Help, de robots komen

Dit is een verhaal over robots. Ze zijn razendsnel. Ze denken, rijden, scannen, schrijven, praten, wandelen en rekenen. En allemaal tegelijk als het moet. De rol van de mens als belangrijkste productiefactor neemt hierdoor af. Er is iets op til. Maar nemen robots ook ons werk over?

maandag 27 april 2015 18:01
Spread the love

Hoe robots met ons werk gaan lopen (of toch niet?)

De mens krijgt concurrentie van de
robots. Het bejubelde en bekritiseerde onderzoek van Carl Frey en Michael Osborne
becijferde dat maar liefst 47% van de Amerikaanse jobs op termijn op de tocht
staat.[i]
Deze professoren brachten in 2013 zo’n 702 beroepen in kaart, gecategoriseerd
tussen 0 (niet te automatiseren) en 1 (makkelijk te automatiseren). Recreatietherapeuten
(0.0028) en toezichthouders op machines kwamen er volgens hun methode het best uit.
Telemarketeers, horlogereparateurs, belastingadviseurs, verzekeraars en dataverzamelaars
(allemaal 0,99) het slechtst. De Europese denktank Breugel deed deze oefening over voor ons continent.[ii]
Voor de EU-28 lag het gemiddelde hoger (54%). Voor België lag het op 50,38%.
Uitschieters waren Roemenië (61,93%) en Portugal (58,94%). De ING-studiedienst onderzocht
dit dan voor ons land.[iii]
Volgens hen haalt bijna 49% het niet. Vooral administratieve medewerkers (93%),
verkopers (61%) en huishoudhulp (67%) dreigen kopje onder te gaan. Besluit: de
helft van ons huidige job-aanbod zal anders zijn, of helemaal niet meer zijn. Een
vrij onthutsende vaststelling. Maar wat moeten we daar nu eigenlijk allemaal
van denken?

De relatie tussen technologische ontwikkelingen en structurele werkloosheid is qua
onderwerp vrij controversieel. Je doet hier net niet aan waarzeggerij. Je kan dus
alleen maar ontwikkelingen
vaststellen.

Al vroeg in de Industriële Revolutie raakte een aantal mensen verontrust door
technologische aanpassingen, zoals de introductie van de stoommachine. Het
meest spraakmakende voorbeeld waren de Luddieten. Deze textielarbeiders uit
Midden- en Noord-Engeland vreesden dat de geautomatiseerde weefgetouwen hun jobs
zouden inpikken. Ze gingen over tot het systematisch vernietigen van
weefgetouwen. Ze koesterden geen haat tegen deze machines, maar voelden wel angst
voor de gevolgen hiervan: want wat met inkomensverlies, hongersnood en meer
ongelijkheid? Het waren tenslotte gewoon een losse groep individuen die het
beste voor hadden met hun gezinnen.[iv]

Maar terwijl stoommachines, en later elektronische apparatuur, ontslagen tot
gevolg hadden, werden er in andere industrieën en sectoren wel nieuwe en meer
specifieke jobs gecreëerd. Er vond een verschuiving plaats van geautomatiseerde
industrieën naar niet-geautomatiseerde industrieën. In de literatuur staat dit principe
bekend als the Luddite fallacy. Iemand
als Jo Libeer, gedelegeerd bestuurder van VOKA, bleek hier onlangs (impliciet) aanhanger
van.[v]
In 2003 kwam de rechts-libertaire Canadese professor Alex Tabbarok op de
proppen met deze vaststelling: ‘Het is
een drogredenering
te stellen dat
robots ons werk zo maar gaan overnemen. De samenleving heeft nog nooit en masse
te lijden gehad onder dit fenomeen. De geschiedenis geeft onheilspellers geen gelijk’.
[vi]
Toch neemt dit niet weg dat het gelijk ons binnenkort wel eens kan inhalen.
Elke periode van technologische ontwikkeling is kwalitatief anders dan de
voorgaande.[vii]

Sinds de jaren 1990, en zeker sinds de begindagen van The Internet Age, namen de ideeën over automatisering en de mogelijke
gevolgen ervan, een vlucht vooruit. Werknemers zouden niet en masse omgeschoold kunnen worden tot fysici, informatici of
technici. Men stelden zich niet alleen, de vraag hoe die werkloze massa in
hemelsnaam aan werk zou geraken?[viii]
Ook hoe die dan zijn werk als werknemer zou beleven?[ix]
Als je weet een vervangbaar onderdeel te zijn van een strak geoliede
automatiseringsmachine, wat dan met ‘arbeid
als zingever
’? Een grote groep mensen zou dus met moeite het hoofd boven
water kunnen houden. Profetische woorden?

