Samenkomst van 'YES'-sympathisanten in Glasgow. Foto: Alf Melin, Flickr (Creative Commons)

Schotland verandert ook zonder referendum

Afgelopen september vond in Schotland een onafhankelijkheidsreferendum plaats dat besliste over de toekomst van het land. Daarbij diende de bevolking één simpele vraag te beantwoorden: ‘Zou Schotland een onafhankelijk land moeten zijn?’ Van de stemgerechtigde burgers koos 55,3 procent voor ‘NO’, 45,7 procent vinkte de optie ‘YES’ aan. Op die manier bleef Schotland deel van het Verenigd Koninkrijk.

donderdag 12 februari 2015 10:34
Spread the love

Op het
eerste gezicht veranderde er dus niets. Niettemin valt op dat het referendum diverse
diepgaande gevolgen had voor Schotland en haar inwoners. Dat valt al af te leiden uit beweringen van nieuwbakken Schots premier Nicola Sturgeon.

Sturgeon is eveneens partijvoorzitter van de SNP. De nationalistische,
linkse Scottish National Party is momenteel de grootste van Schotland en maakte het referendum
mogelijk. De partij ijvert al lang voor een onafhankelijk Schotland. Sturgeon noemde
het referendum recentelijk in een opiniestuk op Newsnet.scot “de belangrijkste
democratische gebeurtenis” uit haar leven. Vlak na het referendum beweerde ze
zelfs op de BBC dat “Schotland nooit meer hetzelfde zal zijn”.

Deze laatste
uitspraak mag wel wat genuanceerd worden, vindt Philip Rouwenhorst, doctoraatsstudent
aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in de Schotse onafhankelijkheidsstrijd. “Het gaat om een
strijd die reeds eeuwen aan de gang is. Het laatste referendum is een
significante gebeurtenis in de Schotse onafhankelijkheidsgeschiedenis, maar heeft
zeker niet alles definitief veranderd. Al kan je wel stellen dat de geest uit
de fles is, en naar mijn mening is het ook niet uitgesloten dat deze generatie
Schotten nog een keer zal mogen stemmen over een onafhankelijk Schotland.”

Dat een nieuwe
stemming een optie is, blijkt uit enkele politieke en institutionele
verschuivingen die het directe gevolg zijn van het referendum. Bovendien leven er duidelijke sentimenten onder de Schotse bevolking.

Intense debatten

Die sentimenten
werden op de spits gedreven door de stemming over de Schotse
onafhankelijkheid. “Het was interessant om te zien hoe, naarmate het referendum
naderde, steeds meer twee verschillende kampen leken te ontstaan”, stelt
Rouwenhorst. “Er gingen zelfs geluiden op dat mensen die tegen
onafhankelijkheid waren geen echte Schotten zouden zijn, terwijl mensen die
voor onafhankelijkheid waren soms werden weggezet als ondankbare radicalen die
niets van Groot Brittannië moesten hebben.”

In de aanloop
naar het referendum werd er naar Europese maatstaven dan ook veel gedebatteerd
onder de bevolking. Over de onafhankelijkheid werden onder meer diverse druk
bezochte lezingen, workshops en debatten georganiseerd. Het hoeft niet
te verbazen dat een ongeziene 85 procent van de Schotten vrijwillig ging
stemmen.

Zo kwam Schotland in het wereldnieuws en het land geldt
algemeen als positief voorbeeld van politieke participatie. 

Eerste vrouwelijke premier

Dankzij het
referendum kreeg Schotland tegelijk zijn eerste vrouwelijke premier. Alex Salmond,
die er niet in slaagde om de meerderheid van de bevolking ‘YES’ te doen stemmen,
besloot na de stemming af te treden als premier en als leider van de SNP. Vermoedelijk speelde daarbij het vooruitzicht op een maandenlange
constitutionele onrust in Schotland mede een rol. Toenmalig vicevoorzitter Nicola
Sturgeon volgde hem op.

De impact op het
politieke systeem bleef echter niet beperkt tot deze Schotse positiewissel. De
grootste veranderingen vielen op te tekenen aan de Britse zijde van het
Verenigd Koninkrijk. Alhoewel het ‘YES’-kamp verloor, werd het ook in Londen
duidelijk dat een niet langer te negeren deel van de Schotten het idee van een
autonoom Schotland genegen is.

