Steven Vromman: ‘Steeds meer mensen zijn op zoek’
Interview -

Steven Vromman: ‘Steeds meer mensen zijn op zoek’

Een man die ervoor kiest om ecologisch te gaan leven, het kan een streng en nogal saai spartaans beeld oproepen. In uw verbeelding dan want de échte Low Impact Man van Vlaanderen heeft beslist ook een teddybeergehalte. Voor de foto’s bij het interview wilde hij zelfs wel een boom knuffelen. Een gesprek.

woensdag 4 maart 2015 15:13
Spread the love



Steven Vromman (foto: Wim Schrever)

In het achtste jaar als Low Impact Man is zijn visie wat bijgeschaafd. ’Met enkel de lijstjes hoe beter om te gaan met het milieu gaan we er niet komen’, zegt hij. ’Er is ook een nieuw bewustzijn nodig’. En dat vind je ook terug in zijn nieuwste boek, Stop met klagen, dat de lezers daartoe wil aanzetten. Het leest bovendien als een trein.

In 2008 liep op Canvas de televisiedocu Low Impact Man waarin je wilde aantonen hoe de ecologische voetafdruk in het dagelijks leven kan verkleind worden. Hoe ben je daartoe gekomen? Vanwaar dat idee?

‘Op dat moment was ik directeur bij milieu-organisatie Ecolife dat vooral werkt rond de impact van de ecologische voetafdruk. En op den duur beperkte dat werk zich als het ware tot het invullen van statistieken en lijsten. Dat was ik een beetje beu geworden en ik wou ook minder werken om een kwaliteitsvoller leven te kunnen leiden. Daarom besliste ik om zes maand loopbaanonderbreking te nemen. Ik wou de kans aangrijpen om iets te doen waar ik niet toe kwam: de lijstjes om anders en ecologischer te gaan leven, die ik maar al te goed kende, eens volledig toepassen in mijn leven. En toen Canvas hoorde van mijn experiment, contacteerden ze mij om er een format van te maken. Zo is de bal aan het rollen gegaan. Het idee had ik opgepikt van een journalist in New York, Colin Beavan, die eerder dat jaar begonnen was als ‘No Impact Man‘. No Impact, dat vond ik niet haalbaar. Dan mag je eigenlijk niet meer ademen. Vandaar kwam ik op Low Impact. Dat klinkt goed en is niet te extreem is zodat het project niet meteen zou geklasseerd worden als een naïef idee van groene jongens.’

Werd het concept opgepikt door de media?

‘Absoluut. De eerste week dat het project liep had ik meteen meer media-aandacht dan de zeven jaar dat ik voor Ecolife gewerkt had. Als milieu-organisatie is het heel moeilijk om berichten in de pers te krijgen. Wat me ook verbaasde, is hoe die mallemolen van de pers werkt: als je vandaag in de ene krant staat, heb je morgen de twee volgende aan de lijn. En dan volgt de radio daarop, waarna de televisie er ook nog wat van wil. Dat was eigenlijk een beetje gek om mee te maken.’

Terwijl er vooraf niet echt een media-plan was om mee uit te pakken…

‘Ja, dat klopt. Misschien is dat ook wel een boeddhistische wijsheid: als je iets helemaal loslaat, komt het vanzelf naar je toe!’ (lacht).

Boshutten



Steven Vromman (foto: Wim Schrever)

Uit je experiment is een eerste boek ontstaan?

‘Aangezien er een televisieprogramma van werd gemaakt, was er meteen een uitgeverij bereid om er een boek van uit te geven. Het boek was een neerslag van mijn ervaringen in het dagdagelijkse leven. Over de dingen die me meevielen, over de moeilijkheden ook en over dingen die me niet gelukt waren. Ik wilde een boek maken dat makkelijk leesbaar en niet te belerend is, met voldoende humor. Dat is meteen ook een beetje zelfrelativerend. Het was ook de bedoeling dat ik na die zes maand loopbaanonderbreking de levensstijl zou verderzetten in mijn “normale” leven, als werkende mens. Want de opmerking dat het niet moeilijk is ecologisch te leven zonder voltijdse baan, hing al op voorhand in de lucht natuurlijk. Een terechte opmerking ook. Maar daar hadden we dus op voorhand rekening mee gehouden.’