De moderne arbeidsmarkt wordt stilaan gekenmerkt door een toename aan goedkope
banen in de dienstensector en een afname van beter betaalde functies in de
industriële productie. De arbeidsmarkt raakt gepolariseerd. De onder- en
toplaag drijven als gigantische ijsplateaus verder uit elkaar. Onderzoek aan
het Massachusetts Institute of Technology (MIT) treedt dit bij. Erik Brynjolfsson
en Andrew McAfee merken op dat we momenteel een immense automatiseringsgolf doormaken
in een nieuw soort machinaal tijdperk waar nu ook de zogenaamde niet-routineuze jobs worden bedreigd. Deze
kwalitatieve verschuiving brengt het automatiseringsdebat op een ander niveau. De
laatste jaren nam werkgelegenheid in de privésectoren danig af, terwijl de output steeg. Er is dus een ontkoppeling
gaande.[x]
Productiviteit, ontwikkelingsprocessen en innovatie stijgen, maar mediane
inkomens dalen, de koopkracht van gezinnen geraakt aangetast en er zijn minder
beschikbare jobs.

Een belangrijke tegenstem was die van econoom David Autor (ook van MIT). Hij twijfelt
of technologische verandering wel de grote boeman is voor dit immens
Amerikaanse jobverlies. Hij geeft grif toe dat er iets gaande is, maar ook dat nog
geen enkel onderzoek exact de vinger op de wonde legt. De aard van onze jobs evolueert onmiskenbaar wel. Ze zijn niet meer zo
kwalitatief als vroeger. Er zijn een heleboel bullshit jobs bijgekomen (met dank aan David Graeber en de manier
waarop de Nederlandse jonge wolf Rutger Bregman deze discussie hierover ook bij
ons introduceerde[xi]).
Er is een uitholling gaande van de middenklasse.[xii]
Noem hen gerust het nieuwe precariaat (Guy Standing).

De meningen zijn dus verdeeld. Zo’n 48% van heel wat technologieprofessionals
en -economen is er daarenbovenop rotsvast van overtuigd dat er binnen tien jaar
een hele reeks jobs verdwenen zijn.[xiii]
Zo ook Paul Krugman. De Nobelprijswinnaar steekt zijn sympathie voor deze groep
‘Neo-Luddieten’ of ‘maximalisten’ niet onder stoelen of banken. Ook Krugman
stelt vast dat er een kwalitatieve verschuiving plaatsvindt, een trend waarvan
recent onderzoek van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) aantoont dat
het op dit vlak niet echt betert.[xiv]



Kiva-robots in de magazijnen van amazon.com

Wat te doen?

Onze samenleving polariseert. Er rommelt wat. Er
moet dus iets gebeuren op de lange
termijn
. De oplossingen van Libeers stuk zijn ontoereikend. De vele analyses
uit De Standaard en Knack bieden weinig soelaas. Zij
observeren. Maar beleidsmakers kunnen niet op hun lauweren rusten, zelfs al loopt
het niet allemaal zo’n vaart.

Iedereen is het er over eens meer te investeren in onderwijs. Van Frey en Osborne
tot Rutger Bregman, van The Economist
tot Brynjolfsson en McAfee. ‘Creativiteit’,
stellen Frey en Osborne, ‘is datgene wat
aangemoedigd en versterkt moet worden via een sterk verankerd en breed gedragen
onderwijsnetwerk. Creatieve en sociale intelligentie blijven ons voordeel ten
opzichte van robots. Laat ons daar op inzetten
.’

Alles hangt dus af in welke mate het huidig arbeidsmarktklimaat kwalitatief wordt
aangetast. Het debat kan niet langer in de marge worden gevoerd. Politici,
beleidsmakers, adviesorganen en brede sociale beweging moeten dit bovenaan de
agenda zetten. Er zit een automatiseringsgolf aan te komen. Doen we daar niets aan
of af als nonsens, dan krijgen we idiote politieke reacties, aangedikt met
slechte maatregelen, onvoorbereid werk en nul visie op dit brede
maatschappelijke probleem. Dan wordt de automatisering een terminale ziekte met
uitzaaiingen waar we als samenleving niets meer tegen in te brengen hebben.

