Opinie -

Anti-Israël en de mythe van het antisemitisme

Sommig nieuws doet vermoeden dat een tweede Holocaust op komst is. Journalist-auteur Robert Fantina ontwaart een ander patroon. Hij noemt de Israëlische eerste minister Benjamin Netanyahu zelfs eerste moordenaar. "Er valt iets voor te zeggen dat de barbaarse massamoord van Israël afgelopen zomer een keerpunt was. Het oude verhaal van het arme, kwetsbare, kleine Israël dat louter streeft naar overleving, is voorbij."

dinsdag 14 april 2015 10:17
Spread the love

Als
je sommige nieuwsberichten erop naleest, zou je geloven dat er een
tweede Holocaust in aantocht is. Antisemitisme, zo wordt ons grimmig
verteld, steekt de kop op in een sinds nazi-Duitsland ongeziene mate.
Dat vormt niet alleen een dreiging voor Joden, maar ook voor
vrijheidslievende mensen overal ter wereld.

Het
is wederom tijd voor een reality
check
.
Verzet tegen de Israëlische politie is niet hetzelfde als
antisemitisme. Auteur en docent Norman Finklestein, zoon van
Holocaustoverlevenden, formuleerde het kort en bondig in 2006, toen
hij het volgende zei: “Telkens wanneer Israël geconfronteerd
wordt met een pr-debacle,
luiden haar apologeten het alarm dat er een ‘nieuw antisemitisme’ in
aantocht is.” Laat ons kijken naar enkele recente gebeurtenissen
die het huidige antisemitisme in alle hevigheid hebben doen oplaaien.

Recente
gebeurtenissen

De
‘Boycott, Divest and Sanction’ (BDS)-beweging is een wereldwijd
initiatief om de aandacht te vestigen op het wrede apartheidsregime
van Israël door geen zaken te doen met bedrijven die werkzaam zijn
in de bezette Westelijke Jordaanoever. Hieronder vallen ook de zeer
succesvolle inspanningen om entertainers en academici te overtuigen
om niet in Israël te verschijnen. De beweging is niet
antisemitisch: ze is gewoonweg pro-vrijheid, en dat betekent vrijheid
voor Palestina.

De
Universiteit van Southampton had deze maand gepland een
conferentie te herbergen, getiteld International
Law and the State of Israel: Legitimacy, Responsibility and
Exceptionalism
’.
De
organisatoren zeggen dat de conferentie zal ingaan op “controversiële
vraagstukken over de wijze en aard van de stichting van Israël, met
inbegrip van lopende deportaties van Palestijnen en bijbehorend
onrecht”. Deze conferentie haalde zich de woede van zionistisch
rechts op de hals, met verklaringen die zeggen dat het doel van de
conferentie is om Israël te delegitimeren. De universiteit heeft
haar steun voor de conferentie ingetrokken: een zware klap voor de
academische vrijheid.

Tijdens
de woeste aanval van Israël tegen Palestina afgelopen zomer, uitte
professor Steven Salaita op Twitter zijn ongenoegen over deze massamoord . Eerder had hij een vaste aanstelling aangeboden gekregen aan de
Universiteit van Illinois in Urbana-Champaign. Hij en zijn vrouw zegden allebei hun baan op, en verkochten hun huis in afwachting
van de verhuis naar Illinois. Omwille van deze tweets trok de
universiteit op het laatste moment het aanbod in. Omdat Salaita
Israël bekritiseerde, werd hij beschuldigd van antisemitisme.

Antisemitisme
als trend

Aanhangers
van de BDS-beweging beschuldigen van antisemitisme is een trend
geworden in zionistische kringen. Enkele voorbeelden:


Malcolm Hoenlein, leidinggevende van de Conference of Presidents of
Major American Jewish Organizations, stelde afgelopen maand dat de
BDS-beweging “de 21ste-eeuwse variant van het 20ste-eeuws
antisemitisme” is. Bovendien zei hij, verbazingwekkend genoeg,
dat kritiek op Israël hetzelfde is als kritiek op Joden. Zionisten
zijn steeds op zoek naar dit verband, in de vergeefse hoop dat het
mensen ervan zal weerhouden Israël te bekritiseren zodat ze niet
antisemitisch worden genoemd. Spijtig genoeg voor hen heeft de
maatschappij dat punt, voor het grootste deel, achter zich gelaten.


New Yorks
senator
Charles Schumer (Democraat)
zei het volgende: “Het is zeer verdacht dat zij die het
boycotten van Israël promoten geen boycots tegen andere landen
nastreven.” Dat is hetzelfde als zeggen dat mensen die louter
aan de American Cancer Society doneren hartziektes niet belangrijk
vinden. Ze hebben gewoonweg voor die zaak gekozen, om welke
redenen dan ook. Betrokkenen van de BDS-beweging kiezen ervoor zich
te focussen op Israëlische schendingen van de mensenrechten van
Palestijnen.


