"This puts things in perspective. The wrong perspective" (foto uglybelgianhouses)
Boekrecensie, Europa, Samenleving -

Lelijke Belgische, nette Nederlandse huizen en andere clichés

Clichés, zelden een accurate weergave van de werkelijkheid, maar helemaal verkeerd zijn ze ook niet. Belgen en Nederlanders, we wonen inderdaad "anders", maar wie iets grondiger kijkt ziet heel wat gemeenschappelijks. Twee auteurs, een Belg en een Nederlander, keken elk met hun eigen bril naar hoe hun landgenoten wonen en stelden verrassende dingen vast.

vrijdag 26 juni 2015 17:32
Spread the love

Belgen en Nederlanders, als Britten en Amerikanen leven we ‘gescheiden door eenzelfde
taal’ (nu ja, hoor ik hier eerder “Vlamingen” te zeggen). Bovendien,
wie de grens oversteekt kan er niet naast kijken, Nederland ziet er gewoon
“anders” en “netter” uit.

De gemiddelde Nederlander verbaast zich
over zoveel Belgische chaos. Dat België al veel langer een wet op de
‘ruimtelijke ordening’ heeft dan zijn noorderbuur, kan hij/zij niet bevatten. Respecteren ze
hier dan de regels niet? De Belg kan dan weer niet geloven dat het nette
Nederland met zoveel open onbebouwde ruimte tussen dorpen en steden
dicht opeen gepakt blijft wonen. Hoe wonen die Nederlanders dan, in dozen?

Niemand beter geplaatst om de Belgische absurditeit in
kaart te brengen dan een Belg. Harde zelfspot is immers onze tweede natuur, nog
zoiets dat Nederlanders (en Fransen) dan weer niet snappen.

Van lelijke Belgische huizen…   

Wat voor Hannes Coudenys in 2011 nog een
losse hobby was – foto’s van bizarre huizen op een blog plaatsen
met sarcastische commentaren – werd een internet-succes. Hij viel
van de ene verbazing in de andere.



(boekcover Borgerhoff&Lambregts)

Even zag het er naar uit dat het slechts een
korte hype zou worden. Eén verbolgen eigenaar dreigde met een
rechtszaak, want, inderdaad, een huis fotograferen voor publicatie mag
niet zonder toestemming van de eigenaar/bewoner. Coudenys stopte er dus na amper twee maand al mee.

Het idee bleef echter smeulen. Een jaar
later startte hij opnieuw, ditmaal niet meer anoniem maar na het
vragen van toestemming. Sindsdien heeft hij meer dan een miljoen
bezoekers per jaar op Instagram, Tumblr, Facebook en Twitter.

Na de website is er nu ook het
gelijknamige boek/fotoalbum Ugly Belgian Houses . Don’t try this at
home
. 190 pagina’s foto’s met grappige commentaren. De
eerste 75 pagina’s zijn korte teksten, in het Nederlands en het
Engels, waarin de auteur zich verbaast over het succes van zijn site en een aantal foto’s van uitgebreide commentaar voorziet.

Een overheersend gevoel van rommel

Coudenys heeft “een overheersend
gevoel van rommel in ons land”. “Alsof we eerst elke vierkante
meter volbouwden en pas daarna beslisten om er kriskras wat straten
door te trekken.” Voor de foto’s in het boek wist hij 50 huiseigenaars te
overtuigen.




Welke huizen vindt Coudenys ‘lelijk’?
“Geen idee. Ik voel wanneer het ‘wringt’ en wanneer ik er de term
‘lelijk’ aan wil geven.” Hij ziet ook regelmatig lelijkheid in de
manier waarop stijlen naast elkaar woekeren. Zo kan een huis dat op
zich best wel te doen is, compleet uit de toon vallen met het huis er naast, de straat of de buurt, of heeft een redelijk mooi huis een
spuuglelijke voortuin of een compleet onaangepaste bijbouw. Belgen
lijken ook enthousiast mee te dingen voor de prijs van wansmakelijkste postbus, annex kabouter, fonteintje, hert, wagenwiel…

Ook verbouwingen kunnen verkeerd lopen.
Coudenys ziet best heel wat mooi gerenoveerde woningen maar het zijn
de gigantische mislukkingen die hem opvallen. Heel wat blijkt af te
hangen van de gestrengheid/laksheid van het gemeentebestuur. Het Brabantse Steenokkerzeel is zijn “hemel op aarde”. Het
zijn ook niet alleen de huizen op zich die hem opvallen, hele buurten kunnen lelijk zijn. “De
‘nieuwe’ buurt rond het Zuidstation in Brussel is zo een disaster.”

Coudenys neemt positieve commentaren op de website en enkele negatieve over in het boek. Er zijn toch heel wat Belgen zonder gevoel voor humor. Ugly Belgian Houses.
Don’t try this at home
is een grappig kijk op de eigen Belgische
ziel, herkenbaar, soms confronterend – want lijkt dat éne huis
toch niet een beetje op je eigen woonst.

… en van nette Nederlandse rijtjes huizen

Een heel andere, literaire kijk op wonen schreef Nederlander Pieter Hoexum. Zijn Kleine filosofie van
het rijtjeshuis
is een zachtjes ironiserend betoog over het
dagelijkse leven in onopvallende rijtjeshuizen, portiekflats,
duplexwoningen en andere woonvormen.