We moeten blijven investeren in sociale en educatieve voorzieningen.
Werknemers, van welk allooi ook, moeten de kanskrijgen zich bij te scholen. Onderwijs in Vlaanderen moet er op
afgestemd worden, maar ook vorming op de werkvloer. Enerzijds hebben we wel
nood aan ingenieurs, technische middenkaders en professionele informatici, maar
we mogen de andere zijde zeker niet uit het oog verliezen. School creatieve,
kritisch denkende geesten; individuen die out-of-the-box
kunnen denken en er niet voor terugdeinzen de dingen in vraag te stellen. Zo
niet, dan dreigt een belangrijk basisbestanddeel van ons sterk socialiserende
cement te verdwijnen. En zitten we echt in de penarie.

[i] Carl B. Frey. en Michael Osborne
(2013). The Future of Employment: How
Susceptible are Jobs to Computerisation?
, OMS working Paper, 71 p., online
op: http://www.oxfordmartin.ox.ac.uk/downloads/academic/The_Future_of_Employment.pdf. Frey en Osborne geven toe dat hun
methode limieten heeft. De prijs voor arbeid en kapitaal en/of politiek
verzet werden niet in gecalculeerd. Ze houden daarnaast ook geen rekening met
het feit dat je gewoonweg ook andere dingen kan doen tijdens je werkuren. Dat
zijn belangrijke variabelen.

[ii]
Bowles, J. (2014). ‘The Computerisation of European Jobs’ in: Breugel – Improving Economic Policy. Op http://www.bruegel.org/nc/blog/detail/article/1394-the-computerisation-of-european-jobs/.

[iii] Anthony
Baer en Philippe Ledent, De technologische revolutie in België, in: ING Focus – Werk, 9 februari 2015,
online op https://about.ing.be/Over-ING/Press-room/Press-article/De-technologische-revolutie-in-Belgie.htm.

[iv] Kevin Binfield. Writings of the Luddites. Baltimore,
John Hopkins University Press, 2004, pp. 3-7.

[v] Jo
Libeer, ‘Wees niet bang van de robot’ in: De
Standaard – opinie
, 10/02/2015.

[vi] Alex Tabarrok, ‘Productivity and
Unemployment’ in: Marginal Revolution,
31/12/2003, http://marginalrevolution.com/marginalrevolution/2003/12/productivity_an.html.

[vii] Riccardo Campa. ‘Technological
Growth and Unemployment: A Global Scenario Analysis’ In: Journal of Evolution & Technology, Vol 24 (1), February 2014, p.
87.

[viii] Jeremy Rifkin, The End of Work. The Decline of The Global Labor Force and the Dawn of
the Post-Market Era
. New York: Putnam Publishing Group, 1995, pp. 34-39.

[ix] Robert Ayres, Turning Point. The End of the Growth Paradigm. London: Earthscan
Publications, 1998, pp. 94-98.

[x] Erik Brynjolfsson en Andrew McAfee.
The Second Machine Age: Work, Progress,
and Prosperity in a Time of Brilliant Technologies.
New York/London: W.W.
Norton & Company, pp. 107-117.

[xi] Rutger Bregman. Gratis geld voor iedereen en nog vijf grote
ideeën die de wereld kunnen veranderen
. Amsterdam, De Correspondent, 2014.

[xii] David Autor. Polanyi’s Paradox and the Shape of
Employment Growth
. Paper prepared for Federal Reserve Bank of Kansas,
Jackson Hole Conference, 22 Augustus 2014, pp. 29-30. Online op: http://economics.mit.edu/files/9835.

[xiii] Aaron Smith en Janna Anderson, ‘AI,
Robots and the Future of Jobs’ in : PEW
Research Center – Internet, Science & tech
, 06/08/2014, op http://www.pewinternet.org/2014/08/06/future-of-jobs/.

[xiv] International Labour Organisation, Global Wage Report 2014/15: Wages and income
inequality
, International Labour Office, Geneva, 2015, pp. 62-63.

Deze bijdrage verscheen eerder in Samenleving en politiek, jg.22/nr. 4, april 2015 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!