Lokaal opgeleid verplegend personeel in Sierra Leone bij een briefing op 2 april 2014 (EU Humanitarian Aid)

“Cuba leverde essentiële bijdrage tegen epidemie ebola”

Marcia Cobas Ruiz, Cubaans viceminister van Volksgezondheid, is in Brussel voor de VN-conferentie over de strijd tegen ebola. Zij nam de gelegenheid te baat om een overzicht te geven van de inspanningen die haar land leverde in de strijd tegen deze epidemie.

woensdag 4 maart 2015 15:14
Spread the love

De ebolaziekte dankt haar naam aan het
riviertje Ebola in het noorden van de Democratische Republiek Congo
(Congo-Kinshasa). In het stadje Yambuku in de vallei van de rivier
Ebola identificeerde de Belgische medische onderzoeker Peter Piot
deze nieuwe ziekte voor het eerst in 1976.

Piot en andere onderzoekers wezen
onmiddellijk op het grote gevaar dat deze ziekte met zich meebracht.
Gemiddeld 50 procent van de besmette personen overleven de ziekte
niet. Het probleem met deze virale ziekte is dat de allereerste
symptomen zeer algemeen zijn en in de Afrikaanse context gemakkelijk
met een hele reeks andere veelvoorkomende ziektes kan verward
worden.

Symptomen duiken op tussen twee en
dertig dagen na de besmetting. Wanneer bij de eerste symptomen niet
snel wordt opgetreden, worden de kansen op overleven snel kleiner. De overlevenden hebben met elkaar gemeen dat ze snel werden
gediagnosticeerd. Eenmaal besmet door beten van kleine vleermuizen
(hoewel ook dat nog onzeker is) is een besmet persoon vooral in de
eerste dagen dat hij/zij geen enkel symptoom vertoont en uiterlijk
een normaal leven leidt een haard van besmetting voor ieder persoon
die er mee in contact komt.

Landen zonder gezondheidszorg zwaarst getroffen

Dat de ziekte zo meedogenloos kan
toeslaan, is echter vooral een gevolg van het ontbreken van degelijke
medische structuren, preventiemechanismen en zorgcentra. Dat kan
onder meer worden afgeleid uit het verschil in sterfpercentage van
besmette personen tussen de getroffen Afrikaanse landen. Die blijkt
volledig parallel te lopen met de kwaliteit van het bestaande
medische apparaat ter plaatse.



Cubaans onderminister voor volksgezondheid Marcia Cobas Ruiz

Cuba was het eerste land met medische
teams ter plaatse in de nieuwe besmettingshaarden in Liberia, Sierra
Leone en Guinea-Conakry bij de recente uitbraak van de ziekte, de
drie zwaarst getroffen landen. “Daar is een eenvoudige verklaring
voor”, aldus viceminister van Volksgezondheid Marcia Cobas Ruiz,
“wij zijn daar al permanent ter plaatse met teams, die hun
collega’s onmiddellijk kunnen briefen en ons melden wat er precies
nodig is. Wij hebben voortdurend teams in opleiding die op inzet voor
natuurrampen en epidemies inzetbaar zijn.”

Het engagement van Cuba voor het
leveren van gezondheidszorg aan andere landen begon in mei 1960. Toen
werd een team dokters gestuurd naar Chili, waar op 22 mei 1960 de tot
nog toe zwaarste ooit geregistreerde aardbeving plaatsgreep in en
rond de stad Valdivia. De meeste slachtoffers vielen door de tsunami
die erop volgde.

Op basis van deze ervaring besloot de
Cubaanse regering in 1962 een permanente structuur op te richten van
medici en technici voor inzet in de landen van de Derde Wereld. De
Unidad Central de Cooperación Médica (UCCM – Centrale Eenheid
voor Medische Samenwerking) werd in mei 1963 voor het eerst ingezet
in Algerije, dat op dat ogenblik verwoest was door een gruwelijke
onafhankelijkheidsstrijd tegen kolonisator Frankrijk.

Jarenlange inzet

Sindsdien heeft Cuba zijn inzet steeds
vergroot. Zowat bij alle natuurrampen, epidemies en andere
catastrofes in de Derde Wereld heeft het land sindsdien reddingsteams
ingezet. Daarnaast heeft Cuba permanent medische teams ter
plaatse in 25 Latijns-Amerikaanse landen, 30 Afrikaanse landen, 9
landen in Azië en de Stille Oceaan. In één Europees land,
Portugal, heeft Cuba ook permanent 66 dokters en verplegers, die zich
speciaal richten op gezondheidszorg op het platteland en in de arme
stadswijken.

In maart 2014 deed de
VN-Wereldgezondheidsorganisatie WHO een oproep voor internationale
hulp bij de bestrijding van een nieuwe epidemie van ebola. Cuba was
het allereerste land met drie teams van in totaal 256 medici ter
plaatse in Liberia, Guinea-Conakry en Sierra Leone.

“Daar is een eenvoudige verklaring
voor. Wij hebben gespecialiseerde teams voortdurend klaarstaan en
onze permanente teams ter plaatse konden ons briefen over wat nodig
was”, volgens mevrouw Marcia Cobas Ruiz. “Terwijl die eerste
teams ter plaatse gingen intensiveerden wij de verder opleiding van
nieuwe teams in Cuba.”