(boekcover atlascontact.nl)

De gemiddelde Nederlander verhuist veel
meer dan de gemiddelde Belg. Zeker waar. Maar een rivier die “gemiddeld” slechts een halve meter diep is, is niet noodzakelijk veilig om
over te steken voor wie niet kan zwemmen. Zo blijken achter die gemiddelden toch heel wat
gelijkenissen schuil te gaan tussen de noordelijke en zuidelijke lage
landen.

Dat begint al met de coverfoto van het
boek. Was er niet het oer-Hollandse
naamplaatje Schuilenburg, dan had deze foto net zo goed in Gooik in het Brabantse Pajottenland of in Wingene in de West-Vlaamse Polderstreek getrokken kunnen zijn.

Een
rijtjeshuis zonder “rijtje”, met een “blinde” gevel zonder ramen, een
volledig potdicht betegelde voortuin, pal naast een akker, met op de achtergrond zomaar lukraak wat huizen zonder al te veel
samenhang…

De lelijkste plek van Nederland

Nederland heeft blijkbaar ook zijn deel van de lelijkheid, maar dan eerder netjes geconcentreerd op goed afgebakende plaatsen, niet zomaar lukraak overal doorheen zoals in België. In 2008 werd
Almere door lezers van de Volkskrant verkozen tot de lelijkste plek
van Nederland.
In 1976 had men gepoogd een stad uit het
niets op te richten die “kleinschalig en dorps” zou zijn, geen
flats maar rijtjeshuizen en woonerven. Het werd een gigantische
mislukking.




Toch gaat Pieter Hoexum er voor, hij woont graag in
een rijtjeshuis. Hij woont in een buurt die zo neutraal is dat alle
straatjes op elkaar lijken. “Het overkomt me nog steeds wel eens
dat ik me vergis en een straat te vroeg afsla. Toen we hier net
woonden, stond ik een keer met de sleutels al in de hand voor de
verkeerde voordeur.”

Je hoort dat niet goed te vinden. Juist wel,
volgens de auteur. “De onvrede met de saaie, conformistische
nieuwbouwwijken komt vermoedelijk voort uit het idee dat we
individualistisch zijn. Volgens mij zijn we lang niet zo
individualistisch als we onszelf voorhouden. En gelukkig maar, want
anders zou er van een samenleving weinig overblijven…
Individualisme is een zegen, mits met mate uitgeoefend.”

Hoexum filosofeert niet alleen over
wonen en ‘samenwonen’, hoe verplaatst een mens zich van en naar zijn
huis, hoe voelt thuiskomen na de vakantie, nadat we intens genoten hebben
van een idyllisch Frans huisje in een even idyllisch Frans dorpje,
maar – zonder het openlijk toe te geven – het eigen ‘saaie’ huis
voor geen geld van de wereld willen inruilen.

Wonen in de stad heeft onmiskenbaar
heel wat voordelen, nabijheid van winkels, diensten, openbaar vervoer, cinema, theater. Wonen buiten de stad heeft echter ook heel wat te bieden. Het is
maar wat je prioriteiten zijn. De moderne mens
maakt zichzelf graag wijs dat ‘liever wonen in de stad’ de vanzelfsprekende keuze hoort te zijn. Werkelijk? 

De schoonheid van het rijtjeshuis

Filosofen en boeken over wonen, huizen, dorpen, steden passeren de revue,
maar dit boek is geen zwaar op de maag liggend filosofisch traktaat,
van het soort waarvan je hoort te zeggen dat het “geniaal” is, maar
dat je eigenlijk niet te vreten vindt. Hoexum schrijft vlot, is niet
belerend en neemt je mee op een aangename reis door de wereld van het
rijtjeshuis.

Dat uw recensent van dienst zelf ook in
een onopvallend rijtjeshuis woont in de groene rand rond Brussel – lekker dicht bij de stad, maar toch er net
buiten – zal er wel mee te maken hebben. Dit is een aangenaam
boekje, dat tegelijk exotisch “Hollands” én zeer herkenbaar
overkomt.

Zoals de auteur ergens zegt dat wij
blanken er voor Japanners of Chinezen allemaal net eender uitzien en dat wij dat van hen vinden, zien we graag verschillen tussen Nederlanders en Belgen waar ze niet zijn. Vraag een
schaapherder uit pakweg een Pakistaanse hoogvlakte om de Benelux te
bezoeken en de verschillen aan te duiden. “Welke verschillen? Het
ziet er allemaal eender uit?” 

Zoek de verschillen

Natuurlijk verschillen Belgen en
Nederlanders en wonen we “anders”. En dan?
Nederlanders snappen niet dat Belgen op de bemerking dat het hier toch wel
echt zeer wanordelijk is gewoon onmiddellijk bevestigend antwoorden. Wij Belgen snappen dan weer niet
dat de Nederlanders best tevreden zijn met hun ‘saaie’ woonwijken.

We zijn uiteindelijk varianten van hetzelfde basisproduct. Met Ugly Belgian Houses. Don’t try
this at home
en Kleine filosofie van het rijtjeshuis haal je twee
zeer ‘verschillende’ boeken in huis, die elkaar wonderwel aanvullen,
omdat ze uiteindelijk over hetzelfde gaan.

take down
the paywall
steun ons nu!