Opinie, Nieuws, Samenleving, Politiek, Cultuur, België - Evi Gillard

Culturele Centra onder druk

Niet alleen de bibliotheeksector maakt zich zorgen over hoe hun financiële middelen in de toekomst worden beheerd. Vanaf 1 januari 2016 komen ook de middelen voor cultuurcentra in het gemeentefonds terecht. De verleidingen tot snoeien schuilen niet langer om de hoek, ze liggen voor onze voeten. Laten we daarom samen waken over de publieke opdracht van cultuurcentra in een veranderende samenleving, om een plek van verwondering en verbeelding te blijven.

zaterdag 14 maart 2015 11:32
Spread the love

Een maand geleden. De
dansvoorstelling 2+ in het cultuurcentrum. Met volle concentratie, af en
toe wiebelend op mijn schoot om beter te kunnen zien, keek mijn bijna driejarige dochter haar ogen uit. Naar het podium. Naar de kindjes naast
haar. Ze liep onbevangen en nieuwsgierig door de gangen van het
cultuurcentrum. Veel nabespreking moet je van zo’n dreumes niet
verwachten. Maar afgelopen weekend haalde ze de kleurplaat – uit het
theatercafé waar we die middag aten – tevoorschijn en vertelde ze me haar
herinnering. Aan het eten. Aan de voorstelling. De twee vrouwen die
dansten. Met balletjes, rode en blauwe. En een emmer op hun hoofd. “Dat
was gek, he mama.”

Deze week. “Ah nee, we zijn naar de bib geweest,” glunderde mijn
moeder, toen ik vroeg of ze het nieuwste boekje gevonden had in de
logeertas (ook al weet ik dat er in mijn ouderlijk huis geen gebrek is
aan boeken). Oma en opa wonen in een dorp van 8.000 inwoners. Al groeit
ons kind op in een huis waar onmiddellijke toegang is tot boeken,
iPads en cultuur, toch vond mijn moeder het interessant om op dat
ene logeerdagje met haar kleindochter naar de bib te gaan. Niet uit
noodzaak, maar om samen naar buiten te gaan, naar een plek waar nieuwe
werelden zich voor haar openen.

Hefbomen

Als moeder, als burger, geef ik de bibliotheken dus gelijk:
#blijfvanmijnbib! Het gaat niet alleen om ‘boeken lenen’. Net zoals het
in cultuurcentra niet alleen gaat om in ‘de pluche’ kijken naar een
artiest. Deze plekken wakkeren nieuwsgierigheid aan, prikkelen de
verbeelding, openen nieuwe werelden.

Als professional in de cultuursector ben ik evenzeer bezorgd, al
zijn cultuurcentra en gemeenschapscentra – de partners in crime in het
lokale cultuurleven – nooit een verplichting geweest voor steden en
gemeenten, in tegenstelling tot de bibliotheken. En kijk, na 40 jaar
zijn we met 66 cultuurcentra en 150 gemeenschapscentra. Natuurlijk is
dat vooral dankzij de ‘wortel’, richtlijnen en garanties van doordacht
Vlaams beleid gegroeid. Vergeten we niet dat naast de subsidie van
Vlaanderen, lokale besturen het vijfvoudige investeren in hun
cultuurcentrum. Het waren veertig jaar lang onmisbare hefbomen.

Tevredenheid

Het geld krijgen de gemeentebesturen nog, maar ze hoeven dat
niet meer te investeren in het cultuurcentrum. Bovendien is
het onbegrijpelijk dat men dit aanvaardt zonder indexering van deze
bedragen. Het is bijna een understatement te stellen dat 2015 een mijlpaal is
in de geschiedenis van bibliotheken, cultuurcentra en
gemeenschapscentra. Geen heisa dus. Terechte bezorgdheid, van al wie
zijn job ernstig neemt, van al wie, al is het maar één keer per jaar, al
is het maar per toeval, in deze huizen komt om te ontspannen, te leren,
te ontmoeten, te genieten, te verwonderen,…

We weten dat heel wat steden en gemeenten hun cultuurcentrum of
gemeenschapscentrum sterk waarderen. Dat bewijzen hun jarenlange
inspanningen en investeringen. Ook de tevredenheid van burgers is erg hoog, bevestigde recent onderzoek. Jaarlijks meer dan 3
miljoen bezoekers in 60 cultuurcentra. Of om nog een
belangrijk segment ‘onder druk’ te benoemen: een 4.000-tal kunst- en
cultuuractiviteiten voor scholen met een bereik van 500.000 kinderen en
jongeren. Lanceer gerust #trotsopmijncc op Twitter, Instagram, Facebook.

