Volgens
de organisatie Military Court Watch gaat het in 47 procent van de gevallen om kinderen die in
Israëlische gevangenissen zitten in strijd met de Conventie van
Genève, omdat familie en wettelijke vertegenwoordigers uit Gaza en
de Westelijke Jordaanoever beperkte mogelijkheden hebben hen te
bezoeken.
De
14-jarige Malak al Khatib, een van de jongste Palestijnse
gedetineerden en één van de weinige meisjes, werd op 13 februari
vrijgelaten uit een Israëlische gevangenis. Ze had twee maanden
vastgezeten. Details over de zaak kwamen pas naar buiten nadat Israël
een spreekverbod over de zaak had opgeheven na een campagne voor haar
vrijlating.
Het
tenger gebouwde, donkerharige meisje uit Beitin, bij Ramallah, werd
in december gearresteerd en beschuldigd van het gooien van stenen en
bezit van een mes. Al Khatib beweert echter dat ze onder dwang een
bekentenis heeft afgelegd. Ze kreeg twee maanden onvoorwaardelijke
gevangenisstraf, een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden
en een boete van ongeveer 1.300 euro.
Zorgen
Defence
for Children International Palestine (DCIP)
stelt dat in december 2014 tien Palestijnse kinderen tussen tien en
vijftien jaar oud zijn opgesloten. Het komt echter ook voor dat
kinderen jonger dan tien jaar worden gearresteerd. Volgens DCIP
arresteren Israëlische troepen jaarlijks zo’n duizend kinderen op
de bezette Westelijke Jordaanoever.
De
behandeling tijdens detentie van dit grote aantal Palestijnse
kinderen dat gearresteerd wordt, baart mensenrechtenorganisaties de
meeste zorgen.
Bekentenissen
In 2013 werd het VN-kinderfonds UNICEF
aangevallen door Israëlische critici na publicatie van het rapport
Children in Israeli Military Detention: Observations and
Recommendations. In dat rapport werden de Israëlische autoriteiten beschuldigd van
“intimidatie, bedreiging en fysiek geweld” om bekentenissen
van Palestijnse kinderen af te dwingen.
“Kinderen
werden bedreigd met de dood, fysiek geweld, eenzame opsluiting en
aanranding van henzelf of familieleden”, staat in het rapport.
Twee Palestijnse jongens uit het vluchtelingenkamp Jelazon, bij
Ramallah, beweren dat ze zijn geslagen tijdens een verhoor. Ze werden
veroordeeld voor het gooien van stenen en molotovcocktails naar
Israëlische militairen en kolonisten.
Ook
bij de arrestatie zou volgens de jongens veel geweld zijn gebruikt.
“Mijn arm werd gebroken toen militairen me sloegen bij de
arrestatie”, zegt één van de twee, Khalil Khaled Nakhli (17).
Zijn vriend Ahmed Othman (17) stelt dat hij bij de arrestatie hard
met geweerkolven op zijn hoofd geslagen is. Een litteken op zijn
hoofd is hier het bewijs van.
Twee
maten
Mensenrechtenorganisaties
stellen dat Palestijnse minderjarigen erg hard behandeld worden in
vergelijking met Israëlische. “Twee kinderen, van joodse en
Palestijnse afkomst, die beschuldigd worden van dezelfde daden, zoals
het gooien van stenen, kunnen een substantieel verschillende
behandeling verwachten door twee gescheiden juridische systemen”,
zegt de Associatie voor Burgerrechten in Israël (ACR) in het recent
gepubliceerd rapport One Rule, Two Legal Systems: Israel’s Regime of
Laws in the West Bank.
“Het
Israëlische kind zal de uitgebreide rechten en bescherming krijgen
die van toepassing is op minderjarigen onder de Israëlische wet.
Palestijnse kinderen krijgen slechts beperkte rechten en bescherming,
die onvoldoende zijn om hun fysieke en mentale welzijn te garanderen.
Er wordt in hun geval geen rekening gehouden met de unieke behoeften
van een minderjarige”, staat in het rapport. In veel gevallen is
de strafwet voor minderjarige Palestijnen strenger dan voor
volwassen Israëli’s.
