Verkiezings-strategieën in Turkije

Twee maanden voor de verkiezingen in Turkije wordt het tijd voor de kandidatenlijsten. Op 29 maart leverden een miljoen leden van de oppositievoerende Republikeinse Volkspartij (CHP) hun aandeel in de keuze van de kandidaten. Klinkt lekker democratisch en sluit ook aan bij het nieuwe profiel van de CHP dat partijleider Kemal Kilicdaroglu voor ogen staat.

woensdag 1 april 2015 10:05
Spread the love

Tot zijn genoegen maakte de oude kemalistische garde in
de partij plaats voor een nieuwe generatie politici, onder wie opvallend veel vrouwen.

De andere partijen doen niet aan voorverkiezingen. Van de
rechts-nationalistische Partij van de Nationale Beweging (MHP) valt
dat ook niet te verwachten. Daar is de wil van de leider traditioneel
wet.

De regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) kent
evenmin interne democratie. Daar is het aan premier Davutoglu, of
president Erdogan, om de kandidatenlijst samen te stellen. De
achterban van de AKP zal dat een worst zijn. Die hecht meer aan sterk
leiderschap en dwingende conservatieve waarden dan aan democratische
fijnzinnigheden

De Koerdisch georiënteerde Democratische Volkspartij (HDP) hield ook
al geen voorverkiezingen. Toch zou dat de HDP zeker niet misstaan.
Partijleider Selahattin Demirtas dringt immers regelmatig aan op
democratisering in Turkije. Waarom dan niet binnen zijn eigen partij?

Dubbel pensioen

CHP-leider Kilicdaroglu beloofde pensioentrekkers een bonus: twee
keer per jaar dubbele uitbetaling, tijdens de ramadan en het
offerfeest. Premier Davutoglu reageerde afwijzend: ‘Kilicdaroglu kan dat voorstellen omdat hij nooit premier zal
worden. Als hij per ongeluk vier minuten die kans krijgt en doet wat
hij belooft, dan is een partij als de AKP nodig om te herstellen wat
hij heeft aangericht.’

Davutoglu beloofde op zijn beurt dat Istanbul in 2018 op de 25e
plaats zal staan van de Global Financial Centers Index, een
rangschikking gebaseerd op criteria als beschikbaarheid van opgeleid
personeel, belastingwetgeving en corruptie.

Vorig jaar stond Istanbul onder 82 steden op de 44e plaats
van de Global Financial Centers Index. Dit jaar twee plaatsen lager.
Er ligt dus nog wat werk om de stad in drie jaar negentien posities
op te laten schuiven.

Lira 

De economie van Turkije blijft zorgen baren. Van de sensationele
negen procent groei in 2010 en 2011 is minder dan drie procent over
en het einde van de neerwaartse trend is nog niet in zicht. Wanneer
buitenlandse investeerders zich door het vooruitzicht van een hogere
Amerikaanse rente vaker terugtrekken, het vertrouwen van de consument
daalt (sinds februari 5,4 procent lager) en de export niet herstelt,
zal de groei verder teruglopen.

Tijdens de bloeiperiode werd onvoldoende geanticipeerd op minder
rooskleurige tijden. De kwetsbaarheid waartoe dat leidde, vertaalde
zich in de val van de Turkse lira. Die bleek slecht opgewassen te
zijn tegen de stijgende dollar. Onder de munteenheden van opkomende
economieën verloor de lira na de Braziliaanse real het meest. Het
door de regering voorgespiegelde grote voordeel voor de export bleef
uit, waarmee het nadeel van duurdere import overbleef.

Het slechte presteren van de lira is onder andere verklaard uit de
lage spaartegoeden bij Turkse banken. Daarnaast valt op dat de
munteenheden van emerging economies waar de regeringen heldere
voorstellen deden tot economische hervormingen, zoals in India en
Indonesië, minder door de duurdere dollar voor hun kiezen kregen dan
de lira.

Twilight zone

Turkije bevindt zich wat betreft economische hervormingen in een
twilight zone. De huidige vicepremier en economiesupervisor Ali
Babacan, wiens naam nauw verbonden is aan de bloeiperiode, ziet de
noodzaak er zeker van in. Na de verkiezingen zal hij echter afscheid
nemen. Zijn opvolging is in nevelen gehuld, wat in het buitenland tot
onzekerheid leidt over de toekomst van het Turkse economiebeleid.

Wordt Babacan opgevolgd door Yigit Bulut, de samenzweringstheoreticus
die het tot Erdogans economieadviseur schopte, dan zullen
buitenlandse investeerders zeker negatief reageren.

De CHP kan van de onduidelijke situatie profiteren door een gedegen
visie op de toekomst van de Turkse economie te presenteren. Dat wordt
hoog tijd, want die partij laat zich te vaak leiden door kritiek op
de AKP en komt daardoor niet toe aan het maken van een eigen punt.

