Fred Louckx

De Toekomstfabriek: een oefening in (re)politiserende middenveldpraxis

Een aantal jaren geleden zijn we in Gent gestart met De Toekomstfabriek. De Toekomstfabriek is een initiatief dat gedragen wordt door negen organisaties uit het middenveld: Victoria Deluxe, Samenlevingsopbouw Gent, Kunstencentrum Vooruit, Vrede vzw, Links Ecologisch Forum, ABVV Oost-Vlaanderen, Beweging.net/ACV Gent-Eeklo, Masereelfonds Gent en Vormingplus Gent-Eeklo.

dinsdag 18 november 2014 13:23
Spread the love

Bedoeling is een
vernieuwende (re)politiserende werking te ontwikkelen die, wars van
elk dogmatisme, van onderuit op wil werken aan een grondige
structurele hervorming van onze samenleving.

Onderhavige tekst
is een relaas van drie jaar experimenteren met De Toekomstfabriek. We
brengen dit verslag in de geest van wat Stevphen Shukaitis en David
Graeber (2007) ‘constituerende verbeelding’ hebben genoemd: militant
onderzoek dat een bijdrage wil leveren tot de vorming van een
kritische verbeelding die de wereld om ons heen wil veranderen.

De
Toekomstfabriek is natuurlijk niet de enige (re)politiserende
middenveldpraktijk in Vlaanderen. We stellen samen met Pascal
Debruyne en Bart Van Bouchaute (2014, p. 14) vast dat er vandaag in
Vlaanderen een grote en boeiende diversiteit aan pogingen tot
(re)politisering aanwezig is. We kunnen dit alleen maar toejuichen.
Wij willen met deze tekst de ervaringen delen die we met een bepaalde
vorm van (re)politiserende middenveldpraktijk hebben opgedaan, zonder
deze praktijk als model naar voor te willen schuiven.

Theorie

Om de werking van
De Toekomstfabriek te begrijpen, is het belangrijk te weten welke
politiek-maatschappelijke ideeën aan de basis liggen van dit
initiatief. Op gevaar af van te simplificeren, kunnen we drie grote
theoretische uitgangspunten onderscheiden:

Verzet als
scheppende kracht

In navolging van
Florence Aubenas en Miguel Benasayag (2003, pp. 53 en 134) zien we
verzet tegen de bestaande maatschappelijke verhoudingen vooral als
een creatief proces. Het volstaat niet tegen iets te zijn, hoe
mobiliserend een dergelijke confrontatiestrategie ook moge werken.
Waar het vooral op aankomt, is dat verzet alternatieven ontwikkelt,
die maken dat we de bestaande situatie als achterhaald bestempelen –
zoals Buckminster Fuller het zo treffend uitdrukte.

Uitbouw van
een tegenmacht

Onder de uitbouw
van een tegenmacht verstaan we niet de door Montesquieu ontwikkelde
idee van een scheiding der machten , als institutionele garantie van
een democratisch beheer van de samenleving; de uitbouw van een
tegenmacht is voor ons evenmin te herleiden tot het louter
ontwikkelen van machtscentra die een tegengewicht vormen tegen de
macht van de bestaande politieke en economische instituties.
Tegenmacht is voor ons een veelzijdige, niet-gecentraliseerde
emancipatiebeweging die ertoe komt nieuwe maatschappelijke
verhoudingen onoverkomelijk te maken (Benasayag, Miguel & Diego
Sztulwark, 2003, pp. 66-69; Benasayag, Miguel & Angélique Del
Rey, 2011, pp. 73-76).

Prefiguratieve
politiek

Kern van een
prefiguratieve politiek is de noodzakelijke overeenstemming tussen
doel en middelen bij de uitbouw van een alternatieve samenleving. De
dagelijkse politieke praktijk dient een voorafspiegeling te zijn van
de samenleving waar we naartoe willen, zonder te vervallen in een
mechanistisch uitvoeren van een vooraf uitgekiende blauwdruk van de
toekomstige samenleving. Zowel doel als middelen zijn onderworpen aan
een continu proces van herdefiniëring en bijsturing. Al doende
leggen we de basis van de nieuwe samenleving “within the shell of
the old
” (Gordon, Uri, 2007).

