Opinie -

Professionals kiezen radicaal voor dialoog met jongeren

Uit de Marge, Motief vzw en Samenlevingsopbouw brachten donderdag 5 februari meer dan 150 professionals uit het jeugdwerk, welzijnswerk en onderwijs bijeen. Ze stelden kritische vragen bij de rol die hun toebedeeld wordt in de aanpak van radicalisering. Wat is de impact van het radicaliseringsdebat op jongeren? “Jongeren met een islamitische achtergrond, die zoeken naar hun identiteit hebben meer aan vertrouwen dan aan wantrouwen.” klonk het daar.

donderdag 5 februari 2015 17:09
Spread the love

Vlaamse jongeren die naar Syrië vertrekken. De aanslagen in Parijs. “Leerkrachten, straathoekwerkers en sociaal assistenten: ze moeten allemaal meer gaan letten op radicaliserende jongeren”, aldus ministers Homans en Crevits. Hoe moeten professionals die werken met jongeren zich opstellen? Gaan we binnenkort allemaal de Facebook-profielen van onze jongeren volgen? En die gegevens vervolgens doorgeven aan de politie? Of bouwen we aan vertrouwen, begrip en steun voor jongeren die zoeken naar hun identiteit?

Kernopdracht

Het huidige (de)radicaliseringsdebat drijft de polarisering rond islam in scholen en jeugdwerk verder op de spits. Een klimaat van wantrouwen, onbegrip en repressie kan ingrijpende gevolgen hebben, in de eerste plaats voor jongeren. Dat blijkt uit het verhaal van S. (17). Toen zij een paar maanden geleden besloot een hoofddoek te dragen, werd ze door een leerkracht apart genomen. De deur ging op slot en S. moest uitleggen waarom ze voor een hoofddoek koos. Daarop volgde de vraag of ze van plan was om naar Syrië te vertrekken. De leerkracht zei dat ze die vragen in opdracht van de overheid stelde. Een zware schok voor een zeventienjarige. Zij heeft absoluut geen plannen om naar een oorlogsgebied te verhuizen en gruwelt van de dingen die daar gebeuren. Het gevolg van deze stigmatiserende aanpak is dat S. besliste om de school te verlaten. Ze probeert haar diploma via het tweedekansonderwijs te behalen. 

“De sfeer van wantrouwen en verdachtmaking maakt moeizaam opgebouwd werk kapot.”

De leerkracht van S. probeerde wellicht ‘goed’ te doen. Veel professionals worden geconfronteerd met verwachtingen die zij niet kunnen of willen inlossen. Radicalisering is een complex maatschappelijk fenomeen. Leerkrachten, sociaal werkers of hulpverleners hebben een belangrijke opdracht om jongeren te ondersteunen. Als we van professionals verwachten dat ze jongeren “screenen”, dan komt hun kernopdracht in het gedrang. Door jongeren onvoorzichtig en vanuit vooroordelen aan te spreken, duw je hen weg. Vertrouwen bouw je zo niet op. Mensen die professioneel in contact komen met jongeren, moeten we motiveren om met jongeren een gesprek aan te gaan en actief te luisteren naar hun verhaal. Op die manier kan vanuit respect en vertrouwen gepraat worden over vragen en problemen die leven. Want jongeren zitten met een pak vragen, over zaken hier en in de rest van de wereld. 

“Het is voor een jongere belangrijk dat er volwassenen zijn waar ze kunnen op rekenen,” vertelt ook Y. (17). Zelf kreeg hij in zijn vorige school regelmatig racistische opmerkingen van leerkrachten. Zijn moeder wilde hierover liever ‘geen problemen maken’. Gelukkig voor Y. stapte hij over naar een school met meer dialoog en aandacht voor diversiteit in de klas. Het veranderde ook hoe hij zelf naar de wereld kijkt. “Vroeger was Osama Bin Laden mijn held, omdat ik vond dat hij de enige was die opkwam voor moslims. Nu kijk ik op naar een figuur als Malcolm X, die de islam gebruikt als kracht voor verzet tegen onderdrukking.” Het verhaal van Y. legt de vinger op de wonde. Met polarisering raken we geen stap verder. Samen moeten we streven naar een samenleving waarin moslimjongeren zich thuis voelen en gelijk behandeld worden. Zo niet, worden de vele deradicaliseringsnota’s een maat voor niets. 

Moedige politici

Radicalisering is geen ziekte die jeugdwerkers, leerkrachten of hulpverleners kunnen genezen. Er bestaat geen formule, ook al schept de aankondigingspolitiek die verwachting. Jongeren ruimte geven om te zoeken naar hun identiteit en een menswaardig bestaan. Tijd nemen om naar hen te luisteren. En met hen de ‘strijd’ aangaan tegen onrecht. Dit zijn alternatieven die een perspectief bieden op lange termijn, die een belangrijke groep jonge burgers beter of opnieuw kunnen verbinden met de samenleving. Alternatieven met resultaat, zo bewijzen vele professionals die met jongeren werken. 

Valt dit dan in dovemansoren bij de overheid? Het valt op dat deze aanpak ook in beleidsnota’s staat. Maar sommige beleidsverantwoordelijken gebruiken in de pers liever gespierde taal. Een taal die we al weerspiegeld zien in onze scholen, jeugdzorg of jeugdorganisaties. De sfeer van wantrouwen en verdachtmaking maakt moeizaam opgebouwd werk kapot. Het maakt de kloof tussen jongeren, hun begeleiders en de rest van de samenleving groter. We hebben dus moedige politici nodig die in angstige tijden publiek pleiten voor vertrouwen en vertrouwenspersonen. Vlaamse jongeren hebben ze nodig, vandaag meer dan ooit.

take down
the paywall
steun ons nu!