Guido Deckers, Hart Boven Hard

Niet besparen, maar herverdelen en investeren

Zaterdag 6 december voert Hart Boven Hard samen met Sinterklaas actie voor een rechtvaardig fiscaal beleid. Aan de hand van deze tekst licht de burgerbeweging de achtergronden van deze actie toe.

vrijdag 5 december 2014 12:29
Spread the love

Een regering heeft niet veel keuzes: het
gaat enkel tussen gelijkheid of ongelijkheid. Ofwel voert men een politiek voor
‘alle’ mensen, ofwel bevoordeelt men een bepaalde groep in de samenleving. Als
er vooral bespaard wordt in de sociale zekerheid, in onderwijs, in openbare
diensten, op kinderopvang, op cultuur, op de lonen en uitkeringen, dan kan men
moeilijk zeggen dat het doorsnee individu profijt ondervindt van de politiek
die de huidige regeringen voeren. Als je bepaalde maatregelen gaat analyseren,
en ook gaat kijken naar de maatregelen die niet worden genomen, wordt het pas
duidelijk dat bepaalde groepen in de samenleving worden bevoordeeld.

Het niet-invoeren van een
vermogensbelasting op het totale bezit is een goed voorbeeld! Als je weet
dat de rijkste 1 procent van de bevolking over
een vermogen beschikt dat net iets groter is dan wat de 60 procent minst rijken
bezitten, dan zou je toch denken dat men eerst aan deze onrechtvaardigheid iets
gaat doen? Als weet dat de
rijkste 500 Franse families via 54 holdings 17 miljard euro in België hebben
geparkeerd, dan is het toch duidelijk dat er iets grondig fout zit in de
Belgische fiscale wetgeving? Inderdaad, want België heeft geen budgettair
probleem, maar een groot fiscaal probleem!

Een vermogensbelasting: + 8
miljard euro

Als de regering zou kiezen voor een
progressieve vermogensbelasting op het totale bezit met een vrijstelling van 1,5
miljoen euro, kan zo’n
vermogensbelasting meer dan 8 miljard euro opbrengen. Als men op het totale
bezit volgende drie aanslagvoeten toepast: 1 procent op
de schijf tussen 1 en 2 miljoen euro, 2 procent op de schijf tussen 2 en 3 miljoen
euro en 3 procent op alles boven de 3 miljoen euro, dan komt slechts 3 procent van de
bevolking in aanmerking. Dat zijn 138.000 gezinnen!

De belastingdruk op een
billijke manier verdelen en een vermogensbelasting invoeren kunnen maar pas als
in België het bankgeheim volledig wordt opgeheven. In de omliggende landen,
waarmee men België zo graag vergelijkt, staan ze op dat gebied veel verder! In Nederland is er geen fiscaal
bankgeheim en wordt er jaarlijks een vermogensstaat opgemaakt van alle
gezinnen. In Frankrijk moeten de banken jaarlijks aan de fiscus ‘alle’ fiscale
bankgegevens bezorgen en Duitsland heeft de bevoegdheden van de overheid uitgebreid om
bankgegevens in te zien. In België hebben de ambtenaren van de
belastingadministratie het bijzonder moeilijk om aan informatie te geraken over
de verdeling van de rijkdom en over de waarde van het vermogen. Daardoor ligt het
fraudepercentage van België hoger dan in dat van de omringende landen.

Strijd tegen zwarte economie:
+ 8 miljard euro

Een onderzoek van een van de meest vooraanstaande specialisten
op het vlak van het meten van de ondergrondse economie, is professor Friedrich
Schneider van de Johannes Keppler Universiteit in Oostenrijk. Uit zijn laatste
rapport schat hij de zwarte economie in België op 61 miljard euro. Ruw geschat
betekent dit dat de schatkist 26 tot 30 miljard euro aan inkomsten heeft
gemist! Michel Maus schrijft hierover in zijn boek Iedereen doet het het
volgende: “Als we dit nu vergelijken met de omringende landen waar de zwarte
economie gemiddeld 11 procent van het bbp bedraagt, hetzij 5 procent lager dan
in België, en we zouden erin slagen in België het fraudepercentage terug te
dringen tot het niveau van onze directe buurlanden, dan zou dit volgens het
theoretisch model van professor Schneider de facto tot gevolg hebben dat er per
jaar ongeveer 8 miljard euro extra in de Belgische Schatkist terechtkomt.”