Actie

Beginperiode:
gefilmde interviews

Onder de titel
Bricoleurs de Paradis – naar de gelijknamige film van Rémy
Ricordeau en Bruno Montpied – zijn we onze activiteiten begonnen
met het filmisch vastleggen van een reeks diepgravende gesprekken
over thema’s die naar onze mening concrete perspectieven openen op
maatschappelijke verandering. Zo hadden we onder meer gefilmde
interviews over commons, basisinkomen, coöperaties, geweldloze
actie, activistische verbeelding en prefiguratieve politiek. Al deze
gesprekken werden via een samenwerking met DeWereldMorgen.be voor een
breed publiek toegankelijk gemaakt. Bedoeling was vooral mensen te
confronteren met vernieuwende ideeën over maatschappelijke
verandering.

Eerste
werkjaar: dialoog- en debatavonden

Onder impuls van
een stuurgroep – bestaande uit afgevaardigden van de verschillende
partnerorganisaties – werd beslist om het eerste werkjaar van De
Toekomstfabriek te organiseren rond dialoog- en debatavonden. Voor de
inhoudelijke invulling van die publieksavonden werd vertrokken vanuit
de concrete werking van de organisaties. Elke organisatie werd
verzocht een centrale vraagstelling uit haar werking naar voor te
schuiven (Hoe kan het middenveld meer politiserend werken? Kan/moet
de overheid het algemeen belang van de burger dienen? Hebben wij nog
een leger nodig? Is een ander Europa mogelijk? Waarom voeren wij (geen) actie? Kan energie goedkoper in Gent? In welke mate kunnen
maatschappelijk kwetsbare groepen een kritisch middenveld aansturen?
Kunnen kunstenaars maatschappelijke verandering teweegbrengen?) .

Deze
vraagstellingen werden de thema’s voor de publieksavonden. Iedere
organisatie kreeg de opdracht om de dialoog- en debatavond rond haar
thema in samenspraak met de andere organisaties voor te bereiden. Dat
impliceerde onder andere ook dat zij zich engageerde om op eigen kosten een
locatie voor die avond te voorzien. Op die manier ontstond er een
nomadisch aanbod van publieksavonden dat telkens een andere buurt van
de stad aandeed. Het overleg dat aan de publieksavonden voorafging,
ontwikkelde bruggen tussen de organisaties die voordien nauwelijks
aanwezig waren. Gaandeweg groeide tussen de partnerorganisaties een
gesprekscultuur die ook buiten de initiatieven van De Toekomstfabriek
vruchten afwierp.

Op elke
publieksavond volgde telkens een grondige evaluatie door de
stuurgroep. De resultaten van die nabeschouwing werden vervolgens
meegenomen om de volgende publieksavond vorm te geven. De reeks
dialoog- en debatavonden werd finaal afgesloten met een globale
beoordelingsronde.

Tweede
werkjaar: Een Ander Land

Na de positieve
slotbalans over het eerste werkjaar werden de verwachtingen rond De
Toekomstfabriek bijgesteld. Onder impuls van Victoria Deluxe werd een
ambitieus plan met als werktitel ‘Een Ander land’ uitgetekend.
Dit werkplan werd als project ingediend voor de ‘Oproep sociale
innovatie 2013’ van het Departement Economie, Wetenschap en
Innovatie van de Vlaamse Overheid en daar ook positief geëvalueerd.
Het resultaat was dat De Toekomstfabriek in het tweede werkjaar een
subsidie ontving.

In Een Ander land
werd van meet af aan zeer sterk ingezet op participatief werken. In
de voorbereidende fase  oktober – december 2013) werden een aantal
publieksavonden georganiseerd met de bedoeling een inventaris aan te
leggen van thema’s die we met De Toekomstfabriek in de komende
periode wilden exploreren. Dit gebeurde eveneens via een gerichte
bevraging van een 200-tal hogeschoolstudenten. We kozen er bewust
voor om deze denkoefening samen met een brede waaier van burgers te
ontwikkelen. Op die manier werden zij coproducent van ons project.

Op basis van deze
open en gedragen oproep selecteerden we uiteindelijk acht thema’s
waarrond we in de loop van 2014 en 2015 met De Toekomstfabriek wilden
werken: ecologische alternatieven, democratie, superdiversiteit,
peer-to-peer economy, onderwijs, sociale bescherming, wonen en
coöperatieve economie.

Binnen deze acht
thema’s gingen we vervolgens op zoek naar inspirerende en
innovatieve denk- en praktijksporen. Dit deden we aan de hand van
inventariserende participatietafels, een oproep via sociale media en
een gerichte bevraging van een 150-tal bevoorrechte getuigen. Het
resultaat van dit alles vormde het startmateriaal voor de
projectweken.

