“Samenleving moet gedetineerde jongeren niet als monsters zien”
Interview - Hasna Ankal, Centrum voor Maatschappelijke Gelijkheid en Jeugdwelzijn

“Samenleving moet gedetineerde jongeren niet als monsters zien”

“Gedetineerde jongeren hoeven we niet een tweede keer te straffen door hen niet te respecteren”, zegt Rafaël Bouzar (35). Hij is een bewakingsagent in het Vlaams detentiecentrum De Wijngaard in Tongeren dat gekend was als het Gesloten Federaal Centrum (GFC). Tot januari was Bouzar jeugdwerker bij de Genkse jeugdwelzijnswerking Gigos.

woensdag 25 maart 2015 15:01
Spread the love




Na een moeilijke jeugd in buurten met een slechte naam, ontwikkelde Bouzar een leerrijke visie op hoe we het best omgaan met
gedetineerde jongeren. Sleutelwoord in zijn aanpak is respect. Tijdens
een middagpauze in De Wijngaard in Tongeren vertelt Bouzar waarom hij
daar veel belang aan hecht.

Je werkte een lange tijd bij Gigos in Genk. Hoe kwam je tot de keuze om in de jeugdsector te werken?

“Toen ik achttien jaar was begon ik te werken als heftruckchauffeur.
Twee jaar later zat ik een half jaar thuis door een blessure en besloot
ik dat ik iets anders wou als beroep. Ik wou in mijn job een goede
invloed hebben op jongeren die op een verkeerd pad zitten.”

“Via de VDAB geraakte ik geïnteresseerd in een VSPW-opleiding
‘jeugdzorg’ die drie jaar duurde met twee dagen per week stage bij Gigos.
Omdat Gigos merkte dat ik jongeren die een slechte reputatie hadden kon
aanzetten om vrijwilliger te worden, werd ik aangenomen als jeugdwerker.”

Hoe overtuigde je jongeren die een slechte reputatie hadden om vrijwilliger te worden?

“In
de eerste plaats door hen niet te mijden. Ik wou werken met jongeren
met wie niemand wou werken, omdat ze als gevaarlijk worden gezien.
Daarnaast ging ik ervan uit dat die jongeren hun frustraties ergens
kwijt moesten op een gezonde manier. Daarom organiseerde ik lessen
thaiboksen. Dat is nu uitgegroeid tot de volwaardige sportclub Atlasgym.
Niet alleen het agressief gedrag verminderde. Hun drang naar drugs nam
af en het vandalisme verminderde. Ook jongeren buiten Genk kwamen naar
de sportlessen en er ontstond een meisjesgroep die nu nog bestaat.”

Wat zorgde voor de overgang van Gigos naar De Wijngaard?

“Mijn
ervaringen bij Gigos wekten interesse op bij gesloten instellingen,
jongerentehuizen, asielcentra, lerarenopleidingen en bij de politie. Bij
die plaatsen ging ik regelmatig spreken over hoe we het best omgaan met
jongeren. Door de samenwerking tussen Gigos en het CMGJ voor het
project Blik naar binnen, beeld naar buiten kwam ik als jeugdwerker in
contact met jongeren van het toenmalige GFC. De directie van dit
detentiecentrum vond dat het snel klikte tussen mij en de jongeren hier
en vroeg of ik interesse had om hier te werken.”

Welke snelle klik was er tussen jou en de jongeren in Tongeren?

“Jongeren
hebben door dat ik één belangrijke regel heb en die draait rond
respect. Ik benader niemand op een harde wijze zolang die persoon
respect toont voor mij, voor de mensen om hem heen en voor het materiaal
in zijn omgeving. Op die manier leg ik de bal in het kamp van de
jongeren: zij bepalen hoe de toekomst van onze verstandhouding eruitziet. Zij bepalen mijn houding.” 

“Het omgekeerde zou verkeerd zijn. Daarmee bedoel ik dat ze niet
het gevoel mogen krijgen dat hun gedrag niets uitmaakt en dat een
bewakingsagent hen altijd hard zal behandelen. Dan zou een jongere dus
denken dat het niet uitmaakt of hij beleefd is of iets in brand steekt.
Maar helaas denken velen in onze maatschappij dat je een veroordeelde
persoon altijd moet zien als een crimineel. We moeten jongeren een kans
en redenen geven om aan ons te tonen dat ze in staat zijn om te
veranderen. Het is erg spijtig als jongeren die hun best doen grof
behandeld worden.”

Wil je je hier blijven inzetten als bewakingsagent of zie je nog een andere rol voor je weggelegd?

“Ik
wil met mijn aanpak de kansen voor re-integratie van jongeren
vergroten. Nu ben ik sinds januari bewakingsagent, maar het is de
bedoeling dat ik op een later moment een functie krijg als begeleider of
opvoeder. Dan wil ik inzetten op de creativiteit van de jongens.”

Hoe kan de creativiteit van de jongeren bij het project ‘Blik naar binnen, beeld naar buiten’  een invloed hebben?’

“Het
is belangrijk dat met dit project jongeren die buiten een
detentiecentrum leven beseffen dat er een verschil is tussen dit
detentiecentrum en de instelling in Mol. Dit is een eindhalte, hier kom
je als andere instellingen niet geholpen hebben. Het leven hier betekent
soms negentien uren per dag opgesloten zijn in een cel. Voor diegenen die geen
lessen volgen of niet sporten kan dat langer zijn.”

“Tegelijk hoop ik dat de bredere samenleving inziet dat ze
jongeren niet als monsters moet zien. Er zit een verhaal achter elke
jongere. Achter bijvoorbeeld een diefstal kan een reden schuilen die de
blik van de buitenwereld op gedetineerde jongeren kan veranderen. En ik
denk dat we vergeten dat ook jongeren uit een rijk gezin een erg
moeilijke situatie kunnen hebben die tot een gevangenisstraf kan
leiden.”

Bij de tentoonstelling van Blik naar binnen, beeld
naar buiten
zijn er geschreven getuigenissen van jongeren over een
slechte behandeling door bewakingsagenten. Kunnen zij hiertegen
protesteren?

“Als jongeren vinden dat een bewakingsagent
herhalend onnodig hard is, sturen ze een rapportbrief naar de directeur.
Gevolg kan zijn dat de bewakingsagent en de jongere samenkomen voor een
gesprek. Soms verandert nadien het gedrag van de bewaker, maar er zijn
jongeren die zeggen dat een rapportbrief de behandeling net erger maakt.
Ze zeggen dat niet elke bewakingsagent met de juiste intenties werkt en
onbeleefd blijft. Ik zie geen reden om onbeleefd te zijn, ongeacht wat
het verleden is van de jongere. Dat betekent bijvoorbeeld dat ik niet
bij een cel ga roepen ‘uw eten is hier!’, maar wel de cel open,
‘goedemorgen’ zeg en rustig meedeel ‘uw eten staat klaar’.”

“Gedetineerde jongeren hoeven we niet een tweede keer te straffen
door hen niet te respecteren. Dat die jongeren hier vastzitten, is de
straf die de rechter hun gaf en dat is genoeg.”

Wie
benieuwd is naar de creaties van de jongeren van De Wijngaard en de
tentoonstelling wil opstellen bij een school of een andere organisatie
kan hiervoor het CMGJ contacteren via kemal@cmgj.be 

Dit artikel verscheen eerder op de site van CMGJ.

take down
the paywall
steun ons nu!