Rationalisering

Anderzijds mogen we met z’n allen niet naïef zijn. De verleidingen
schuilen niet langer om de hoek, ze liggen nu vlak voor onze voeten. Wie
daar blind voor is, ontloopt zijn eigen verantwoordelijkheid. Onder het
mom van ‘efficiëntie’ besparen op personeel. De werkdruk in onze
cultuurhuizen neemt toe. Onder het mom van ‘hogere publiekscijfers’ en
‘rationalisering van budgetten’ riskeren we een doorgeslagen commerciële
benadering van het cultuuraanbod.

De gelaagde diversiteit in
activiteiten, in projecten en cultuurprogrammatie komt in het gedrang. Voorstellingen die gemaakt worden met Vlaams subsidiegeld vinden een speelplek in de cultuurcentra. Maar wat zal er gebeuren nu de cc’s die expliciete opdracht niet meer krijgen vanuit de Vlaamse Gemeenschap? Waarom zou een gemeente nog middelen investeren in dure theater- of dansproducties als de opdracht door Vlaanderen verdwijnt?
Het gaat niet alleen om verschraling te vermijden, om damage control.
Onze huizen moeten vooral actief op zoeken kunnen blijven gaan naar ‘het
verschil’. Dat tikkeltje meer.

Als lokale besturen de kracht van deze cultuurplekken – bibs, cc’s en
gc’s – erkennen, zullen ze niet anders kunnen dan blijven
investeren. Om burgers garanties te geven in hun toegang tot cultuur,
kunst, educatie, informatie en ontmoeting. Dat betekent ook: de
cultuurprofessionals die op deze plekken werken, de nodige ruimte, tijd
en geld toevertrouwen om hun expertise elke dag opnieuw in te
zetten. En: met naburige gemeenten rond de tafel zitten om
goede afspraken te maken en samen te werken – wat overigens al op
diverse plekken gebeurt. En het betekent: regelmatig experiment en
zelfs mislukking toe te laten, zoals de R&D-afdeling in bedrijven
injecties geeft tot innovatie.

Korte beentjes

In dialoog met politici, beleid, de minister van Cultuur, de
cultuurschepenen en burgemeester, kunstenaars, middenveld en burgers,
gaan de lokale cultuurwerkers de uitdagingen van morgen aan:
digitalisering, verkleuring, vergrijzing, verarming, regionale
samenwerking, enz… Er is werk aan de winkel, voor ons allemaal. Laten we
elkaar dus niet de vinger wijzen, maar samen waken over
onze publieke opdracht in de veranderende samenleving, over een plek van
verwondering en verbeelding. En ja, daar hoort ook kunst bij.

Nee, dat gaan we niet vinden als we alleen in onze eigen habitat
blijven. Niet alleen in het huis van mama en papa. Niet alleen in het
huis van oma en opa. Niet alleen op het grondgebied van onze gemeente.
Ver reizen is niet nodig, geen extra CO2 in de lucht. Een kleuter kan de
afstand met zijn korte beentjes aan. Totale nieuwe werelden openen
zich. Daar op die plek, in het hart van een stad, van een dorp, waar je
eventjes uit de ratrace kan komen, naar die culturele plek, die je rust
biedt. Of onrust. Of een gezellige babbel. Of een nieuw perspectief. 

Kan de minister nog iets doen? Zeker! Lees het VVC-advies.

Evi Gillard is stafmedewerker bij de VVC – Vereniging Vlaamse Cultuur- en gemeenschapscentra (www.cultuurcentra.be)

take down
the paywall
steun ons nu!