Zweeds minister van Buitenlandse Zaken Margot Wallström met eerste minister Stefan Löfven. (foto Socialdemokraterna/Flickr CC)
Analyse, Europa, Politiek -

Politieke crisis na twee maanden roodgroene regering Zweden

De Zweedse roodgroene regering is na amper twee maanden al gevallen. In maart 2015 zouden nieuwe parlementsverkiezingen volgen. Maar sinds zaterdag 27 december is dat van de baan na een verzoening tussen de minderheidsregering en de centrumrechtse oppositiepartijen.

maandag 22 december 2014 12:05
Spread the love

Zweedse politieke traditie

Het jaar 2014 kan
‘uitzonderlijk’ genoemd worden in de Zweedse politiek. De oude,
gevestigde, politieke strategieën zijn niet langer van toepassing
nadat de minderheidsregering van de Sociaaldemocratische partij en de
Groenen de begrotingsstemming heeft verloren op 2 december. Dat
betekent dat de regering op 22 maart herverkiezingen tegemoet gaat.
De basiselementen voor een stabiele politiek in het land zijn immers
aan diggelen geslagen. De laatste keer dat deze Scandinavische natie
met een soortgelijke situatie geconfronteerd werd, dateert van 1958.

De Zweedse politiek is altijd
befaamd geweest voor haar stabiliteit. Traditioneel was het parlement
onderverdeeld in twee blokken, een rood (later roodgroen) blok en een
centrumrechts blok. De Sociaaldemocraten, die tot het roodgroene blok
behoren, waren bijna constant aan de macht de afgelopen zeventig
jaar, tot 2006.

Zij hebben het zogenaamde
‘Scandinavische Model’ ontwikkeld, dat gestoeld is op sterke
publiek-private samenwerking. De laatste twee parlementaire
verkiezingen echter, in 2006 en 2010, werden gewonnen door het
centrumrechtse blok, dat zich Zweedse Alliantie noemt. In September
2014 slaagden de Sociaaldemocraten erin om partijgenoot Stefan Löven
opnieuw aan de macht te krijgen als premier, maar hij heeft zijn
machtspositie slechts twee maanden volgehouden, vermits de regering
op 2 december 2014 ten val kwam.

Einde van de blokkenpolitiek

De blokkenpolitiek, die het
politieke landschap tot voor kort domineerde, betrad een nieuw
tijdperk nadat de nieuwe rechtse partij Zweedse Democraten (Sverige
Demokrater, SD) haar populariteit zag stijgen in de polls van
september 2014. De meerderheid in het parlement behoorde traditioneel
toe aan ofwel het centrumrechtse blok ofwel aan de roodgroenen. Na de
laatste verkiezingen kwam hier echter een einde aan, vermits geen
enkel van de twee traditionele blokken nog een meerderheid kon
behalen in het parlement (Riksdag).

De Sociaaldemocraten haalden in
deze verkiezingen met 31 procent van de stemmen het beste resultaat
en vormden zo een minderheidsregering met de Groenen. Begin december
toonden ze hun eerste begrotingsvoorstel aan het parlement. Premier
Löven slaagde er niet om hiervoor voldoende steun te krijgen bij een
deel van de oppositie.

De centrumrechtse
oppositiecoalitie Alliantie voor Zweden – bestaande uit vier
partijen onder leiding van de Gematigde Partij – heeft tegen de
regeringsbegroting gestemd. Ook de populistische oppositiepartij
Zweedse Democraten stemde tegen. Er kwam enkel steun voor het
begrotingsvoorstel vanuit de Linkse Partij, eveneens een
oppositiepartij, maar dat was onvoldoende. Zodoende stond de regering
voor een voldongen feit en moest ze haar ontslag indienen.

De resultaten van de
parlementsverkiezingen van 15 september zorgden voor verwarring in
het land. De huidige crisis werd al meteen nadat de resultaten bekend
werden door verscheidene experts voorspeld en kwam daardoor niet echt
als een verrassing. De partijen die tegen de regeringsbegroting
gekant waren, hadden daarvoor uiteenlopende redenen.

Minderheidsregering zonder electorale macht

De minderheidsregering had een
beleidsagenda opgesteld die niet populair was bij het kiezerspubliek
en de beleidsmakers van het centrumrechtse blok. De leidinggevende
oppositiepartij van Gematigden stelde dat het linkse beleid van de
Sociaaldemocraten de steun van de meerderheid niet had en daardoor
onhoudbaar was.

Een van de vele kritieken van de
Gematigde Partij was dat de initiatieven omtrent belastingverhoging
de economische groei zouden belemmeren. Ook de keuze om de
privéziekenzorg door bedrijven in te tomen, werd in dit kamp gezien
als een poging om de vrijheid van keuze voor het Zweedse volk in te
perken.

Verder bekritiseerden ze deze
regering ook, omdat ze een einde wilde maken aan de installatie van
kernreactoren in Zweden. Dat was vooral een essentiële eis van de
Groene Partij. Er bestond daarover een duidelijk compromis tussen
Sociaaldemocraten en Groenen. Volgens de Gematigde Partij was dit niet
uitvoerbaar omwille van economische en ecologische redenen.