En we konden er niet naast kijken. De
werkgeversorganisaties konden hun geluk niet onder stoelen of banken steken na
het bekendmaken van het federaal regeerakkoord van Michel ?. De bedrijven
krijgen nu eindelijk van de regering de zuurstof die de werkgevers al lang
vragen. Er zou nu wel meer tewerkstelling komen. Zaten de bedrijven dan in het
verleden met ademnood? We zetten wat feiten op een rij: bedrijfswinsten worden
normaal belast aan een tarief van 33,99 procent. Wel, volgens een recent onderzoek van
de OESO betalen de bedrijven in België het allerlaagste gemiddelde tarief
van 8,5 procent. Hoe dit komt? Door de vele
mogelijkheden die bedrijven krijgen om hun belastingen te verminderen kregen de duizend meest
winstgevende bedrijven een fiscale korting van 13 miljard euro! Ja, dit is meer dan het bedrag dat de regering als doel heeft gesteld om
te besparen tegen 2018.

Bij de
grootste aftrekposten kennen we de notionele interest. Deze
aftrek komt erop neer dat de bedrijven van hun belastbare basis een percentage
van een deel van hun eigen vermogen mogen aftrekken. Deze aftrek alleen al
kostte de Belgische staatskas 6,16 miljard euro voor het jaar 2012.

En ook hier bleef de tewerkstelling uit! Dit
werd mooi verwoord door topmanager Wilfried Verstraete, een van ’s werelds grootste kredietverzekeraars, die
de notionele intrestaftrek complete onzin vindt: Ik ben een
grote tegenstander van de notionele intrestaftrek. Natuurlijk hebben wij daar
ook gebruik van gemaakt, maar hij heeft ons nog geen enkele job extra doen
creëren. En als hij morgen wordt afgeschaft, zal ook niemand ontslagen worden.
En die holdings die hier zitten, zoveel mensen werken daar nu ook weer niet. De
extra inkomsten die je krijgt door de notionele intrestaftrek af te schaffen,
zou je perfect kunnen aanwenden om de schuld af te bouwen. Of om opnieuw te
investeren in de economie.”

Voilà, het is uitgesproken: het afschaffen
van de notionele intrestaftrek brengt de schatkist opnieuw enkele miljarden
euro op 

Maar het verhaal is nog niet af! De
bedrijven krijgen niet alleen fiscale voordelen. In het verleden kregen ze
miljarden verminderingen van bijdragen voor de sociale zekerheid en
loonsubsidies. Meer zelfs dan dat ze aan bedrijfsbelastingen betalen! In 2011
stond de teller op 11 miljard euro. De regering Di Rupo deed daar nog een schep
bovenop van 1,3 miljard. De regering Michel I heeft deze bedragen overgenomen, maar gaat de
uitvoering vervroegen. Daarbovenop geeft ze 3,6 miljard euro
onder de vorm van een verlaging van de bijdragen voor de sociale zekerheid en
door de lonen één keer niet te indexeren. 

En daar stopt het nog niet!

Vóór het
einde van deze regeringsperiode zal het basispercentage van de
‘werkgeversbijdragen’ verminderen van 33 procent naar 25 procent. De werkgeversbijdrage is
dat deel van het globale loon dat de werkgever doorstort naar de sociale
zekerheid. Het is het uitgestelde loon van de werknemer dat zorgt dat er bij
ziekte, werkloosheid of bij pensionering een vervangingsinkomen gegarandeerd
kan worden. Volgens socioloog Jan Hertogen kost de vermindering van de
werkgeversbijdrage van 33 procent naar 25 procent de sociale zekerheid 12 miljard euro. Een
rekening die zal doorgeschoven worden naar alle burgers. Het is nog koffiedik
kijken wat de regering gaat doen met de bestaande loonkostverminderingen. 