Brits premier David Cameron kondigde aan
tegemoet te willen komen aan de wensen van het Schotse volk en stelde zich te
zullen houden aan zijn belofte om bevoegdheden over te hevelen van Westminster
naar Holyrood (het Schots parlement). De dag na het referendum lanceerde hij een commissie
– de zogeheten ‘Smith-commissie’ – die de opdracht kreeg om voorstellen te
ontwikkelen voor extra bevoegdheden die Schotland zou moeten krijgen.

Voorstellen van de Smith-commissie

Dik twee maanden
later had de commissie haar aanbevelingen al klaar. Zo zou Schotland eigen belastinginkomsten
via inkomensbelastingen kunnen verkrijgen en zou een bepaald deel van de
BTW-inkomsten overgeheveld worden naar de regio. Daarnaast zou de ‘air
passenger duty
’ (de luchthaventaksen die passagiers betalen) volledig naar
Schotland getransfereerd worden.

Deze voorstellen
zorgden voor gemengde reacties. Cameron zei tegen de BBC “opgetogen” te zijn
met het rapport waarin volgens hem de beloftes aan het Schotse volk
gerespecteerd worden. Ook Lord Smith, de voorzitter van de commissie, vond in The
Guardian
dat het gaat om “de grootste transfer van bevoegdheden sinds de
oprichting van het Schotse parlement waardoor Schotland sterker en autonomer
zal worden”.

Schotland
reageerde echter minder positief. John Swinney, de vicepremier van Schotland en
lid van de SNP, vond dat de voorstellen te beperkt zijn. Hij had het tegen de BBC
over een “gemiste kans” om Schotland de volledige bevoegdheid over sociale
zekerheid en welzijn te geven.

Volgens Rouwenhorst vindt ook een groot deel van
de Schotse bevolking dat de voorgestelde maatregelen niet ver genoeg gaan.
“Bovendien leeft dat gevoel onder mensen die tégen de onafhankelijkheid
hebben gestemd. Velen van hen waren namelijk wel voor een verdere decentralisering
van de bevoegdheden, maar een volledige onafhankelijkheid was voor hen
simpelweg een stap te ver.”

‘English Votes for English Laws’

Alhoewel er dus
sprake is van een overdracht van bevoegdheden, schuilt er een addertje
onder het gras. Premier Cameron kondigde na afloop van het referendum aan om de
macht van de Schotse parlementsleden te verminderen door hun stemrecht te ontnemen over affaires
die enkel Engeland aanbelangen. Daarom gaf hij de Smith-commissie
ook de opdracht om voorstellen te ontwikkelen die helderheid moeten geven over deze problematiek van de ‘English Votes for English Laws’.

Eind januari
werden de voorstellen van de Smith-commissie door het Britse parlement in een
wetsvoorstel gegoten. Dat zou na de Britse verkiezingen in mei ten uitvoer
gebracht worden.

‘The National’

Het onafhankelijkheidsreferendum
had ook een impact op het
Schotse medialandschap. Zo werd de krant The National opgericht in november.
Het is het eerste Schotse dagblad (buiten The Sunday Herald, de zondagseditie van The Herald) dat pro-onafhankelijkheid is. Gevraagd naar het waarom
van deze nieuwe krant, verklaart hoofdredacteur Richard
Walker in de Britse pers dat de uitkomst van het referendum aantoonde dat er
sprake was van een democratisch deficit. Tijdens het
onafhankelijkheidsreferendum verdedigde namelijk enkel de genoemde Sunday Herald de
pro-onafhankelijke visie, terwijl 45 procent van de kiezers, ofwel ruim 1,5
miljoen burgers, ‘YES’ stemde. Ruimte genoeg dus voor het ontstaan van een
nieuwe krant.

De vraag is natuurlijk of de Schotse bevolking, gelet
op de diverse politieke ontwikkelingen die zich ontvouwden naar aanleiding van
het referendum, vandaag nog steeds dezelfde mening is toegedaan als tijdens het
referendum. Volgens Rouwenhorst is dit moeilijk te bepalen. “Het is gevaarlijk
om algemene conclusies te trekken uit de huidige polls. Want de opiniepeilingen
in de aanloop naar het referendum verschilden vaak van elkaar. De meest recente
poll van What Scotland Thinks stelt dat 49 procent van de Schotten vandaag
voor onafhankelijkheid zou stemmen en 44 procent tegen. De overige 7 procent
zou twijfelen. Drie weken geleden was er echter sprake van een omgekeerde
uitkomst.”

take down
the paywall
steun ons nu!