Gespreid over een
periode van januari tot december 2014 werden/worden acht
projectweken opgezet. Elke projectweek spitst zich toe op één van
de acht thema’s uit onze inventaris. Rond elke projectweek werd een
werkgroep gevormd, bestaande uit medewerkers van de
partnerorganisaties en personen die deelnamen aan de publieksavonden.
In een voorbereidende fase van de projectweek zocht elke werkgroep –
voortbouwend op het resultaat van de publieksavonden en de open
oproep via sociale media en bevoorrechte getuigen – naar praktijken
en denkers die op een inspirerende manier initiatieven ontwikkelen
rond het door hen gekozen thema. In overleg met een coördinator (gefinancierd door de hogervermelde Oproep sociale innovatie 2013)
werd een concreet werkplan opgemaakt voor elke projectweek.

Tijdens de
projectweken werden/worden de uitgekozen praktijken en personen door
de werkgroep bezocht. Per dag worden één of meerdere
praktijken/personen geïnterviewd en in beeld gebracht door een
professionele cineast . Elke projectweek resulteert op die manier in
een audiovisuele reportage.

Na verloop van
tijd vielen de werkgroepen sociale bescherming en coöperatieve
economie af door een gebrek aan voldoende draagkracht.

De resultaten van
elke projectweek worden na verwerking van het verzamelde materiaal
voorgesteld op een publieksavond (de eerste van deze publieksavonden
vond plaats op 29 oktober 2014 in De Centrale). Tijdens deze
publieksavonden worden een aantal gasten uitgenodigd om aan de hand
van kritische reflecties op het getoonde materiaal een actieve
interactie met het publiek op gang te brengen.

Al het materiaal
van de projectweken en de publieksavonden krijgt een plaats op de
website van De Toekomstfabriek en kan door geïnteresseerden worden
gebruikt om mee aan de slag te gaan.

Reflectie

Vraag is nu wat
De Toekomstfabriek ons tot nog toe heeft geleerd over de
mogelijkheden/beperkingen van (re)politisering via
middenveldorganisaties. We zien de opgedane ervaring met de werking
van De Toekomstfabriek immers als een integrale bijdrage tot de
uitbouw van een kennisreservoir over de politiserende mogelijkheden
van het middenveld. Een dergelijke op concrete werking gebaseerde
kennisontwikkeling achten wij onontbeerlijk voor het uitbouwen van
die politiserende mogelijkheden. Onderstaande bevindingen van drie
jaar Toekomstfabriek vormen hiertoe een bescheiden aanzet.

Ontwikkel
utopische perspectieven

Willen we met het
middenveld een werkelijk vernieuwend politiserend proces op gang
brengen, dan hebben we dringend nood aan wat Miguel Abensour “een
nieuwe utopische geest” heeft genoemd (Miguel Abensour, 2013, pp.
191-226). Dit is allesbehalve een streven naar een niet te
verwezenlijken ideaal. Integendeel. We moeten af van die verstarde
invulling van het begrip utopie, die steevast verwijst naar een verre
toekomst , wat veelal neerkomt op een permanente ontkenning van de
utopie. Een nieuwe utopische geest veronderstelt dat we de utopie
demythologiseren en democratiseren. Alleen op die manier wordt zij
een drijvende kracht voor een ‘opstandige democratie’.

Werk samen met
middenveldorganisaties die zich als organisatie willen engageren

Van belang is
niet zozeer de aard van de middenveldorganisatie (voor een overzicht
van de verschillende types van middenveldorganisaties verwijzen we
naar Sven Reichardt, 2004), als wel de mate waarin ze bereid is zich
als organisatie in te zetten voor een gemeenschappelijk doel.
Alhoewel dit op het eerste gezicht evident lijkt, draait dit in de
praktijk toch vaak anders uit. Organisaties sturen vaak mensen naar
de vergaderingen die zich vrij snel als ‘persoon van dienst’
ontpoppen. Dit houdt in dat ze naar buiten uit de organisatie lijken
te vertegenwoordigen, maar in werkelijkheid vrij geïsoleerd staan
binnen hun eigen organisatie. Zo wordt zowel de doorstroming van
informatie als de noodzakelijke betrokkenheid van ‘de achterban’
vrijwel onmogelijk gemaakt.

Overschrijd de
houdbaarheidsdatum van samenwerkingsverbanden niet

Het opzetten van
samenwerkingsverbanden is veelal een proces van langdurig en geduldig
werk. Wat men na heel wat inspanningen heeft bereikt, wil men dan ook
meestal zo lang mogelijk in leven houden. Hier dreigt het gevaar dat
men na verloop van tijd blind wordt voor de inhoudelijke
slijtageprocessen waaraan vrijwel alle samenwerkingsverbanden
onderhevig zijn. Mogelijk kunnen we hier inspiratie putten uit de
ervaringen met affiniteitsgroepen (Francis Dupuis-Déri, 2010).
Deze organisatie- en actievorm leert ons niet alleen veel over het
basisdemocratisch vermogen van groepen, maar ook over de creatieve
potentialiteiten van gefocust samenwerken binnen een afgebakende
tijdspanne.