Roger Waters, voormalig bandlid van Pink Floyd, is een uitgesproken
criticus van het apartheidsregime van Israël en aanhanger van de
BDS-beweging. Hij ontkent antisemitisch te zijn. Als antwoord op
Gerald Ronson, voorzitter van de Jewish Community Security Trust, die
suggereert dat Waters een antisemiet is, zei Waters het volgende: “In
eigen naam: meneer Ronson, mijn vader, de zoon van een
kolenmijnwerker uit County Durham, werkte zichzelf op tot hij
uiteindelijk een diploma van de universiteit van Durham behaalde. Hij
gaf les in godsdienst, geschiedenis en Engels in Jeruzalem tussen
1935 en 1938, en vervolgens overleed hij in Italië op 18 februari
1944, terwijl hij vocht tegen de dreigingen van de nazi’s.
Waag het niet om tegen mij, mijn vaders zoon, te prediken over
antisemitisme of mensenrechten.”

Enkele
anti-Arabische posities

Je
vraagt je af waarom er niet wordt gesproken over anti-Arabische
posities. Laat ons kijken naar enkele recente bewijzen.

Avigdor
Lieberman, minister van Buitenlandse
Zaken
van Israël, zei het volgende op 8 maart, toen hij het had over de
waargenomen trouw of ontrouw van Israëlische Arabieren, die ongeveer
20% van de Israëlische bevolking voorstellen: “Wie ons
bijstaat, moet alles krijgen. Voor wie tegen ons is, valt er niets te
doen – we moeten een bijl ter hand nemen en van diegene het hoofd
afhakken. Anders zullen we hier niet overleven.”

Tijdens
de Israëlische bombardementen en invasie van de Gazastrook in 2014,
waarbij meer dan 2000 Palestijnen werden vermoord, onder wie meer dan
500 kinderen, publiceerden The
Times of Israel

en 5
Towns Jewish Times

een artikel getiteld ‘Wanneer genocide toelaatbaar is’. Hierin stond
het volgende: “Als politieke leiders en militaire experts
beslissen dat genocide de enige manier is om het doel van bewaarde
rust te behalen, is genocide dan toelaatbaar om dat verantwoorde doel
te behalen?”

Laat
het ons hebben over de woeste aanval van Israël in de zomer van
2014, zolang het onderwerp van genocide de kop opsteekt. Israël
gebruikte Palestijnse kinderen als menselijk schild; vermoordde
ongewapende kinderen die op het strand speelden; bombardeerde
ziekenhuizen, moskeeën en huizen; bombardeerde scholen van de VN die
gebruikt werden als vluchtelingencentra, ook al werd meer dan tien
keer bevestigd dat deze vluchtelingencentra gesponsord werden door de
VN. Dit alles is een schending van het internationale recht. Israël,
en een deel van de wereldgemeenschap, zei dat dit alles werd gedaan
om zichzelf te ‘verdedigen’ tegen Palestijns vuurwerk. De
internationale wetten zijn duidelijk: elk bezet land heeft het recht
zich te verzetten tegen de bezetter. Zelfs als we dat buiten
beschouwing laten, is het onlogisch om te suggereren dat een bezetter
zich kan ‘verdedigen’ tegen zijn slachtoffer. Als een vos een
hoenderhok binnenvalt, verdedigt hij zich niet tegen de hoenders.

Keerpunt

De
oude verhalen over Israël en Palestina zijn niet meer geldig.
Zionisten in de VS, degenen in het Congres die buigen voor het heilige
altaar van AIPAC (American Israel Political Affairs Committee) om hun
herverkiezingscampagnes te financieren, en degenen van religieus
rechts, zijn er als de kippen bij om critici van Israël af te
schilderen als antisemieten. Af en toe, hoewel niet vaak, wordt het
oude liedje van ‘zelfhatende Joden’ gezongen over Joden die Israël
bekritiseren. Beide oude en versleten labels gelden niet langer: ze
zijn het laatste wapen van wanhopige mensen die de barbaarse houding
van Israël tegenover de Palestijnen niet kunnen rechtvaardigen, en
die de aandacht van deze wreedheden proberen af te leiden.

Deze
strategie heeft tientallen jaren gewerkt, maar die tijd is voorbij.
Er valt iets voor te zeggen dat de barbaarse massamoord van Israël
afgelopen zomer een keerpunt was: de media mag deze wreedheden dan
hebben opgesmukt, maar via Twitter, Facebook, Instagram en andere
sociale media kwamen ze wereldwijd in de huiskamer terecht. Het oude
verhaal van het arme, kwetsbare, kleine Israël dat louter streeft
naar overleving, is voorbij. De waarheid is nu algemeen bekend.
Hoewel het Amerikaanse Congres zich verzet tegen deze waarheid, zijn
zelfs de dagen van ontkenning geteld. De Israëlische Eerste
Moordenaar Benjamin Netanyahu sloeg de laatste nagel aan de doodskist
van dit verhaal toen hij verkondigde dat er geen onafhankelijk
Palestina zal komen tijdens zijn regeerperiode. Verandering vraagt
tijd, zeker in de Amerikaanse bestuurlijke wandelgangen, maar niets
is onmogelijk. Voor Palestina dringt de tijd.

Robert Fantina is journalist en schrijver. Zijn recentste boek heet Empire, Racism and Genocide: a History of US Foreign Policy (Red Pill Press). De
oorspronkelijke Engelse versie van zijn opinie vind je hier
op
Counterpunch. Vertaling door Ruby Kikken.

take down
the paywall
steun ons nu!