Opinie -

Geef onderwijs de zuurstof die het verdient

De aankondiging van Hilde Crevits om de extra middelen uit het gelijke onderwijskansendecreet af te schaffen, is een maatregel die het Nederlandstalig onderwijs in Brussel twee keer zo hard zal raken, boven op de structurele besparingen. In plaats van onderwijskansen af te breken, moeten we durven investeren.

dinsdag 18 november 2014 13:21
Spread the love

De eerste maanden
van dit schooljaar werden voor leraars, ouders en studenten in het
Vlaams onderwijs een koude douche. Langer en meer werken voor minder
pensioen, verhoging van de maximumfactuur in het basisonderwijs,
verhoging van het inschrijvingsgeld voor hogere studies. Boze leraars
kwamen dan ook op straat op 6 november en een aantal studenten
herdoopten enkele dagen later het ministerie van Onderwijs tijdelijk
om tot het ministerie van Ongelijkheid. Een actie die de nagel op de
kop sloeg.

Armoederisicogrens

Recent liet Vlaams
minister van Onderwijs, Hilde Crevits, weten dat ze de extra middelen
uit het gelijke onderwijskansendecreet wil afschaffen, ten voordele
van een meer ‘gelijke subsidiëring’. Middelen die op basis van
een aantal wetenschappelijk bepaalde factoren worden toegekend aan
kinderen uit kansarme milieus, zouden niet werken. Hilde Crevits stelt
dat meer geld niet per se leidt tot meer gelijkheid. Dat klopt, maar
minder geld leidt wel tot minder kansen voor kansarme kinderen.

Dit
is nefast voor de Brusselse Nederlandstalige scholen die gemakkelijk
één derde van hun budget voor werkingsmiddelen zullen zien smelten
voor de zon. De ongelijkheid in Brussel is al enorm hoog. Meer dan
30 procent van de Brusselaars leven onder de armoederisicogrens. De goede
prestaties van verschillende concentratiescholen worden net mogelijk
gemaakt door de extra financiële steun die deze scholen krijgen. Die
sterke ervaringen moeten we veralgemenen naar minder succesvolle
scholen. Het huidige voorstel laat succesvolle en minder succesvolle
scholen in de kou staan. Het spreekt voor zich dat de reproductie
van ongelijkheid in het onderwijs opnieuw zal toenemen.

Metropolis

Nochtans kampt het
Brussels onderwijs al met genoeg problemen. Ook nu weer bevestigde
het Lokaal Overlegplatform Basisonderwijs dat honderden kinderen geen
plaats in een Nederlandstalige school vonden. Dat een deel nog wel
terechtkan in Franstalige scholen is juist, maar ook daar kampt men
met een plaatsgebrek en zitten veel klassen overvol. Pas in januari
zullen we effectief weten hoeveel van die kinderen thuiszitten. Het
doet pijn om vast te stellen dat een basisrecht geen zekerheid meer
is. Klinkt dit te hard? Misschien. Maar als we binnen tien jaar niet
hulpeloos willen toezien op een sociale bom onder onze stad, dan zijn
juiste politieke beslissingen nu essentieel.

Het
capaciteitsprobleem en de schrijnende kansenongelijkheid in het
Brussels onderwijs zijn symptomen van een achterhaald onderwijsbeleid
dat stoelt op een inefficiënte organisatiestructuur. Met het
huidige kluwen van bevoegde gemeenschappen, uitvoerende machten en
onderwijsnetten in een metropolis als Brussel, vraag je om problemen.
Het overleg tussen inrichtende machten zoals voorgesteld in het
beleidsplan van de VGC is vaag en niet resultaatgericht.

Stappen 

De eerste
stap naar een efficiënt en kwalitatief onderwijsbeleid is de
oprichting van een leidinggevend orgaan in Brussel waar alle netten
op moeten aangesloten zijn. Dit orgaan krijgt de bevoegdheid en de
middelen om een kwaliteitsvolle plaats voor elk kind te garanderen.

Een tweede stap vergt politieke moed. Als de Vlaamse regering nu de weinige
middelen voor zwakkere leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs
afschaft, ondergraaft ze haar eigen doelstelling om sociale
mobiliteit te realiseren. Ze hypothekeert de toekomst van een
generatie die nu al kreunt onder de gevolgen van de crisis.

We moeten
als samenleving durven investeren in onderwijs, eerder dan in F-35-straaljagers. We moeten onderwijsherfinanciering serieus nemen. Waar
we 30 jaar geleden nog 7 procent uitgaven aan onderwijs in België, geven
we nu 5,5 procent uit, terwijl de maatschappelijke uitdagingen alleen
maar toenemen.

Naïef

De nodige zuurstof voor onderwijs kan de zaken
ombuigen in een positief verhaal. De huidige onderwijsproblematiek is
een gevolg van politieke keuzes, de noodzakelijke oplossingen zullen
dat ook zijn. En nee, dat is niet naïef en onbetaalbaar. Niet als we
werk maken van een eerlijke fiscaliteit. Want, zeg nu zelf, gaan we
de schuld van sociale achteruitgang blijven steken op sociaal
achtergestelde werklozen of samenwonende veelgebruikers? Of zetten
we onze verontwaardiging over de Luxengates, de onrechtvaardige
notionele interestaftrek en kapitaalfraude om in een andere sociale
politiek? Wij hopen alvast dat de druk van verschillende sociale
bewegingen de komende maanden de nodige politieke verandering mee in
gang zal zetten.

Michaël
Verbauwhede is Brussels volksvertegenwoordiger PVDA en
onderwijsspecialist. Jan Busselen is leraar en militant PVDA.

take down
the paywall
steun ons nu!