Cuba heeft permanent reeds 64 medici in Guinea-Conakry en 32 in Sierra Leone, die zich vooral
concentreren op preventieve zorg voor zwangere vrouwen en kinderen
onder de vijf jaar. Dat zijn ook de categorieën die het kwetsbaar
zijn voor infectie met ebola.

“Onze topprioriteit ging uiteraard
naar de verzorging van de slachtoffers van de epidemie. Wij negeren
echter niet de zorg voor onze eigen mensen. Die zijn zeer goed
opgeleid maar besmetting valt niet uit te sluiten. Er werd slechts
één dokter besmet, in Sierra Leone, die we onmiddellijk naar Genève
hebben gebracht voor verzorging. Voor zijn herstel is die dan naar
Cuba teruggekeerd. De overheid had hem liever niet meer laten gaan,
maar hij is toch vrijwillig teruggekeerd. Wij zorgen ervoor dat de
families van onze mensen niet nodeloos ongerust moeten zijn, over wat
met hun geliefden gebeurt.”

Risico’s

“Cuba heeft natuurlijk rekening
gehouden met het risico van besmetting in eigen land. Al ons
grenspersoneel in de havens, luchthavens is opgeleid om de symptomen
te herkennen. Door het hoge aantal personen die wij naar de besmette
gebieden sturen, is dat geen overbodige luxe.

De Cubaanse onderminister gaf tijdens
een persconferentie op maandag 2 maart in Brussel ook een uitgebreide
uitleg over het systeem van gezondheidszorg in Cuba zelf. Het succes
van dit model is voldoende bekend. Cuba heeft een levensverwachting
van 79 jaar, evenveel als de VS.1
Ook op vlak van kindersterfte behoort Cuba tot de wereldtop. In Cuba
sterven 4,76 kinderen per 1000 levend geboren kinderen, in de VS is
dat cijfer 5,2.2

Dat succes stelt ook een aantal
onverwachte problemen. “Wij worden meer en meer geconfronteerd met
medisch toerisme. Mensen komen naar Cuba voor onze degelijke zorgen
en voor de relatief lage kosten, ook al betalen buitenlanders meer
dan Cubanen voor dezelfde zorgen. Toch nemen wij geen enkele
maatregel om dat te ontmoedigen, integendeel. Iedereen is welkom.”

De WHO neemt het grootste deel van de
kosten voor de interventieteams op zich. “Wij moeten alleen voor
competente mensen zorgen. Zij zorgen voor de rest. Het verbaast me
dan ook dat zoveel andere en rijkere landen niet nog veel meer
mensen hebben ingezet. De Cubaanse interventieteams hebben ter plaatse wel goed samengewerkt met andere
teams uit onder meer China en Duitsland en zelfs met collega’s uit de
VS.”

De Cubaanse teams blijven zes maand ter
plaatse voor ze worden vervangen. De meeste andere landen beperken de
aanwezigheid van hun dokters echter tot zes weken. Dat doen ze naar eigen
zeggen omwille van het grote besmettingsrisico. Desondanks heeft Cuba
slechts één besmettingsgeval gehad, die de ziekte heeft overleefd.

Woorden van lof



WHO-secretaris-generaal Margaret Chan (WikiMedia Commons)

Secretaris-generaal van de WHO Margaret
Chan en de speciale WHO-gezant voor de ebolabestrijding David Navarro
hebben de grote Cubaanse inzet geloofd. “Cuba leverde essentiële bijdrage tegen epidemie ebola”, volgens Navarro. Zelfs vanuit de VS kwamen
woorden van erkenning.

Tegenstanders van de Cubaanse regering stellen
dat Cuba dit alleen doet om goodwill te creëren en politieke steun
te vinden in internationale instellingen zoals de VN. Dat is zeker
waar, maar kan van eender welk ander land gezegd worden.
“Als het zo eenvoudig is om hiermee politieke steun te vinden,
waarom zetten de VS en de EU – met zoveel meer middelen dan wij –
zich dan niet even massaal in tegen ebola”, aldus mevrouw Cobas
Ruiz op de persconferentie.

Onderminister Marcia Cobas Ruiz neemt
deel aan de WHO-conferentie in Brussel over de epidemie. Daar wordt
bekeken hoe de ziekte, nu ze terug ingeperkt is, voortaan beter kan
bestreden en voorkomen worden.

1 Het
land met de hoogste levensverwachting ter wereld is Japan (84,6
jaar), de laagste in Sierra Leone (38 jaar). Het tweede slechtste
land is de Centraal-Afrikaanse Republiek en die haalt al tien jaar
meer (48,5 jaar). In België is de gemiddelde levensverwachting 81
jaar, in Nederland 81,5 (Wikipedia)

2 Ook
hier scoort Japan het best met 1,81 per 1000 kindersterfte voor de
leeftijd van één jaar. Het slechtst scoor Afghanistan met 187,5
per 1000 of 18,7 procent van alle kinderen onder één jaar oud.
België haalt iets meer dan Cuba met 4,23 maar Nederland doet beter
met een kindersterftecijfer van slechts 3,69 (Wikipedia).

take down
the paywall
steun ons nu!