Belgische bedrijven zitten op 240 miljard
euro cash

En
hebben nu die loonkostverminderingen en subsidies geleid tot meer
tewerkstelling?

In een
interview met het weekblad Knack gaf de eregouverneur Fons Verplaetse van de
Nationale Bank de cijfers. Tussen 2008 en 2013 verdwenen in de landbouw en de
industrie, de sectoren die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen, 110.000
jobs! Met andere woorden, de enorme som aan
loonlastverlagingen in de industrie hebben niet geleid tot meer
tewerkstelling. Neen in tegendeel: tot minder tewerkstelling!

Een grondige evaluatie om alle
verminderingen en subsidies te geven aan ondernemers die het echt nodig hebben,
kan opnieuw miljarden opbrengen. Maar moet dit geld van de sociale zekerheid
blijven komen? Kan er ook geen solidariteit georganiseerd worden tussen de
bedrijven onderling? Zo zouden de Belgische ondernemingen beschikken over 240
miljard euro. Dat cijfer komt van B-information, een bureau gespecialiseerd in financiële
informatie. Dat betekent niet dat de Belgische ondernemingen onmiddellijk 240
miljard euro ter beschikking hebben om te investeren. Maar over dit enorme
bedrag zegt Pascal Flisch, directeur van
B-information: ‘Die cash omvat ook het bedrijfskapitaal van de
ondernemingen. Maar het neemt niet weg dat een flink deel van dit bedrag als
overschot beschouwd kan worden.’ Bedrijven die op een steeds grotere berg
reserves zitten maken deel uit van een internationale trend. Ze beleggen hun
opgespaarde winsten liever op financiële markten dan ze te investeren in hun
bedrijfsactiviteit en werkgelegenheid. 

Investeren in duurzame energie en mobiliteit door de overwinsten van
Electrabel te belasten en door bedrijfswagens minder te subsidiëren

In een tijd waar beelden over
ecologische rampen ons er regelmatig op wijzen dat we door het gebruik van
fossiele brandstoffen het milieu aan het verpesten zijn, is het helemaal
onbegrijpelijk dat de regering elk jaar 663 miljoen euro in de uitgaven voor de publieke spoordienst wegknipt.
Tegelijkertijd blijft de regering wel royaal subsidies uitdelen voor
bedrijfswagens. Het tv-programma De Zevende Dag toonde de cijfers: de totale
overheidssteun aan alle openbare vervoersmaatschappijen tezamen bedraagt 2,4
miljard euro. Uit
een studie uitgevoerd door Copenhagen Economics in opdracht van de Europese
Commissie, blijkt dat de Belgische overheid door de fiscale gunstmaatregelen
voor bedrijfsvoertuigen 4,1 miljard euro aan belastinginkomsten misloopt.
Daarbovenop komen de sociale bijdragen die niet ontvangen werden. Hoe absurd is dat, in tijden van galopperende
klimaatopwarming? Als wij een omslag willen realiseren in vervoersmodi, dan is
het openbaar vervoer de sleutel. Een sleutel om in te investeren, een sleutel
ook voor een ecologische omslag.

En alsof Tsjernobyl en Fukushima nooit
hebben bestaan, wil de regering dit
jaar nog beslissen om Doel 1 en 2 tot maximaal 2025 open te houden. In plaats
van snel en daadkrachtig te investeren in nieuwe bijkomende duurzame energie,
staat in het regeerakkoord dat de nucleaire taks herberekend zal worden. De
nucleaire taks is een compensatie die Electrabel moet betalen. Electrabel maakt
nu grote winsten op
hun kerncentrales die al lang zijn afgeschreven, dankzij de consument die dat
aan zijn factuur heeft kunnen voelen. Maar hopelijk betekent ‘herberekening’
niet ‘verlagen’? Want het is een publiek geheim dat Electrabel al jaren afwil van de
nucleaire taks.