Wat viel je moeilijkst in het dagelijkse leven als Low Impact Man?

‘De grootste impact – ook wat betreft de voetafdruk – was beslist de woning. Dat was een van de grootste uitdagingen, hoe dat aan te pakken. Want ik woonde toen – en nu nog steeds – in een huurhuis, dat bovendien slecht geïsoleerd was. Als huurder kon ik niet veel aan het huis veranderen natuurlijk. Het was meteen een interessante oefening, want ik wilde bijvoorbeeld de verwarming wel een heel stuk lager. Voor de kinderen lag dat wat moeilijk. En ik moet toegeven dat het soms op het randje was… Maar we hebben daar dan een eenvoudige oplossing voor gevonden. Zoals dat vroeger ook de gewoonte was gebruikten we in de winter maar een deel van het huis. Onze winterliving was het enige deel van het huis dat we verwarmden; en dat doen we nu nog steeds in het winterseizoen.’

En wat met de voeding?

‘Dat was niet zo’n aanpassing. Ik was al geen grote vleeseter. Dus overschakelen op volledig vegetarisch en meer seizoensgebonden groenten eten, dat ging eigenlijk heel vlot. Bovendien is er in een stad als Gent een groot aanbod van alternatieven zoals voedselteams, boerenmarkten en biowinkels. Op vakantie gaan vroeg dan weer wel een serieuze aanpassing. Want ik wilde met onze kinderen natuurlijk wel een leuke reis maken. Maar als vliegtuig en auto niet kunnen, is er meteen heel wat minder mogelijk. Met wat zoekwerk vond ik een bootreis naar Zweden, met een vrachtschip dat wekelijks uitvaart en slechts een tiental passagiersplaatsen telt. Heel avontuurlijk was het! En in Zweden logeerden we dan in wat aangekondigd was als het meest primitieve hotel. Dat waren eigenlijk hutten te midden van de bossen, zonder elektriciteit en stromend water. We moesten er eerst hout gaan sprokkelen om thee te kunnen zetten. Het was een van de tofste reizen die we ooit maakten!’

Van geboorte tot dood

In je eerste boek Ecologische leven van wieg tot kist geef je ecologische tips in alle facetten van het leven.

‘Het was de bedoeling om een naslagwerk te maken waaruit lezers dan zelf konden kiezen welke veranderingen ze in hun leven wilden toepassen. Want inderdaad, vanaf onze geboorte hebben we daarmee te maken, hoe met onze afval om te gaan. En kunnen we keuzes maken hoe dat aan te pakken. Zelfs voor het sterven kunnen we kiezen voor ecologisch.’

Is crematie al geen goede evolutie daarin?

‘Dat is zeker zo. Daarmee beperken we in ieder geval de afvalstoffen. En het klinkt misschien een beetje luguber, maar daar is het besluit dat het nog ecologischer zou kunnen met groepscrematies. Dan zou bijvoorbeeld de energie die nodig is voor een crematie nog efficiënter kunnen gebruikt worden. Maar dat ligt natuurlijk een beetje gevoelig (glimlacht). Natuurlijk kan je dat ook anders aanpakken en op de koffietafel kiezen voor Fairtrade-koffie. Dat is ook al beter voor het milieu. Of dan zou je kunnen afspreken om per fiets naar de dienst te gaan in plaats van met een colonne voertuigen.’

Wat is je drijfveer om zo voor ecologisch leven te kiezen? Had je dat al toen je jong was?

‘Als jong kind al voelde ik de drang om ecologisch te gaan leven. Het was voor mij ook een eerste teken dat het leven ongelijk verdeeld is.

Toen ik als elfjarige op het televisienieuws de staatsgreep in Chili zag (afzetting van president Allende door staatsgreep in 1973, red.), voelde dat voor mij aan hoe onrechtvaardig dat is. Van dan af wist ik dat ik de wereld wilde verbeteren. Dat was heel naïef, ik weet het wel. Maar dat was mijn reactie op die ongelijkheid. Ik heb daar toen op school nog een spreekbeurt over gemaakt. Terwijl klasgenoten iets kwamen vertellen over hun huisdier, wat de normale gang van zaken was. Maar net zo toen ik de beelden zag van de hongersnood in Soedan, had de onrechtvaardigheid daarin mij enorm geraakt.

