Volgens Eurostat
staan we wat de belasting op kapitaal betreft op de vierde plaats na
Luxemburg, Frankrijk en Italië. Als je dat rijtje ziet, zou er al een
belletje moeten rinkelen. Eurostat lijkt te stellen dat Luxemburg,
jawel het groothertogdom bekend van LuxLeaks, de hoogste belasting op
vermogens heeft van alle Europese landen.

Zoals de Factchecker
van de VRT al opmerkte, heeft het weinig zin de belasting op
vermogens te berekenen als percentage van het BNP. Een land met
geweldig veel geld op de bankrekeningen maar weinig productie, heeft
dan natuurlijk een heel hoge vermogensbelasting
– zelfs als die
vermogens bijna niet belast worden.

Interessanter is het
lijstje opbrengsten die De Tijd meegeeft. Er zijn in België vier
vormen van belasting op vermogens die elk meer dan 2,6 miljard euro
opbrengen. De vijfde vorm zit daar met een opbrengst van minder dan
een half miljard ver onder.

Nu blijkt dat drie van die vier
vermogensbelastingen vooral door gewone werknemers betaald worden.
Het gaat om de registratierechten (3,5 miljard), de onroerende
voorheffing (3,2 miljard) en de successierechten (2,6 miljard).

Huis kopen

Wie een huis koopt,
betaalt registratierechten. Als eenmaal dat huis gekocht is, moet je
voortaan elk jaar een onroerende voorheffing betalen. Erf je een huis
van overleden familieleden, dan betaal je successierechten.

Die
onroerende voorheffing is interessant omdat veel mensen op die manier
een vermogensbelasting betalen op schulden. Wie een huis koopt, heeft
meestal een som bijeen gespaard die volstaat om de registratierechten
te betalen en enkele andere kosten, maar de rest van het bedrag wordt
geleend. Maar je betaalt wel vanaf het eerste jaar de onroerende
voorheffing. Je vermogen wordt belast terwijl je in feite nog geen
steen bezit.

Dus ja, De Tijd kan
beweren dat vermogens al zwaar belast worden in België, maar dat
gaat niet over wat de meeste mensen onder een vermogensbelasting
verstaan. Daarover zijn de cijfers van de Oeso duidelijk.

Wat
de belasting op ondernemingswinsten betreft (vennootschapsbelasting
en roerende voorheffing op dividend samengenomen) staat België op
plaats 31. Slechts in vijf Oeso-landen zijn ondernemers er goedkoper
vanaf.

Zelfs met de
belasting op dividenden apart zitten we onder het Oeso-gemiddelde.
Dat zorgt nochtans met 4,2 miljard euro per jaar voor de grootste
vorm van vermogensbelasting in ons land.

Er zit een patroon
in de manier waarop de Belgische fiscus belast. De sterkste schouders
dragen helemaal niet de zwaarste lasten. Dat zie je ook bij de
vennootschapsbelasting. Kmo’s
betalen volgens het weekblad Trends 21,8 procent. De duizend
bedrijven met de grootste winsten betalen volgens de berekeningen van
de PVDA 6,17 procent belastingen.

België is dus wel degelijk
een paradijs voor multinationals en voor grote vermogens.