Als
gevolg van deze investeringen kwam er wereldwijd 103 gigawatt
capaciteit bij – goed voor ongeveer de helft van alle Amerikaanse
kerncentrales bij elkaar. Daarmee was 2014 het beste jaar ooit wat
betreft hernieuwbare nieuw-geïnstalleerde capaciteit, staat in
rapport Global Trends in Renewable Energy Investments
van het VN-Milieuprogramma (UNEP) van 31 maart 2015.
Lagere
technische installatie- en exploitatiekosten van hernieuwbare energie
brengen met zich mee dat elke euro die geïnvesteerd wordt in
hernieuwbare energie meer opwekkingscapaciteit opleverde in 2014.
Wind, zon, biomassa, afval, geothermische energie, waterkracht en
getijdenenergie droegen in 2014 naar schatting voor 9,1 procent bij
aan de wereldwijde elektriciteitsopwekking. In 2013 was dat 8,5
procent.
Deze
schone energiebronnen hebben op die manier in 2014 de uitstoot van
1,3 gigaton CO2 – ongeveer tweemaal de emissie van de wereldwijde
luchtvaartindustrie – weten te voorkomen. China investeerde in 2014
het meest in hernieuwbare energie: een recordbedrag van 77,5 miljard
euro (39 procent meer dan in 2013). De VS volgen met 36,1 miljard
euro (7 procent meer dan in 2013, maar minder dan in 2011) en Japan
staat op de derde plaats met 33,2 miljard euro (10 procent meer dan
in 2013).
BRICS-landen investeren massaal
Volgens
het UNEP-rapport was de snelle expansie van hernieuwbare energie op
nieuwe markten in ontwikkelingslanden een opvallende trend in 2014.
Daar groeiden de investeringen met 36 procent tot 122,2 miljard euro. De Brics-landen China, Brazilië, India en Zuid-Afrika staan allemaal in de top-10
van grootste investeerders. Ook Indonesië, Chili, Mexico, Kenia en
Turkije investeerden elk meer dan 931 miljard euro. Hoewel 2014 na
twee jaar van economische inkrimping weer een opleving laat zien in
de sector, blijft de sector kampen met uitdagingen zoals een onzeker
beleidskader, structurele kwesties in de distributie en de variabele
aard van wind- en zonne-energie.
Een
andere uitdaging is de impact van de sterk gedaalde olieprijzen in de
tweede helft van 2014. Volgens onderzoeker Udo Steffens van de
Frankfurt School of Finance and Management, kan die daling slechts in
een beperkt deel van de sector het vertrouwen aantasten. Hij denkt
aan zonne-energie in olie-exporterende landen en biobrandstoffen in
de meeste delen van de wereld.
“Olie
en hernieuwbare energie concurreren in veel landen niet direct met
elkaar als het gaat om investeringen”, zegt Steffens.
“Windenergie en zonne-energie moeten in staat zijn te blijven
bloeien, zeker als de kosten per megawattuur omlaag gebracht worden.
Op lange termijn hebben deze energiebronnen nu eenmaal een
overtuigender verhaal.”
Onzekere vooruitzichten in Zuid-Europa
Grotere
zorgen zijn er over de onzekerheid van overheidssteun voor
hernieuwbare energie. “De EU bewoog als eerste op het gebied van
schone energie, maar zit nog steeds in een proces van
herstructurering van die eerste steunmechanismen”, zegt Michael
Liebreich, voorzitter van de Adviesraad van Bloomberg Energy Finance.
Zuid-Europa
is bijna een no-goarea geworden voor investeerders vanwege de
beleidswijzigingen met terugwerkende kracht, zegt hij, onlangs nog
met betrekking tot zonne-energie in Italië. In de VS heerst
onzekerheid over de toekomst van de Production Tax Credit (PTC) voor
windenergie. De PTC is een steunmaatregel voor de ontwikkeling van
hernieuwbare energiefaciliteiten.
In
een persbericht naar aanleiding van het rapport zegt UNEP dat als de
positieve investeringstrend van 2014 zich voortzet, “het steeds
duidelijker zal worden dat er grote markthervormingen moeten komen,
op de manier zoals Duitsland dat nu probeert te doen met zijn
Energiewende“. “Het overwinnen van structurele uitdagingen
is niet eenvoudig”, stelt UNEP, “maar die dienen zich
alleen aan vanwege het succes van hernieuwbare energie en de
inmiddels meer dan 1.871 miljard euro investeringen in de sector sinds
2004.”
Bron: A
“Year of Eye-Catching Steps Forward” for Renewable Energy