Ook in de verschillende jobs die ik gedaan heb, was dat altijd blijven doorklinken: ik wou kunnen bijdragen aan een betere wereld. Ik geef toe, met mijn engagement voor de ecologische voetafdruk heb ik ook wel iets van een priester die de boodschap gaat verkondigen. Tja, ik heb wel zo’n karaktertrekje in mij… (glimlacht). En ik ben bovendien ook wel een nogal koppige doorzetter, ook als het niet meteen lukt.’

Anders gaan lezen



Steven Vromman (foto: Wim Schrever)

Voor jouw nieuwste boek Stop met klagen heb je het anders aangepakt. Waarom?

‘De tips om beter om te gaan met het milieu zijn natuurlijk gebleven. Maar alleen daarmee gaan we er niet geraken. Zo gaan we de wereld niet redden. Het is ook nodig om tot een ander bewustzijn te komen. Bovendien is het heel belangrijk dat we niet in ons eentje actievoeren maar dat we bondgenoten zoeken.

Ik geloof steeds meer dat de veranderingen enkel kunnen gebeuren als mensen het samen aanpakken. Ook in de transitiebeweging is dat zo. Dat is een van de nieuwe lijnen in het boek, dat gezamelijk engagement heel belangrijk is.

Een andere lijn is dus die bewustwording, met thema’s als dankbaarheid en verbondenheid. Het geeft ook aan om je eigen leven eens in vraag te durven stellen. En dat gaat dan in tegen de ons bijna aangeboren strijd in ambitie en competitie, die we met de paplepel van de neoliberale maatschappij meegekregen hebben. We kunnen beter weer kiezen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Ons hele leven wordt te veel beheerst door cijfers en economische voorwaarden. Dat is ook waar Paul Verhaeghe het over heeft in zijn discours.

Spiritualiteit is een derde punt dat meer aan bod komt in het boek. Het is beslist goed om met meer liefde en mededogen naar de ander te kijken. Met een verdere opdeling in wij/zij-denken raken we nergens. Want ook in ecologische kringen komt dat voor, mensen die ervan uit gaan dat zij de enige juiste visie hebben.

Sommige gaan daar zo ver in dat ze hun eigen leven en gezin zelfs verwaarlozen. Dat zouden we moeten proberen te vermijden. Daarom vind ik dat spirituele element belangrijk: het kan ervoor zorgen dat we onszelf terug openstellen voor de mensen rondom ons.

Ook als je buurman bijvoorbeeld met een glimmende, veel te grote auto rijdt. Als we met elkaar gaan praten op een mededogende manier, kunnen we misschien gaan begrijpen waarom die milieu-onvriendelijke wagen voor de buurman zo belangrijk is. Misschien is dat een opvulling voor een gemis. Verwondering is nog zo’n element dat we uit die spiritualiteit kunnen halen. We kunnen die eigenschappen terugvinden in de meeste tradities en levensbeschouwingen. En boeddhisme vind ik daarin wel interessant.’

Vanwaar die interesse voor spiritualiteit?

‘Het is een evolutie die ik in mijn eigen leven ervaar. Maar ook rondom mij voel ik daarin een verandering. Uit reacties van lezers maak ik op dat wel meer mensen op zoek zijn. Misschien kan een spirituele kijk daarbij helpen. Materiële dingen kunnen ons niet ten volle vervullen, zoals we onszelf dat vele jaren hebben voorgehouden in de technologische evolutie. En het is wel duidelijk dat meer en meer mensen dat beginnen inzien. En ook die evolutie is wel boeiend. Het is ook wat we nodig hebben in een burgerbeweging. We kunnen niet blijven hameren op de uitstoot van fijn stof. Uiteindelijk hebben we nood aan zingeving.’

Dit interview is een voorpublicatie uit het lentenummer van de Giesbaergske Koleuren Gazette.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!