Zelfs rekening houdend
met de kerncentrales die zijn uitgevallen wegens scheurtjes en sabotage (Doel 3 en 4 en Tihange 2), kunnen de
nucleaire winsten, bij de huidige marktprijzen, geraamd worden op 830 miljoen
euro voor 2014. Voor 2015, ervan uitgaande dat de scheurtjesreactoren groen
licht krijgen vanaf april, zoals Electrabel vooropstelt, en als de regering
haar plannen doorzet om Doel 1 en 2 langer open te houden, loopt de nucleaire
winst op tot boven het miljard euro. Deze winsten volledig afromen is niet meer
dan normaal om te investeren in duurzame en veilige energie.

Kernenergie blijft even onverantwoord
als centrales die draaien op kolen. Bovendien klopt het sprookje niet dat een
kerncentrale goed is voor het klimaat, omdat er geen CO2-uitstoot is bij de
productie. Bij de bouw van de centrale, en bij de winning en transport van
uranium komt wél CO2 vrij. Véél meer dan bij echte groene energie zoals
windmolens en zonnepanelen. En dan zwijgen we over de onverantwoorde
veiligheidsrisico’s van kernenergie en de opslag van nucleair afval, waarvoor
nog altijd geen afdoende oplossing gevonden is. Dat begin oktober een schip met
nucleair afval op weg naar Antwerpen op drift raakte voor de kust van Schotland,
bewijst welke enorme risico’s voor mens en milieu nucleaire energie met zich
meebrengt.

Hervorming inkomstenbelasting: + 9
miljard euro

Waar
men vandaag op de politieke tribune niet meer over praat, is het opnieuw
globaliseren van alle inkomens in de personenbelasting. Tot 1983 werden de inkomsten
uit kapitaal (interesten en dividenden) opgeteld bij de andere inkomsten
(beroeps-, onroerende en diverse inkomsten) en dit totaal werd aan het
progressief tarief van de personenbelasting onderworpen. Dit is nog steeds de
ideale methode om alle inkomsten op een rechtvaardige manier te belasten. Dat
er geen samenvoeging meer is van alle inkomsten heeft te maken met de invoering
van de ‘bevrijdende roerende voorheffing’. Dit werd in ons land ingevoerd in
1983. Vanaf toen werden de inkomsten uit kapitaal niet meer aangegeven in de
personenbelasting en werden ze belast aan een vast tarief. Wat is nu het
gevolg?

De
sterk verschillende fiscale behandeling van arbeidsinkomsten en
vermogensinkomsten holt het draagkracht- en gelijkheidsbeginsel uit. Een
gezin met twee kinderen dat een gemiddeld arbeidsinkomen heeft en geen
inkomsten uit vermogen, draagt 48 procent bij van hun loon aan fiscale en
sociale bijdragen. De buren die eenzelfde bruto-inkomen uit hun
beleggingsportefeuille halen en geen arbeidsinkomen hebben, dragen 15 of 25
procent bij. Ze hebben dezelfde financiële draagkracht, maar hun bijdrage is
verre van dezelfde.

De rijke klasse had niet
alleen profijt, doordat hun inkomsten uit kapitaal werden bevrijd uit de
personenbelasting. Er kwam ook een afbraak van het progressieve stelsel, waarbij de sterkste
schouders de zwaarste lasten dragen. Een kort overzicht van de geschiedenis: in
1988 werd het aantal belastingtarieven verminderd van 13 naar 7. De toenmalige
tarieven van 61,90 procent, 67,80 procent en 70,30 procent werden afgeschaft.
Vanaf aanslagjaar 1990 zou het hoogste tarief 55 procent bedragen op het
gedeelte van het inkomen boven de 2.200.000 Belgische frank ( ± 54.500 euro).
Met de belastinghervorming die werd opgestart vanaf 2002, heeft men de tarieven
verder afgebouwd. In het aanslagjaar 2003 heeft men de tarieven van 55 procent
en 52,5 procent afgeschaft en werd het hoogste tarief 52 procent. Vanaf het
aanslagjaar 2004 werd het tarief van 52 procent afgeschaft en werd het hoogste
tarief 50 procent.