Bevorder de
uitbouw van een nieuwe ‘politique du commun’

Eén van de grote uitdagingen van de 21ste eeuw is
ongetwijfeld het ontwikkelen van een nieuwe ‘politique du commun
(Pierre Dardot en Christian Laval, 2014). De traditionele invulling
van de publieke en de privésfeer is duidelijk niet meer afgestemd
op de noden van onze onvoltooide democratie. Een resolute keuze voor
de uitbouw van een nieuwe ‘gemeenschappelijkheid’ dringt zich
vandaag in alle domeinen van het maatschappelijk leven op. De roep
naar meer commons is daarvan maar één aspect. Een dergelijke
maatschappelijke ontwikkeling is niet mogelijk zonder het in vraag
stellen van de fundamenten van de bestaande kapitalistische
verhoudingen.

Werk
bottom-up, maar wees niet blind voor de tekortkomingen van deze
werkwijze

De verleiding om
top-down te werken, is vaak zeer groot. Dit geldt niet alleen binnen
de organisaties, maar ook in samenwerkingsverbanden. Efficiëntie en
snelheid van handelen zouden hierdoor het best worden gediend.
Daarbij heeft men veelal geen oog voor het feit dat men op die manier
sociale relaties bestendigt die passiviteit en onmondigheid in de
hand werken. Een prefiguratieve politiek die emancipatorisch wil
werken, maakt juist maximaal gebruik van het creatief potentieel van
een bottom-up benadering. Via een bottom-up werking ontstaat een
breed gedragen coproductie van beslissingen. Ook in deze moeten we
ons evenwel hoeden voor een al te naïef zwart-witdenken. Bottom-up
werken is niet altijd een garantie voor kwaliteitsvolle beslissingen
en is zeker geen surrogaat voor wetenschappelijk onderbouwde kennis.

Vermijd het
verstikkende keurslijf van externe financiële druk

De meeste
organisaties zijn voor hun werking aangewezen op de één of andere
vorm van externe financiering. Deze financiering wordt meestal
afhankelijk gemaakt van allerlei criteria met een eigen
administratieve en bestuurlijke logica. Niet zelden staat die logica
haaks op de manier van werken binnen de organisaties. Dit creëert
een permanent spanningsveld, waarbij de dagelijkse werking van de
organisaties in de tang wordt genomen: ofwel gaat men zijn werking
aanpassen aan deze administratieve criteria en dreigt men een deel
van zijn werkingsautonomie in te leveren, ofwel blijft men een eigen
koers varen en loopt men het risico de geldkraan te zien
dichtdraaien. Om deze spagaat te vermijden, moeten de
middenveldorganisaties dringend op zoek naar nieuwe werkingsvormen.

Ontwikkel een
zelfkritische organisatiecultuur

Niets is zo
contraproductief als een organisatiecultuur van zelfgenoegzaamheid en
routine. Eens we een succesvolle invulling voor onze werking menen
gevonden te hebben, is de verleiding erg groot om hieraan vast te
houden. Waarom zou je immers een beproefde methode in vraag stellen?
Het antwoord is voor de hand liggend: omdat het een rem zet op de
verdere creatieve ontwikkeling van een organisatie. Een organisatie
die inhoudelijk wil groeien, heeft nood aan constructieve dwarsliggers
die vervelende vragen stellen en hun organisatie voortdurend uitdagen
om een stap verder te zetten in de richting van een gekozen project.

Hou steeds de
11de stelling van Marx over Feuerbach voor
ogen

De voorbije
maanden waren we in Vlaanderen getuige van een boeiende opflakkering
van publicaties over de politiserende perspectieven van
middenveldorganisaties. Na een relatief lange publicatiestilte over
dit onderwerp was dat een welgekomen verademing, ware het niet dat
deze vernieuwde belangstelling vrij snel verzeilde in theoretisch
gekissebis. Daarbij vergat men weleens wat Marx ooit zei in zijn 11de
stelling over Feuerbach: “het komt er niet alleen op aan de wereld
anders te interpreteren, maar vooral deze te veranderen” (Karl Marx
en Friedrich Engels, 1988, p. 54). Wij pleiten dan ook voor een
aangehouden belangstelling voor de politiserende mogelijkheden van
het middenveld die resoluut inzet op de concrete ontwikkeling van
nieuwe organisatiestructuren. Net als Landauer (Gustav Landauer,
2010) zijn wij er immers van overtuigd dat nieuwe
organisatiestructuren nieuwe maatschappelijke verhoudingen mogelijk
maken.