Er wordt ook kritiek geuit vanuit
de Alliantie van de oppositie op de erkenning van de Palestijnse
Staat, wat gezien werd als een breuk met het algemene EU-beleid. De
Gematigde Partij beschuldigden de Groenen er verder ook van het
Zweedse pensioensysteem in gevaar te brengen. De Groenen hadden
campagne gevoerd rond thema’s als verkorting van de werkuren en
hogere vergoedingen bij ziekte. Deze discussies komen niet als een
verrassing en zijn dagelijkse kost in de Zweedse politiek.

Nieuwe rechtse partij

Hoewel de Sociaaldemocraten het
hoogste resultaat hadden behaald, waren de grootste winnaars toch de
Zweedse Democraten met bijna 13 procent in de polls, goed voor meer
dan 800.000 kiezers. In een opiniepeiling van 2010 bedroeg hun
aandeel in het aantal stemmen nog slechts 5.7 procent, hun invloed op
het beleid was dus op drie jaar tijd meer dan verdubbeld. Met dit
resultaat is deze partij nu in staat om de machtsverhoudingen tusen
de twee traditionele blokken in evenwicht te houden. Immers, beide
kanten hebben hun steun nodig bij zowel het verkrijgen van een
meerderheid in het parlement, als het blokkeren ervan.

Deze nieuwe partij, de Zweedse
Democraten, hebben zichzelf geprofileerd als een
anti-immigratiepartij, waarbij ze beweren dat het huidige
migratietempo onhoudbaar is. Zweden is een veelvoorkomende bestemming
voor vluchtelingen en asielzoekers – meer dan 10 procent van de
bevolking zijn immigranten. De Zweedse Democraten willen de huidige
migratiestroom met meer dan 90 procent naar beneden trekken. Ze
hebben hiervoor heel wat stemmen afgesnoept van de Alliantie die ook
wel tegen de huidige migratiepolitiek gekant is. Ook de gettovorming
van migranten in de buitenwijken van grotere steden en de toegenomen
onrust, zoals de rellen die zich afgelopen jaren hebben voorgedaan,
worden gezien als redenen voor hun succes in de peilingen.

De reden waarom de Zweedse
Democraten beslisten om tegen het begrotingsvoorstel te stemmen –
ten voordele van het voorstel van de oppositie dat ze zelf evenmin
steunen – was enkel en alleen omwille van het feit dat ze dat
kunnen en omdat de regering elke samenwerking met hen geweigerd
heeft.

‘Neofascistische partij’

Op zaterdag 6 december deed
premier Stefan Löven volgende uitspraak in Dagens
Nyheter
, een van de
vooraanstaande kranten in Zweden: “De partij (van de Zweedse
Democraten) is zonder twijfel een neofascistische partij die geen
controle mag krijgen over de ontwikkeling van het land, een partij
die de diversiteit onder de mensen of de bestaande democratische
instellingen niet respecteert.” Deze weigering om samen te werken
en de uitspraak van de premier hebben de partij en haar achterban
uiteraard kwaad gemaakt en frustratie veroorzaakt. De Zweedse
Democraten hebben over deze uitspraak een verontschuldiging geëist
van de premier, maar die heeft hier tot nu toe nog niet op
gereageerd.

De partij die nu het meeste te
winnen had bij herverkiezingen, waren net de Zweedse Democraten. Als
zij erin zouden slagen om het thema van immigratie als een van de
hoofdpunten in de verkiezingen te krijgen, dan was het best mogelijk
dat ze veel extra stemmen zouden winnen. Volgens een recent onderzoek
dat op zaterdag 6 december in de krant Metro werd gepubliceerd,
hebben de Zweedse Democraten alweer stemmen bijgekregen en staan ze
nu reeds op 18 procent. Deskundigen voorspelden dat het roodgroene en het centrumrechtse blok
gedwongen zouden zijn om voor de herverkiezingen op 22 maart hechter te gaan samenwerken om zo genoeg weerstand te
bieden aan de steeds groter wordende invloed van de Zweedse
Democraten. 

Recente polls gaven aan dat de concurrerende blokken aan elkaar gewaagd waren wat populariteit betreft. Samenwerking met de Zweedse Democraten leek onwaarschijnlijk voor elk blok, vermits de waarden waar zij voor staan als uitermate bedenkelijk worden beschouwd door de kern van de grotere partijen. Het enige dat waarschijnlijk leek, was dat geen van beide traditionele blokken in staat zou zijn om zich van een meerderheid in het nieuwe parlement te verzekeren. De uitkomst van de verkiezingen in maart 2015 had dramatisch kunnen verschillen van de resultaten in september 2014. 

Maar premier Stefan Löfven maakte zaterdag 27 december bekend dat het roodgroene en het centrumrechtse blok nu al met elkaar in gesprek zijn gegaan en hebben afgesproken met elkaar samen te werken, waardoor de herverkiezingen van de baan zijn. Even leek het erop dat de oude blokken uit elkaar dreigden te vallen, maar door de verzoening blijft de regering behouden binnen zijn traditionele voegen. De vraag is hoe stabiel deze samenwerking nu is. 

Janne Leskinen (1984), afgestudeerd politicoloog aan University Uppsala en Jacobs University Bremen. Deze tekst werd vertaald uit het Engels door Sarah Wagemans.

take down
the paywall
steun ons nu!