachtigen, omdat ze de man van wie ze ging scheiden liet verklaren dat ze een koppel waren. Het immokantoor was gepaaid en aanvaardde ‘hen’ als huurder, de man vertrok een maand later. De dame adviseerde om ook iemand te zoeken die wou verklaren dat hij mijn partner was. Dan konden we pro forma twee loonfiches voorleggen, en misschien toch huren. Anders zou het niet lukken, want: alleen koppels toegelaten. “Dat was de eis van de eigenaar”.

Na deze mededeling trok ik op eigen houtje naar het kadaster om de gegevens van die eigenaar op te vragen. Zo belandde ik uiteindelijk bij een bvba in het Brugse Ommeland: de bewuste eigenaar van het huisje dat te huur stond. Ik vertelde de vrouw in kwestie wat het immokantoor verklaarde: deze eigenaar wil geen alleenstaande ouders. Ze hoorde het in Keulen donderen, zei dat dat geen steek hield. Ze zouden het kantoor erover aanspreken.

Ik heb het huis uiteindelijk niet kunnen huren, om de redenen die hierboven al werden aangehaald. ‘Immo says no’. Iedere keer opnieuw. Toen ik de bediende van het kantoor zei dat ik de eigenaar persoonlijk had gesproken en ze op deze flagrante leugen zou terugkomen, verbleekte de man. Net zoals mijn zin om ooit nog iets via dat kantoor te huren.

Toch vond ik korte tijd later wél mijn stek in de stad. Een gezellig en ruim appartement, in een vrij rustige en groene buurt. Die ene makelaar – ik ben hem dankbaar – heeft mijn huuraanvraag wel eerlijk voorgelegd aan de eigenaar. Haar dochter besliste over de toekenning. De vrouw was zelf gescheiden, met kinderen en seinde kort na mijn aanmelding dat ik mocht huren. Toen ze me de sleutels later bezorgde,
voegde ze eraan toe: “Ik weet dat niemand moeders met kinderen aanneemt als huurder. Het leek mijn plicht om dat wel te doen.”

Democratisch

Het is intussen meer dan vier jaar na die woelige zoektocht. Er zijn op radio en tv al talloze debatten gevoerd over wanpraktijken op de verhuurmarkt. Koepelorganisaties van de immobiliënsector werden al op de rooster gelegd en gewezen op het feit dat ze ‘alleenlevenden’ systematisch discrimineren, zeker als er kinderen bij komen kijken. Zonder veel gevolg. De organisaties schuiven de hete aardappel door, zeggen dat ze er wel weet van hebben, maar er weinig tegen kunnen doen.

Dat kunnen ze nochtans wel. Er zijn vandaag nog altijd makelaars die op advertenties vermelden: ‘geen moeders met kinderen’. Dat is flagrant en strafbaar, zoals discriminatie op grond van ras, geloof of seksuele
geaardheid het ook is. Er moet beleidshalve tegen opgetreden, net als tegen alle drogredenen en halfslachtige wetten die alleenstaanden treffen, of ze nu kinderen hebben of niet. Ook die alleenstaanden hebben recht op een woning en een fiscaal en wettelijk kader dat hen behandelt als alle anderen. Daar staat of valt een democratische samenleving mee.

Deze tekst verscheen eerder op de website van all1.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!