Onder-/overschat
de mogelijkheden van het middenveld niet

Een korte
terugblik op de geschiedenis volstaat om talloze voorbeelden te
vinden van de cruciale rol van het middenveld in onze samenleving.
Niemand kan ontkennen dat er een enorm maatschappelijk potentieel
schuilgaat achter de vele organisaties die zich dagelijks in het
middenveld bewegen. Het is ook niet toevallig dat de vraag naar de
mogelijkheden van een vernieuwende politiserende werking vandaag
juist binnen dat middenveld weerklinkt. Toch is hier enige
voorzichtigheid geboden. Het gevaar bestaat immers dat we het
middenveld confronteren met verwachtingen die het onmogelijk kan
waarmaken. Indien we de energie van het middenveld niet nodeloos
willen opbranden, zullen we ook moeten leren omgaan met de inherente
beperkingen van dat middenveld.

Er is niets
mis met strategisch denken

Wil het
middenveld de bestaande maatschappelijke verhoudingen werkelijk ‘aan
het dansen brengen’, dan zal het in de toekomst ook strategischer
moeten leren denken. De vraag in welke mate een gevoerde actie op
langer termijn bijdraagt tot een bepaald doel, moet het vandaag maar
al te vaak afleggen tegen het ‘directe succes’ van een
voorbijgaande media-aandacht. De actie wordt een doel op zich. Niet
zozeer de veranderingen die ze op gang zou kunnen brengen (Madeline
Gardner & Joshua Kahn Russell, 2008). De toekomstige uitdaging
voor het middenveld bestaat erin op een creatieve manier om te
springen met de aangewende middelen, zonder uit het oog te verliezen
wat men uiteindelijk wil bereiken.

Bibliografie

  • Abensour,
    Miguel, L’homme est un animal utopique, Sens & Tonka, Paris,
    2013.
  • Aubenas,
    Florence & Miguel Benasayag, Verzet als scheppende kracht,
    Academia Press, Gent, 2003.
  • Benasayag,
    Miguel & Diego Sztulwark, Du contre-pouvoir, La Découverte/Poche,
    Paris, 2003.
  • Benasayag,
    Miguel & Angélique Del Rey, De l’engagement dans une époque
    obscure
    , Le Passager Clandestin, Le Pré Saint-Gervais, 2011.
  • Dardot,
    Pierre & Christian Laval, Commun. Essai sur la revolution au XXIe
    siècle
    , La Découverte, Paris, 2014.
  • Debruyne, Pascal
    & Bart Van Bouchaute, “De bestaande orde verstoren. Over de
    politieke opdracht van het middenveld”, Oikos, 69, 2, 2014.
  • Dupuis-Déri,
    Francis, “Anarchism and the politics of affinity groups”, Anarchist
    Studies
    , 18, 1, 2010, pp. 40-61.
  • Gardner,
    Madeline & Joshua Kahn Russell, “Praxis makes perfect: the new
    youth organizing”, in Chris Spannos (ed.), Real Utopia. Participatory
    Society for the 21st
    Century
    , AK Press, Oakland/Edinburgh, 2008, pp. 338-345.
  • Gordon,
    Uri, “Prefigurative politics”, in Uri Gordon, Anarchism and Political
    Theory: Contemporary Problems
    , Mansfield College, University of
    Oxford, 2007, pp. 57-64.
  • Landauer,
    Gustav, Revolution and other writings. A political reader, The Merlin
    Press, Pontypool, 2010.
  • Marx,
    Karl & Friedrich Engels, L’idéologie allemande, précédé de
    Karl Marx Thèses sur Feuerbach
    , Editions sociales-Messidor, Paris,
    1988.
  • Reichardt,
    Sven, Civil Society. “A concept for comparative historical research”,
    in Annette Zimmer & Eckhard Piller ( Eds. ), Future of Civil
    Society. Making Central European Nonprofit-organizations Work
    ,
    Springer Fachmedien , Wiesbaden, 2004, pp. 35-55.
  • Shukaitis,
    Stevphen & David Graeber ( Eds.), Constituent Imagination:
    Militant Investigations // Collective Theorization
    , AK Press,
    Oakland/Edinburgh, 2007.

Noot: oorspronkelijk
bestond De Toekomstfabriek uit acht organisaties. Vormingplus
Gent-Eeklo is er in een later stadium bijgekomen.

take down
the paywall
steun ons nu!