Het kasteel ontbloot. Over de infrastructuurwerken rond het Arenbergkasteel

woensdag 18 maart 2015 09:43
Spread the love

Het kasteel
is ontbloot. Het begon met het bouwen van een kantoortoren waarvan niemand
gezien had dat hij zo zichtbaar zou zijn achter het kasteel en dan nu een grote
parking vlak aan de zijkant van het kasteel, om van de rest van de werken nog
maar te zwijgen. Een historische site, het 16de-eeuwse Kasteel van
Arenberg, wordt zonder pardon geofferd aan de explosie van spin offs. Maar
vooral die parking is pijnlijk. Om bij te vloeken en te wenen. Zijn plaatsing
is discutabel, ja onvergeeflijk en de manier waarop hij werd aangelegd van een
schokkende brutaliteit. Hij werd niet discreet in dat laatste schaambosje dat
de zijkant van het kasteel en de molen afschermde van de straat aangelegd, nee,
dat zou te veel werk zijn geweest, men heeft eerst alle bomen gerooid en dan
een parking om u tegen te zeggen aangelegd: zoveel mogelijk geplaveide grond (waar
was dat voor nodig? Een beetje verharde grond of grint had misschien volstaan).
Op het eerste zicht levert dat meer circulatie op dan dat er parkeerplaatsen
worden gecreëerd (dat zou kunnen berekend worden: oppervlakte gedeeld door het
aantal effectieve plaatsen dat wordt gecreëerd).

De hamvraag
is natuurlijk: was die parking wel nodig? En indien we er voor het gemak (daar
gaat het natuurlijk over helaas: het gemak van autoverslaafde academici en
spin-offers) van uitgaan dat die parking nodig was, moest hij dan per se op
die zo strategische plek? Ik denk dat ik zo wel een stukkie kan aanduiden dat
daar beter voor in aanmerking komt. Als er dan toch op de hele site gebouwd
wordt dat het een lust is (niet voor het oog!) waarom dan in godsnaam geen
ondergrondse parkings? Zo vraag ik mij af.

Allerpijnlijkst
wordt het natuurlijk als men zich realiseert wie de kasteelbewoners zijn: het
departement architectuur en stedenbouw! In dat kasteel wijden mensen zich met
overgave aan ecologisch bouwen, anderen zijn deel van het wereldberoemde
Lemaire-centrum voor restauratie en erfgoed, nog anderen zijn bezig met
inclusief urbanisme, en nog anderen met sociale actie en sociale innovatie.
Maar als het over hun eigen achtertuin gaat, staan ze machteloos, of wisten ze
van niks, of hadden ze geen tijd. Dat het hen onverschillig laat, durf ik zelfs
niet te denken. Natuurlijk, ik werk zelf op het kasteel, maar ik geef pas les in
het tweede semester en ik ben nog altijd aan het bekomen van mijn
sprakeloosheid. Ik wil niemand met de vinger wijzen maar vond het toch mijn
plicht om via dit schrijven mijn verdriet en ergernis met luide stem wereldkundig
te maken. 

Ik vergat
nog te zeggen dat het kasteel natuurlijk ook het hoofdkwartier (ofte decanaat) huisvest
van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen. Die mensen zouden toch macht genoeg
moeten hebben om een overijverige aannemer of bouwbeheerder (de “technische
diensten”) tot betere gedachten te brengen. Not in our back yard had
het motto moeten zijn.

Is het kalf
verdronken? Ik zou dat terugdraaien door ten eerste zoveel mogelijk nieuwe bomen
aan te planten in en rond die parking, eventueel ook voorzien van een haag en ten
tweede door op een tijdspanne van twintig jaar die parking(s) uit te dunnen of
te verplaatsen. Een uitdoofscenario, maar dat is nu wel echt dromen.

(En dan nog
als uitsmijter, dan is het allemaal van mijn lever: de watermolen. Hooggeachte
heer Decaan, is er nu een mooier symbool te bedenken voor een Faculteit Toegepaste
Wetenschappen dan een watermolen? Er wordt al jaren gesproken over restauratie,
men heeft mij zelfs al eens beleefd edoch dringend gevraagd daarover geen open
brief te schrijven om het proces niet te storen. Het heeft niet echt geholpen
(en dat is, ik schat, zo’n slordige vijf of meer jaar geleden). Redt alsjeblief
die molen, voor er geen spaander meer van over blijft.  Denk eraan: het
zou een schitterend uithangbord zijn voor de Faculteit…)

Ik beken:
ik ben helemaal weg van ons kasteel en zijn omgeving. De kunsthistoricus en de
poëet(aster) in mij doet er nog geregeld ontdekkingen. Ik kan er na al die jaren
dat ik er kom nog als de eerste de beste dagjesmens van genieten. Ik heb voor
een les in de vroege lente onlangs een fotoke gemaakt van het sneeuwklokjesveld
aan de andere kant van het kasteel, een plaatje was het aan de oever van de
Dijle: als een lichtgevende heksenkring stonden ze met duizenden rond een oude
knoestige machtige boom…. Ik werd er even stil van of gewoon kinderlijk blij.
(Mijn moeder heeft altijd gezegd dat je moet blijven genieten van de kleine
dingen). Heb ook al sinds mijn kindertijd een zwak voor sneeuwklokjes (iedereen
zijn eigen afwijkingen). Maar, nu bedenk ik dat de sneeuwklokjes ons dit jaar
iets wilden zeggen: dat ze dit jaar zo schitterend waren – ze stonden
werkelijk te knipperlichten in de ochtendzon – omdat ze alarm wilden slaan.
‘Kijk hoe mooi deze plek is’ wilden ze uitschreeuwen, ‘en jullie pletwalsen
maken hier alles kapot’. Sneeuwklokjes hebben altijd gelijk. 

Toen ik
foto’s maakte van die vermaledijde parking (als bewijsstuk voor mijn woede) was
er aan de andere kant in een drassig weiland een witte reiger aan het
rondstruinen… Ik heb ook hem vast proberen te leggen op de gevoelige plaat van
mijn smartphone. Kortom: het kasteel is een ongelofelijke biotoop, dat schijnt
men te vergeten.

Een
nuchtere geest zal zich misschien afvragen: waarover maakt hij zoveel bombarie,
een paar tientallen bomen die moeten sneuvelen voor een parking? Is dat echt
zo’n song and dance waard? Beschouw
het als een omslagpunt, een kantelmoment, een tipping point in hedendaagse Nederlands: het Arenbergpark is nu
echt een industriepark geworden. Dat het allemaal uiteindelijk voor spin-offs
is, dat maakt het zo pijnlijk. Een allegorie van deze tijd: de Alma Mater
offert alles, ook zijn meest waardevolle sites en landschappen, voor zijn
nieuwe functie als kweekvijver voor het ‘kenniskapitalisme’.

Lieven De
Cauter, cultuurfilosoof (Gasthoogleraar
Departement & Faculteit Architectuur)

take down
the paywall
steun ons nu!