Kemal Dervis



Kemal Dervis

Kilicdaroglu heeft zeker een troef achter de hand, want onlangs
verklaarde de econoom Kemal Dervis zich bereid tot medewerking aan
het economiebeleid van de CHP, mocht deze partij
regeringsverantwoordelijkheid krijgen.

Dervis heeft een uitstekende staat van dienst. Gedurende 22 jaar
bekleedde hij diverse prominente posities bij de Wereldbank.
Daarnaast was hij voorzitter van de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP.
Momenteel is hij vicepresident van het Brookings Instituut. Bij deze
Amerikaanse denktank is hij tevens directeur van het
ontwikkelingsprogramma voor wereldeconomie.

Na een ingrijpende crisis in Turkije zette Dervis in 2001, binnen de
links-nationalistische coalitie die vooraf ging aan de AKP-periode,
een succesvolle hervorming van de economie op poten. Daarmee opende
hij de weg naar een (eindelijk) succesvolle samenwerking met het IMF,
naar de komst van buitenlands kapitaal, en daarmee naar het
economische succes van Turkije onder de AKP.

Met deze verdiensten mag van Dervis verondersteld worden dat hij in
staat is een overtuigende visie op de toekomst van de Turkse economie
te formuleren. Maar hoeveel garen zal de CHP spinnen bij deze
aanwinst?

Bayrakci

Hakan Bayrakci, van de meest betrouwbare opiniepeiler Sonar, verwacht
27-28 procent voor de CHP bij de verkiezingen. Meer winst voorziet
hij echter voor de MHP en de HDP.

Voor Bayrakci hangt de politieke toekomst van Turkije af van de vraag
of de HDP de kiesdrempel van tien procent haalt. Lukt dat, dan zal de
AKP volgens hem niet de 276 zetels krijgen die nodig zijn om
zelfstandig te kunnen regeren. Een coalitie van AKP en HDP ligt dan
voor de hand.

Peilingen blijven echter peilingen. Bayrakci houdt ook een slag om de
arm over de uitslag voor de AKP. Hij voorspelt tussen de 38,5 en 43
procent, wat lager is dan de 47 procent die door peilers van de AKP zelf wordt voorzien. Veel lager dan de inschatting van Bayrakci zal het in
ieder geval niet uitpakken. Daarvoor is de greep van de AKP op de
lager gesitueerde stemmers via massacliëntelisme
te sterk.

G-20

Hoewel de economie zeker meespeelt, blijft een presidentieel systeem
de inzet van de verkiezingen. President Erdogan is daar een groot
voorstander van. Hij had het daar nooit over toen Abdullah Gül nog
president was, maar nu hij dat ambt zelf bekleedt des te meer.

Een van Erdogans argumenten is dat ‘tien van de twintig G-20 landen
een presidentieel systeem hebben’ (in feite zes, maar goed). ‘Dus
waarom Turkije niet?’, vraagt hij zich af. Een dergelijke
bestuursvorm kent volgens hem bovendien economische voordelen.

De ontwikkeling van de economie ondervindt, zo stelt Erdogan,
oponthoud door trage besluitvorming in het parlement. Met een
machtige president zal het BNP per hoofd van de bevolking toenemen
van de € 10.000 nu, tot € 23.000 in 2023, meent hij. Eerder
voorspelde Erdogan al een positie voor Turkije onder de tien leidende
economieën in 2023.

Kunnen dergelijke beloften vervuld worden? Economen menen dat Turkije
zeker potentieel heeft tot verdere groei, maar ook dat het niet
vanzelf zal gaan. Beter onderwijs, hightech exportproducten en het
maximaal benutten van de banden met de EU, behoren tot de absolute
voorwaarden. Dat zijn echter geen punten waar Erdogan veel prioriteit
aan toekent.

Het Center for Economics and Business Research (CEBR) voorzag eind
vorig jaar dat Turkije, mede door de val van de lira, van de
zeventiende naar de negentiende plaats zal dalen op de
wereldrangschikking van economieën. Pas in 2019 zal de zeventiende
plaats heroverd zijn verwacht het CEBR, terwijl die organisatie voor
2024 een zestiende plaats veronderstelt.

Geen dictatuur

Erdogan sprak vorige week tegen dat een presidentieel systeem tot een
dictatuur zal leiden in Turkije:
‘Is er een dictatuur in de VS, Brazilië, Mexico en Frankrijk?
Waarom zal die er dan wel in Turkije komen? Het kan een
eenmansregering noch een dictatuur brengen.’

Dat binnen Erdogans ‘authentiek Turkse presidentieel systeem’
minder ruimte zal overblijven voor democratische controle dan in de
VS en dat hij een einde van de scheiding der machten nastreeft,
vertelde hij er deze keer niet bij.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!