De
afbouw van de progressiviteit bezorgde de hoge inkomens profijt, de overheid
leed verlies! Zo schreef Jan Béghin (sp.a) in zijn boek De schande van een
rijk land
dat de afschaffing van de belastingtarieven van 55 procent en 52,5 procent de
overheid jaarlijks zo’n 6 miljard euro kost. Waarom zou het aantal belastingschalen niet
kunnen worden verhoogd, door te voorzien in schijven lager dan 25 procent voor de
lage inkomens en in schijven hoger dan 50 procent voor de hoge inkomens? Zo dragen de
sterkste schouders de zwaarste lasten en krijgt de overheid meer inkomsten! Om
je een idee te geven wat dit voor de overheid kan opbrengen: een herinvoering
van de belastingschalen van 52,5 procent, 55 procent en 65 procent voor de inkomens vanaf 6.000 euro
per maand, zou 9 miljard euro opbrengen.

Rechtvaardige
belastingen: ook op Europees en op internationaal niveau

Op eilanden waar de meeste mensen
nooit zullen komen, hebben tienduizenden superrijken 25.000 miljard euro
weggezet, veilig uit het zicht van de fiscus. De financiële ontwijkingsindustrie – een
netwerk van banken, juristenkantoren en consultancybureaus – heeft een sturende
functie in de constructies die worden opgezet. Ze ondergraven de samenleving! Als op het bedrag van 25.000
miljard euro een belasting van 10 procent wordt geheven, dan los je
probleemloos de hele eurocrisis op, de ouderenzorg, en in één klap zowat alle
begrotingsproblemen van de Europese Unie. In de strijd tegen de
belastingparadijzen moeten de banken verplicht worden alle financiële gegevens
uit te wisselen.

Na meer dan vijftien jaar strijd hebben tien Europese landen, waaronder
België, op 4 mei 2014 een akkoord gesloten om vanaf 1 januari 2016 een Europese
Financiële Transactietaks (FTT) in te voeren. Een klein mirakel, gezien de
sterke tegenwind die er kwam vanuit de financiële sector en in het bijzonder de
bankenlobby. Het idee achter de taks is simpel: door een minimale heffing op
transacties, ontmoedig je speculatie. Belangrijk is echter dat de belasting
wordt ingevoerd op alle financiële transacties zodat toekomstige zeepbellen
worden voorkomen. Een heffing heeft dan ook niet alleen tot gevolg dat speculatie
kan worden ontmoedigd, het levert ook noodzakelijkerwijs een registratie op van
alle transacties die worden gedaan. Veel van de praktijken die bijdroegen aan
de kredietcrisis komen opeens boven water. Daarnaast kan een FTT veel geld
opbrengen: 35 miljard euro per jaar. Dat geld is broodnodig voor de aanpak van
mondiale problemen zoals klimaatverandering, armoede en werkloosheid.

Piketty: een mondiale, progressieve belasting op
vermogen

De vruchten van onze economie
worden niet eerlijk verdeeld: de Europese ongelijkheid is bijna even groot als
aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Ongelijkheid is een mondiale
ontwikkeling. Ook in opkomende landen als China, Brazilië en India neemt ongelijkheid
hand over hand toe. Veel van de actuele discussies gaan vooral over
topinkomens, maar we moeten niet vergeten dat juist vermogen een bron van
toegenomen, extreme ongelijkheid is. Daarom is het belangrijk om het voorstel
van de Franse econoom Thomas Piketty te verdedigen voor een mondiale,
progressieve vermogensbelasting. 

Guido Deckers is medewerker bij de dienst beweging van het ACV voor het thema fiscaliteit, en medeoprichter van het Financieel Actie Netwerk (FAN).

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!